Dag opa!
Amerikaans bloedstollend jachtverhaal.
De Amerikaanse schrijver David Vann komt uit een familie waar geweld een leidraad is door haar geschiedenis: een aantal zelfmoorden en een moord. Ook van diverse huwelijken bleef niet veel over. Geen wonder dat we al deze misère terugvinden in Vann’s boeken. Het is zijn manier om deze drama’s te verwerken.
David Vann verwierf zijn eerste literaire succes met Legende van een zelfmoord (2008; niet gelezen), een semi-autobiografische verhalenbundel, waarin de zelfmoord van zijn vader (aan de telefoon met zijn moeder), het hoogtepunt was. Het boek won diverse prijzen, zoals de Franse Prix Medicis Etranger.
Goat Mountain kwam vijf jaar later uit en is nog steeds vergeven van bloed en geweld. Het is een aangrijpend verhaal, waarbij je je afvraagt over wat voor een hardvochtige familie het gaat. Vann beschrijft op genadeloze manier een 11-jarig jongetje dat op jacht gaat met zijn vader, opa en familievriend Tom. Het jongetje is ook de verteller, maar slechts zelden gedraagt hij zich naar zijn jonge leeftijd: hij staat te popelen om zijn eerste hert te schieten, na jaren oefenen met het geweer.
Het jachtgezelschap is op weg naar een familieterrein ergens hoog in de Californische bergen, waar ze een aantal dagen zullen een kamp zullen opslaan. Het jongetje staat overenthousiast te popelen in de op en neer stuitende laadbak van de truck en als een volleerde kenner voorziet hij het voorbijkomende landschap van de kansen op wild. Wanneer ze bij het terrein aankomen, zien ze een stroper, ergens hoog op een rots zitten. De geweren worden in stelling gebracht om door het vizier de man beter in beeld te krijgen. Ook de kleine jager mag het geweer vasthouden om te kijken, maar in zijn enthousiasme om te doden, duwt hij de trekker omlaag.
De eerste tragedie is een feit en direct valt het gezelschap, dat elkaar al zo lang kent, uit elkaar. De vader is kwaad, maar weet niet wat te doen. Opa wil zijn kleinzoon hardhandig een lesje leren en Tom verklaart de familie voor gek en wil eigenlijk niets meer met ze te maken hebben: hun zoontje is een gevaar voor de maatschappij.
Zoontje zelf wordt een beetje stil van al deze commotie. Hij begrijpt het verschil niet tussen het doden van een hert of een stroper. De man was in overtreding tenslotte. Tot zijn vreugde wordt besloten om de jachtpartij niet af te breken. De dode wordt opgehaald en in het kamp aan de voeten opgehangen, zoals de geschoten herten worden opgehangen om af te sterven. De spanning is echter niet weggevallen en korte, maar heftige ruzies tekenen de dagen. Het zoontje blijft op afstand van de volwassenen, vooral van zijn opa, die uit is op een zware straf.
Vier jagers in de ruige bergen, waar steenlawines de wegen haast onbegaanbaar maken, de truck herhaaldelijk in gevaar is, zijn bestuurder in nog gevaarlijker stemming om door te rijden. Steile hellingen, gemene begroeiing of lieflijke bergweides. Het is te zien dat ook dit verhaal deels autobiografisch is en David Vann zelf ook ooit een jager was. Hoe afschuwelijk de gebeurtenissen ook zijn, de hele omgeving wordt zo beeldrijk beschreven, dat je de jeuk van de gifsumak voelt, de stekelige struiken die soms het pad versperren je prikken, je de boomstronken vastgrijpt wanneer je naar beneden dreigt te glijden, je de richels en bergtoppen haast kunt ontwaren in de verte en je zou willen dat je ooit een suikerden kon zien.
Maar het meest dramatische en zo sterk beschreven stuk van het verhaal is wanneer de jonge jager zijn eerste hert schiet. Hier komt het kind eindelijk naar buiten en neemt het verhaal bijna weer een menselijke dimensie aan: ‘Door te doden pakte ik alles af. En wat ik vernielde kon nooit meer heel worden. Dat wist ik, en ik greep naar mijn mes.’
Goat Mountain is een hartverscheurend goed verhaal, dat in de verte doet denken aan de Australische bestseller Aangeschoten van Kenneth Cook, wat over een totaal uit de hand gelopen jachtpartij gaat. Tegelijkertijd ademt het de sfeer uit die de boeken van Cormac McCarthy tekenen: inktzwarte verhalen in meedogenloze landschappen, die toch een natuurlijke schoonheid uitstralen. In Vann’s volgende boek gaat het er iets minder gewelddadig aan toe: Aquarium, ook al blijft het een heftig familieverhaal. In het daarop volgende boek, Klare Lucht Zwart, heeft Vann een ware uitdaging gevonden: het geweld dat zijn familie zo tekent, verwerken in een Griekse mythe. Het is een prachtige hervertelling over de genadeloze liefde van Medea voor Jason.
De Olympische goden waren geen lieverdjes. Gedreven door liefde, jaloersheid en trouw, waren ook zij tot de ergste gruwelijkheden in staat. Het jachtgezelschap op Goat Mountain gedroeg zich als een wraakzuchtige god, die het zelfs niet schuwde om een kind aan geweld bloot te stellen. We mogen Vann’s familie dankbaar zijn dat ze in ieder geval één telg uit haar midden heeft geïnspireerd tot zulke krachtige verhalen.
David Vann – Goat Mountain (Goat Mountain, vert. Thijs van Nimwegen), De Bezige Bij 2013
Leeslinks:
Van dezelfde auteur:
Heilbot op de maan
Caribou Island
Aquarium
Klare Lucht Zwart
Over een andere, uit de hand gelopen jachtpartij:
Kenneth Cook – Aangeschoten
Nog een heftig jachtverhaal:
Cynan Jones – De burcht
Bloedmooi, maar o zo zwarte verhalen:
Cormac McCarthy – De grenstrilogie
Over een andere tragische familie:
Smith Henderson – Montana