Wie en waarom?
Amerikaanse roman over een Victoriaans gezin en hun spoken.
Er zijn weinig romans die de lezer na het uitlezen van het verhaal laat zitten met zoveel vragen. De Amerikaanse schrijver Arthur Phillips blijft gefascineerd door de vraag ‘waar of niet waar’. In zijn debuutroman over Amerikaanse expats in Boedapest introduceert hij het spelletje ‘Eerlijkheid’. Hierin moeten de deelnemers vijf waarheden debiteren, waarvan er eentje niet waar is, die geraden moet worden. Het spelletje is slechts een kleine noot in het verhaal.
In zijn volgende roman De egyptoloog is de vraag voor de lezer over wat waar is of niet veel groter geworden. Daar volgen we de Amerikaanse schatgraver Ralph Trilipush die in Egypte het graf zoekt van de dichtende koning Atum-Hadu. Trilipush heeft echter een lang verleden, dat wordt uitgeplozen door privé-detective Harold Ferrell, die twee moorden in Egypte onderzoekt. Het is aan de lezer om uit te maken wie Trilipush eigenlijk was.
En nu is er de derde roman van Arthur Phillips. De setting is wederom een wereld van verschil met zijn vorige verhalen. Deze keer neemt Phillips ons mee naar hartje Victoriaanse tijd, in Londen. Daar woont Constance, ooit een meisje dat werkte in een boekhandel, maar nu is getrouwd met Joseph Barton, een wetenschapper. Ze heeft een groot huis dat ze heeft kunnen volproppen met alles wat ze maar wilde. Maar is ze gelukkig? Blijkbaar niet. De gezondheid van haar vierjarig dochtertje Angelica baart haar zoveel zorgen dat ze al die jaren haar kind aan haar bed heeft gehouden, in de nachten dat het kind al lang in de kinderkamer had moeten slapen.
Het verhaal vangt aan met het decreet van Joseph dat Angelica eindelijk naar haar eigen kinderkamer moet verhuizen. Volgens de Victoriaanse regels kan Constance zich niet verzetten, tenslotte is Joseph de heer en meester van het huis. Maar ze verzet zich op haar manier, want zodra Angelica – die er zelf overigens geen problemen mee heeft eindelijk alleen te kunnen slapen – is verhuist, begint Constance vreemde dingen te zien, te horen en te ruiken. Zodat ze nu elke nacht in de kinderkamer doorbrengt, tot frustratie van haar man, die graag een vrouw in zijn bed wil zien.
Constance raakt er steeds vaster van overtuigd dat er spoken rondwaren in het huis die het voorzien hebben op Angelica. Wanneer ze Anne Montague ontmoet, een expert in het geesten verdrijven, begint ze ook te vermoeden dat haar man er de hand in heeft.
Spookt het nu wel of niet in het huis? Deze vraag wordt min of meer beantwoord wanneer in het volgende deel van het verhaal Anne Montague aan het woord komt over de gebeurtenissen. Als uitgerangeerde actrice probeert ze nu de dames van goede huizen te helpen met haar spiritistische gaven.
In het volgende deel moeten we ons de vraag stellen in hoeverre Joseph zo’n bullebak van een man was. Want dan komt hij zelf aan het woord met zijn versie over de gebeurtenissen. Houdt hij zijn zonden voor zich? Is het niet waar dat hij zijn dochtertje ’s nachts bezoekt met snode plannen? In hoeverre eist hij van Constance dat zij haar taak als echtgenote vervult?
Tenslotte krijgen we ook nog Angelica aan het woord, die verklaart dat ze veel te jong was om alle gebeurtenissen in de juiste perspectieven te zien. Aan wie verklaart ze dit alles en waarom?
En zo is Angelica een roman geworden, waar Arthur Phillips zich fantastisch in heeft kunnen uitleven op het verdoezelen van de waarheid. Want die is er eenvoudig gezegd niet. De gebeurtenissen worden door ieder persoon anders gezien en geïnterpreteerd, zodat er voor de lezer niets anders op zit dan de persoon te geloven die hem het beste ligt.
Net als bij De Egyptoloog is het verhaal geniaal in elkaar gezet. En zelfs de laatste pagina’s geven een behoorlijke draai aan het perspectief. Arthur Phillips heeft zo zijn best gedaan om de Victoriaanse tijd tot leven te brengen in vooral de dialogen, dat dit er soms wel dik bovenop ligt. Maar dat is hem vergeven, want Angelica is een spannend psychologisch verhaal geworden, waar alleen maar één ding aan mankeert: hoe en waarom is Joseph Barton verdwenen?
Arthur Phillips – Angelica (Angelica, vert. Servaas Goddijn), De Geus, 2007
Leestips
Van dezelfde schrijver:
De egyptoloog
Praag
Moderne schrijvers en Victoriaanse romans:
John Griesemer – Signaal en ruis
Susanna Clarke – Jonathan Strange & Mr. Norrell
Wesley Stace – Versleuteld verleden
Michel Faber – Lelieblank, Scharlakenrood
Sarah Waters – Affiniteit