Ilja Strogoff – Macho’s huilen niet

De zoveelste Russische Wodkaroman

Russische roman over drank en liefde.

Als Rus zou ik een beetje moedeloos worden van dit land waaruit enkel wodka en andere drankbacchanalen lijken te sijpelen. Geweld, drank en hoeren, moedertje Rusland lijkt hopeloos verloren. Gelukkig was er een Nederlander, Pieter Waterdrinker, die het Moskouse leven goed kende en die met zijn boek Een Hollandse romance hier een klein beetje afwisseling in bracht. Behalve wodka, vrouwen en superdisco’s zijn er nog andere dingen die een mens van Moskou of Rusland kan laten houden.

Want de jonge generatie Russische schrijvers lukt het maar niet hun land te promoten als zijnde een land waarvan je kunt houden. Of je moet zo verzot zijn op wodka dat je zonder deze nationale drank niet kunt leven. Dan is er inderdaad maar één land waar je kunt wonen.

De Russisch literair agente Galina Dursthoff beweert dat de Russische jonge mensen rond de dertig die op hun 15de de Perestrojka meemaakten, 20 jaar waren toen Jelzin Gorbatsjov van zijn troon werd gestoten en 25 toen de oorlog tegen Tsjetsjenië begon, zoveel hebben meegemaakt dat er een interessante nieuwe generatie uit ontstaan is. Mijn idee is eerder dat juist deze generatie de hele Russische geschiedenis wil vergeten en niets anders doet dan zuipen en snel geld verdienen om het later te spenderen in het flitsende nachtleven vol hoeren en alcohol. Een verloren generatie.

Mensen die iets meer van de Russische geschiedenis hebben meegemaakt of geleerd, zoals de schrijver Andreï Makine, schrijven pas echt literatuur die ontstaan is uit het trieste leven van Rusland. Deze auteur kan zonder schaamte in één adem genoemd worden met de grote namen uit de Russische literatuur.

Nu wordt Ilja Strogoff, een nieuw aangekomen telg uit de generatie moderne Russische schrijvers ook niet vergeleken met Dostojevski of Tolstoj, maar door de uitgeverij met wel een andere legendarische naam: Charles Bukowksi. Als Bukowski een Russische auteur was geweest zou je hem kunnen betitelen als de vader van de Wodkaliteratuur. Hij was echter Amerikaan en dronk dus vaker whisky. Bukowski dankte zijn succes mede aan het feit dat hij als een van de eerste auteurs onbeschaamd en uitgebreid drinkgelagen en seksuele daden in zijn boeken beschreef. Na de Amerikaanse Beatgeneratie die daar al voorzichtig een aanzet toe had gegeven, was Bukowski de top met zijn bladzijdes waar de flessen drank vanaf spoelden. Maar Bukowski had meer in huis. Niet alleen een cynische humor die vaak bij de Russen ontbreekt, ook had hij een poëtisch taalgebruik dat hem tot een zeer invloedrijke cult-schrijver maakte.

Ilja Strogonoff mag dan deel uitmaken van de nieuwe Wodkaschrijvers, erg origineel is zijn boek niet en het blinkt ook al niet uit in lyrisch taalgebruik. Verblind door de drank lijkt het of er geen andere onderwerpen zijn die de Wodkaschrijvers kunnen boeien, alsof ze niet uit een land komen met een van de rijkste en meest tot de verbeelding sprekende geschiedenissen. Die geschiedenis waar Chinese auteurs niet over uitgeschreven raken, wordt door hun Russische collega’s en masse genegeerd.

Maar één ding moet je Ilja Strogoff toch meegeven: waar je op het eerste gezicht alleen maar verhalen over drankgelagen denkt aan te treffen, voel je op een gegeven moment toch een dunne liefdeslijn te voorschijn komen in het tweede deel. De relatie met ‘het meisje’ zoals de vriendin van de ik-persoon in het boek steevast wordt genoemd, vormt duidelijk een opeenvolgende geschiedenis die een belangrijk punt in het leven van de ik-persoon vormt. En daarmee krijg je toch wel een iets rijker verhaal voorgeschoteld dan alleen over die eeuwige drinkpartijen. De ik-persoon komt iets dichter bij je te staan.

Het derde deel vormt de anti-climax. Niet op de toch wel teergevoelige liefde, maar op het drankgebruik. Bekeert de schrijver/ik-persoon zich in Maleisië tot koffie, thee en fris en wordt hij boeddhist, of vervalt hij weer tot het Russische dranksyndroom van alles verzuipen.

U ziet het. Naast de romantiek weet deze auteur er ook nog een sprankje spanning in te brengen. Zijn hoofdpersoon is een ruwe bolster met blanke pit. Ilja Strogoff weet hiermee een aantal streepjes meer te behalen in mijn achting voor de Wodkaschrijvers. Als hij de alcoholnevel nou eens iets liet oplossen en zich meer zou verdiepen in wat er naast de kroeg leeft, dan kan er misschien best nog een goed boek uit voortkomen.

Ilja Strogoff – Macho’s huilen niet (Matsjo ne platsjoet, vert. Arie van der Ent), Vassallucci, 2004

Leestips
Van andere Wodkaschrijvers:
Sergei Bolmat – Klik
Sana Valiulina – Het Kruis
Wladimir Kaminer – Soldatenrock
Een Poolse variant:
Dorota Maslowska – Sneeuwwit en Russisch rood
In de geest van een Wodkaschrijver:
Gary Shteyngart – Handboek voor de Russische debutante
Een Nederlandse liefde voor Rusland:
Pieter Waterdrinker – Tjaikovskistraat 40
Een Ierse Drinker aan het woord:
Irvine Welsh – Lijm
Van een Rumdrinker uit Cuba:
Pedro Juan Gutiérrez – Dirty Havana
De Vader van de Drankliteratuur:
Charles Bukowski – Pulp
Hoe het zonder wodka ook kan:
Vladimir Sorokin – IJs
Andreï Makine – Requiem voor Rusland