Jean-Marie Blas de Roblès – Waar de tijgers thuis zijn

Hoogmoed komt ten val

Franse roman over een Duitse, zeventiende eeuwse Jezuïet en een uiteengevallen familie in Brazilië.

Eléazard von Wogau is een Duitse journalist en zit als een vergeten buitenland correspondent in een spookstadje in het noorden van Brazilië, Alcantara. Het ooit prachtige stadje is nu aan het vervallen en het omringende oerwoud lijkt het stadje langzaam weer terug te veroveren. Hij werkt aan de vertaling van een pas opgedoken dagboek van een monnik, die de jaren beschrijft die hij samen met de beroemde Jezuïet Athanasius Kircher doorbracht.

Athanasius Kircher (1602 – 1680) leefde tijdens de Renaissance en schreef rond de veertig boeken over de meest uiteenlopende onderwerpen: geneeskunde, muziek, China, Egypte, geologie, magnetisme en de liefde. Eigenlijk zou je hem het beste kunnen vergelijken met Leonardo da Vinci, ook al zo’n duizendpoot in de kunst en wetenschap. Het verschil tussen de twee mannen is dat Kircher een vergeten persoonlijkheid is, die weliswaar veel schreef, uitvindingen deed en in zijn tijd een beroemdheid was, maar behalve de microscoop overleefden zijn uitvindingen niet de geschiedenis en zijn theorieën, zo breed in zijn boeken uitgemeten, hielden geen stand.

Het is Loredana, een Italiaanse vrouw, die om onduidelijke reden in Alcantara opduikt. Zij wijst Eléazard er op dat hij totaal geen sympathie heeft voor de man van wiens boek hij een vertaling maakt. Eléazard heeft geen enkel respect voor de ideeën van Kircher, die hij als te irrationeel beschouwt.

Zijn vrouw Elaine heeft Eléazard al een tijdje geleden verlaten omdat hij te introvert was. Ze is wetenschapper die met een kleine expeditie over de Amazone het oerwoud van Mato Grosso in trekt, op zoek naar oude en kostbare fossielen, die de moderne wetenschap op grote schaal zouden kunnen beïnvloeden.

Hun dochter Moéma is na hun scheiding in het stadje Fortaleza gaan studeren, waar ze van alles doet, behalve serieus leren. Met haar vriendin Thaïs probeert ze de lesbische liefde uit, ze gebruiken drugs, reizen naar een klein plaatsje aan de oceaan waar de hippe incrowd van Brazilië komt en zuipen en feesten hele nachten door.

Zo komen vele kanten aan bod van Brazilië: vergeten stadjes die ooit een glorietijd hadden gekend, de harde natuur van het ondoordringbare oerwoud waar doorheen de Amazone zich slingert en waar nog onontdekte indianenstammen en archeologische schatten te vinden zijn. Het uitbundige uitgaansleven van de jongeren die drugs en drank gebruiken, maar ook het barre leven in de favela’s waar niemand zijn leven zeker is, een plaatsje vol straatarme vissers waar de jeugd uit hun dak gaat, een plaatselijke bestuurder die met speculatie zijn eigen zakken probeert te vullen, een gevaarlijke bende cocaïne-smokkelaars, een oude Duitse nazi die is ondergedoken in het immense Brazilië, het geloof in en de rituelen rond oude, primitieve goden, carnavaleske processies, al deze aspecten van het grote land Brazilië spelen een rol in het verhaal.

Terwijl de familieleden van Eléazard langzaam hun ondergang tegemoet gaan, volgen we vooral Athanasius Kircher, die vanuit Duitsland vlucht en uiteindelijk in Rome terechtkomt, waar hij een pestepidemie overleeft en waar hij uitblinkt in uitvindingen en theorieën.

Waar de tijgers thuis zijn is een opmerkelijk boek, gezien de verschillende verhaallijnen en de combinatie van modern Brazilië met de Renaissancetijd in Europa. De lotgevallen van Kircher zou je een schelmenroman kunnen noemen – zijn bizarre uitvindingen en soms ongelooflijke avonturen komen maar al te vaak als verzonnen over – terwijl de verhalen spelend in Brazilië, waarin zoveel serieuze, hedendaagse problemen aan de kaak worden gesteld, daar lijnrecht tegenover staan.

Kircher zou je overmoedig kunnen noemen: hij wist over elk onderwerp iets en voor alles bedacht hij een oplossing. Wetenschappelijk sloeg hij echter vaak de plank mis, een reden dat hij voor vele mensen een onbekende is. Maar ook Elaine en Moéma zijn overmoedig: Elaine in haar geloof een belangrijke bijdrage aan de wetenschap te kunnen leveren, Moéma in haar volharding haar ouders te negeren en zoals een echte tiener, doen wat haar ouders haar niet graag zouden zien doen. Ook kolonel José Moreira da Rocha heeft een rotsvast vertrouwen in het slagen van zijn snode plan. Eléazard is de enige die geen hoogmoed heeft, maar juist het tegenovergestelde: geen ballen om vooruit te komen. Hij herkent niets in de dadendrang van Kircher, is te voorzichtig met Loredana en doet niets om zijn vrouw terug te krijgen. Zijn hoogmoed kan dus niet ten val komen, maar zijn geliefden zullen nooit meer terugkeren.

In de favela de Pirambú in Fortaleza leeft Nelson, een jongen die gedoemd is als een krab zich voort te bewegen, omdat bij zijn geboorte zijn bovenbenen als stompjes met elkaar waren vergroeid. Hij is de engel in het verhaal, zowel een reddende engel, als een wrakende engel.

Goethe schreef dat niemand ongestraft onder de palmen kan wandelen: een mens verandert in een land waar olifanten en tijgers wonen. Ook de lezer kan niet ongestraft dit boek lezen over het land waar de tijgers thuis zijn: je zou het meteen een tweede keer willen lezen omdat het zoveel uitspraken en ideeën bevat waarover nagedacht kan worden en zoveel indringende eindbeelden, waarover kan worden gemijmerd. De geschiedenis over Kircher verrijkt je historisch kennis en Brazilië, ach Brazilië, ik weet zeker dat er in dit grote, wilde land niet alleen maar tijgers wonen. Waar de tijgers thuis zijn is een fascinerend leesavontuur.

Jean-Marie Blas de Roblès – Waar de tijgers thuis zijn (Là oú les tigres sont chez eux, vert. Karina van Santen, Martine Vosmaer, Martine Woudt), Ailantus 2010

Leeslinks
Over het oerwoud in Brazilië:
David Grann – De verloren stad Z
Redmond O’Hanlon – Tussen de Orinoco en Amazone
Isabel Allende – De stad van de wilde goden
Over de geschiedenis van Brazilië:
João Ubaldo Ribeiro – Brazilië, Brazilië
Geestelijken en wetenschap:
Umberto Eco – In de naam van de roos