César Aira – De haas

Literair snoepgoed

Over een Engelse natuurvorser die al reizende door de Argentijnse pampa’s avonturen beleeft met indianenstammen.

In 1975 kwam Haas uit, een komische avonturenroman van de Finse schrijver Arto Paasinlinna (1942 – 2018). Zijn boeken, die de spot drijven met de maatschappij, bevatten absurde situaties. Dit jaar kwam er weer een Haas uit (De haas), ditmaal de Nederlandse vertaling van een boek van de Argentijnse schrijver César Aira (1949), zeg maar de zuidelijke evenknie van Paasinlinna.

Ook César Aira excelleert in avonturen vertellen en absurdisme. Wanneer je in een van zijn boeken begint, heb je geen idee waar de pagina’s je heen zullen brengen. Net zoals misschien de schrijver zelf, die zegt een beginscène te bedenken, waarna hij één pagina per dag schrijft, zonder ooit zijn voorgaande zinnen te veranderen, ook al lijken sommige stukken onlogisch. Uiteindelijk probeert de schrijver er een draai aan te geven en komt alles toch nog goed.

Avonturen met de indianen

De Argentijnse Haas gaat over een Engelse natuuronderzoeker, Clarke, die de geruchten achterna wilt over een heel speciaal dier dat ergens door de Argentijnse pampa moet huppelen: de Legibreriaanse haas. We zijn midden negentiende eeuw en we beginnen met het wakker worden van dictator Rosas die Clarke op audiëntie ontvangt. Later zal de dictator zijn kunsten op zijn paard Repetido aan de Engelsman vertonen. Clarke krijgt dit rijdier mee op zijn zoektocht. En vertrekt naast cowboy Gauna, die hem als gids vergezelt. Ook neemt hij Carlos Álzaga Prior mee, een jonge leerling-aquarellist, die van zijn ouders wat van de wereld moet zien.

Zo beginnen de avonturen van dit trio, gekenmerkt door ontmoetingen met verschillende indianenstammen, de een met nog vreemdere gebruiken dan de andere. Bijna zagen ze de haas, die volgens de indianen ook kan vliegen. Dit zeldzame dier verdwijnt echter al snel naar de achtergrond, wanneer er dringender zaken achterna moeten worden gejaagd, zoals het verdwenen opperhoofd Calfucurá, het vriendinnetje van Carlos die de benen heeft genomen en de mysterieuze weduwe Rondeau, die zomaar eens de zus van Gauna zou kunnen zijn.

Een stripverhaal zonder plaatjes

César Aira is vertaler, schrijver en literair criticus en hij viel al vroeg voor de avant-garde en het surrealisme. Hij heeft een indrukwekkende lijst met gepubliceerde boeken, waarvan Haas uit 1991 een van de bekendere is. In 2015 stond César Aira op de lijst van finalisten voor de Man Booker Prize.

Wanneer je argeloos aan een boek begint van deze Argentijnse schrijver zonder dat je hem kent, zul je je al snel verwonderen over vreemde situaties die steeds gekker worden en over gesprekken, die bij vlagen absurd klinken. De wereld waarin Aira je meetrekt krijgt steeds onrealistischer vormen, maar toch blijft die wereld heel gewoon omdat ook de karakters nergens van onder de indruk of verbaasd over zijn en vrolijk meedoen met de maskerade. César Aira’s verhalen vol droge humor lezen als een stripverhaal zonder plaatjes. Pas wanneer je weet dat dit de typische stijl is van César Aira, kun je zijn werk nog beter omarmen en ervan genieten. Want dat is wat zijn boeken zijn: heerlijk literair snoepgoed.

César Aira – De haas (La liebre, vert. Adri Boon), Koppernik 2023)

Leestips
Die andere ‘Haas’:
Arto Paasinlinna – Haas
Nog meer absurdisme van Paasinlinna:
Helse eendjes
De gifkokkin
Surrealisme uit Oost-Europa:
Mircea Cărtărescu – Solenoïde
László Krasznahorkai – De melancholie van het verzet
Een stoere roman met een vleugje Zuid-Amerikaans magisch realisme:
Ana Paula Maia – De ziel in het bloed