Arthur Japin – Vaslav

Ik heb de koning van het dansen bediend

Boeiende roman over het leven van de beroemde danser Vaslav Nijinski.

Op 29 mei 1913 ging in het Theater van de Champs Elyssées te Parijs de balletvoorstelling in première van Le sacré du printemps. De muziek was van Igor Stravinsky, het dansgezelschap Les Ballets Russe en de choreografie van de wereldberoemde balletdanser Vaslav Nijinski. Het publiek was gewend aan somptueuze decors en lieflijke danspassen. Nijinski bracht het echter anders: een sober decor en heftige danspassen. Deze avant-gardistische aanpak bracht een deel van het publiek in oproer, zo erg zelfs dat de politie er aan te pas moest komen.

Nijinski leefde in een tijd waarin de kunst vernieuwingen doormaakte. Hij werkte samen met spraakmakende kunstenaars zoals Picasso en componisten zoals Claude Debussy en Igor Stravinski. De relatie die hem echter tot grote hoogte bracht, was die met Serge Diaghilev, een kunstliefhebber uit Rusland die het balletgezelschap Les Ballets Russe creëerde, het naar West-Europa bracht en Nijinski tot een wereldster maakte. Hun relatie ging echter veel verder dan werken, ze hadden ook een verhouding samen. Toen Nijinsky op de boot naar Zuid-Amerika de Hongaarse gravin Romola Pulsky ontmoette en haar weken later trouwde in Rio de Janeiro, werden alle relaties tussen Diaghilev en Nijinski verbroken.

Na een moeilijke periode waarin hij alleen in zijn werk stond, stopte Nijinski abrupt met zijn danscarrière. De wereld was geschokt dat zo’n goede danser zijn kunsten niet meer aan het publiek wilde tonen.

Over de dag dat Nijinski stopte met dansen, gaat het boek Vaslav van Arthur Japin. Na zijn laatste boek, De overgave, dat in alle opzichten niet echt boeiend was, is Japin weer terug bij het thema dat hem het beste ligt: de liefde.

De dag dat Nijinski stopte met dansen wordt beschreven vanuit drie personages: Peter, de Zwitserse bediende van het huis bij Sankt Moritz waar de familie Nijinski toen woonde, Serge Diaghilev en zijn vrouw Romola. Alledrie houden ze op eigen wijze van Nijinski.

De bediende Peter, die nog niets van de wereld heeft gezien, zijn eigen dal zelfs niet is uit geweest, leert de vreemde man – die Vaslav in zijn ogen was – steeds meer waarderen. Peter heeft een verhouding met zijn jeugdvriendin, een dienstmeisje in het huishouden van de Nijinski’s, en heeft van huis uit geleerd dat je tevreden moet zijn met wat je hebt. Ook zijn vriendin deelt deze mening en waarschuwt Peter meerdere malen dat hij zich geen muizenissen in het hoofd moet halen, wanneer ze ziet dat Peter’s verhouding met Vaslav steeds intenser wordt. Maar Peter, die toen hij klein was ook voor Friedrich Nietsche heeft mogen werken, wordt steeds nieuwsgieriger naar de wereld buiten de Zwitserse Alpen. Hoewel hij niets van het dansen van Vaslav begrijpt, leert hij wel een heleboel levenslessen.

Serge Diaghilev haalde zijn genoegens uit de kunsten. Hij was als een muze voor de danswereld en was dan ook apetrots op zijn ontdekking Vaslav, die met zijn springkunst en eigengereide danspassen wereldfurore maakte. Hij vertelt over het verleden van Vaslav. Hij hield van dit paradepaardje, ook als minnaar. Des te groter was zijn toorn toen hij er achter kwam dat een vrouw zijn liefde had gekaapt. Hij weigerde enig contact en pas jaren later, toen het met Vaslav niet goed ging, besloot hij een poging te doen Vaslav terug te winnen voor zijn dansgezelschap. In een confrontatie met Vaslav’s vrouw Romola blijkt dat ze beiden van Vaslav houden en het beste met hem voor hebben.

Romola komt daarna aan het woord. Haar verhaal gaat over de gebeurtenissen die plaatsvinden nadat Vaslav gestopt is met dansen, en nadat een psychiater hem schizofreen verklaarde. Ze probeerde hem uit diverse psychiatrische inrichtingen te houden, sleepte hem de oorlog door en probeerde nieuwe geneeswijzen uit. Hoeveel ze ook van hem hield, ze kreeg hem niet meer aan het dansen.

In het vierde deel komt Peter weer aan het woord. Hij maakt het verhaal af: de laatste dansvoorstelling, de poging van Diaghilev Vaslav weer terug te krijgen en de wanhoop van Romola.

Arthur Japin weet op geniale manier de lezer te betrekken bij het wel en wee van deze beroemde danser, door hem te beschrijven in zijn intiemste momenten: op de dag van zijn laatste uitvoering, thuis, bij zijn vrouw en kind én bediende. Net als in Een schitterend gebrek legt hij zoveel passie in het verhaal dat je niet anders kunt dan houden van al zijn personages: de onzekere bediende die dankzij Vaslav een totaal onbekende wereld betreedt, een man die zijn lelijkheid compenseert met belangrijk worden, een vrouw die weet wat ze wilt, maar de prijs voor haar onvoorwaardelijke liefde moet betalen. En tenslotte deze geweldige danser, door iedereen geroemd, maar die zijn eigen strijd in zijn binnenste moest strijden en ten onder ging aan zijn eigen creativiteit. Vaslav is een meeslepend boek, een nieuw hoogtepunt in de schrijverscarrière van Arthur Japin.

Arthur Japin – Vaslav, De Arbeiderspers, 2010

Leestips
Van dezelfde schrijver:
De zwarte met het witte hart
De droom van de leeuw
De grote wereld
Een schitterend gebrek
De overgave
Kolja
Romans over historische personen:
Dennis Bock – De dochter van de communist
André Brink – De bidsprinkhaan
Anne Enright – Het genoegen van Eliza Lynch
Aleksander Hemon – De dagen van Lazarus
Zoë Heller – Kroniek van een schandaal
Alon Hilu – De dood van een monnik
Wayne Johnston – Kolonie van onvervulde dromen
José Saramago – De tocht van de olifant
Alan Spence – De drijvende wereld
Lisa St. Aubin de Téran – Otto
Monique Truong – Het boek van zout
Mario Vargas Llosa – Het feest van de bok