Andrew O’Hagan – Onze vaders

Torenflats in Schotland

Roman over Schotse stedenbouwer.

Jamie is de kleinzoon van Hugh Bawn, een belangrijke socialist die tijdens zijn tijd veel deed voor de sociale woningbouw: hij bouwde torenflats. Jamies vader, Hughs zoon, is een zware alcoholist en een klootzak, die niets anders in zijn leven lijkt te bereiken dan zuipen, schreeuwen en slaan. Jamies moeder lijkt dat allemaal maar te accepteren.

Jamie is inmiddels zelf in de bouw werkzaam, alleen op een hele andere manier dan zijn beroemde opa. Als Hugh Bawn op sterven ligt, gaat Jamie naar hem toe. Op de 18de verdieping van een afbladderende wolkenkrabber, eens een van de grote gebouwen waar zijn opa zo trots op was, beziet Jamie zijn leven, het leven van zijn opa en ook een beetje het leven van zijn ouders.

Prachtig geschreven, bijna poëtisch boek. Nog groter is de verrassing als we niet alleen over die prachtige robuuste Schotse natuur krijgen te horen: dit boek gaat over bouwen, over torenflats. Een van de gebouwen die je beslist niet voor ogen hebt als je aan Schotland denkt. Tussen torenflats en nieuwbouwbuurten, daar speelt het boek zich af. De volgende verrassing is hoe O’Hagan met het alcoholisme omgaat. Geen van zelfmedelijden druipende woorden, maar met harde taal wordt zijn vader en de verder zuipende natie van Schotland betiteld, maar ook liefde schuilt er in zijn woorden.

Geen van tranen doorwrocht boek zoals de Ierse schrijver Frank McCourt ons voorschotelt in De as van mijn moeder, maar een liefdevol schrijven over mensen die een moeilijk leven achter de rug hebben.

Met zijn schrijfwijze van korte zinnen weet Andrew O’Hagan ons het leven te beschrijven van drie generaties mannen van Bawn: tussen het troosteloze Schotland van nieuwbouwwijken, afbraakbuurten, regen en modder, wordt er net zoveel gebouwd als er wordt afgebroken. Een verhaal van strijd en van verval. Maar ook van mensen die idealen hadden, zoals Jamies opa Hugh en Hughs moeder Famie. Geen uitzichtsloze levens, maar een leven waarin gestreden wordt voor een stukje geluk. Een stukje sociale geschiedenis die dan weer wordt toegejuichd, en dan weer wordt verraden.

Maar misschien is het mooiste van het boek niet het verhaal maar de prachtige schrijfstijl die deze Schotse schrijver er op na houdt. Hij schrijft voor de Guardian en na de publicatie van de korte verhalenbundel Missing, verscheen zijn eerste roman.

Andrew O’Hagan – Onze vaders, (Our Fathers, vert. K. Rutten), De Geus, 2000

Leestips:
Van dezelfde schrijver:
Het idool
Sociale streekroman uit Wales:
Caradog Prichard – In de maneschijn
Over het Ierse arme leven:
Jamie O’Neill – In zee, twee jongens
Frank McCourt – De as van mijn moeder
Barry Hines – Kes
Boeken over Schotland of zijn geschiedenis:
Alister MacLeod – Geen groot verlies
Iain Banks – Het kraaienpad