Terug naar Zanzibar
Tanzaniaans/Engelse roman over twee vluchtelingen en hun gemeenschappelijke verleden.
Zanzibar bestaat uit twee eilanden (Zanzibar en Pemba) die tegenover de oost-kust van Afrika liggen. Nadat de Portugezen het in 1503 ontdekten viel het even onder het Arabisch sultanaat Oman, maakte het deel uit van Duitse en Engelse koloniën en behoort het tegenwoordig tot de Afrikaanse staat Tanzania. Het heeft een bewogen geschiedenis waaraan veel oorlogen te pas kwamen. Zo spelen kolonisten en hun oorlogen een rol in Gurnah’s succesvolle boek Hiernamaals, waarin twee Afrikaanse jongens kozen voor het leger. In de andere in het Nederlands vertaalde roman van Gurnah, Paradijs, zijn het ook de kolonisten die lijnrecht tegenover het traditionele Afrikaanse leven staan.
De handelsman uit Muscat
In de roman Aan zee zijn oorlogen en kolonisten teruggedrongen naar de achtergrond en treedt de geschiedenis van het eiland Zanzibar meer op de voorgrond. Ooit was het een belangrijke plek langs de handelsroute, die van de bekende havenstad Muscat (hoofdstad Oman), via de Perzische Golf en de Indische Oceaan naar de kusten van Afrika leidde. Het is dan ook handelsman Hussein, een Pers uit Bahrein, die een kleine rol met grote gevolgen in het boek speelt. Hij kwam en ging met de winden van de moesson en streek dan voor enkele maanden neer op Zanzibar, waar hij in de jaren ‘60 vriendschap aanknoopte met Saleh Omar, een lokale koopman die luxe artikelen, waaronder meubels, verkocht aan rijke kolonisten (Engelsen en Duitsers) en de welgestelde lokalen. De handelsman maakt ook kennis met de familie van Latif Mahmud, bij wie hij voor enkele maanden een kamer betrok. Totdat de winden keerden en hij op een dag weer vertrok.
Duizend-en-één-nacht-verhalen
Aan zee begint echter in Engeland, waar Saleh onder een valse identiteit asiel aanvraagt. Er was hem verteld dat hij bij aankomst beter geen Engels kon praten, zodat er een tolk voor hem moest komen. Die ook van het eiland kwam en voor Saleh geen onbekende is: Latif. Het verleden begint sneller omhoog te borrelen.
Saleh had een mahoniehouten doosje bij zich, met erin een stukje kostbaar en geurig wierook, een belangrijk stukje van zijn verleden om niet te vergeten. Een agent van de vreemdelingendienst neemt deze doos echter in beslag. Maar, alsof het een lamp van Alladin is, klimt de geest toch uit de fles in de vorm van talloze verhalen die je meenemen naar dat mythische eiland van moessonwinden, wierook en specerijen.
Als mannelijke Sherazaden vertellen de heren een soort Duizend-en-één-nacht-verhalen, zodat het voor de lezer duidelijk wordt hoe Latif en Saleh uit het paradijselijke Zanzibar terecht zijn gekomen aan een keukentafel in een appartementje in een klein Engels dorp aan zee. Er valt heel wat te bepraten, ook al is het de vraag of de twee vrienden kunnen worden, zelfs nu ze beide in het koude Engeland wonen waar ze als vreemdeling door het leven gaan.
Mr. Bartleby
Zowel Saleh als Latif hebben hun eigen versie van het verleden. Latif die stukken jonger was en geen idee had wat zijn ouders allemaal uitspookten en maar klakkeloos aannam wat zij en de bevolking beweerden over Saleh. Net zoals Saleh niet wist hoeveel verdriet er in die familie rondging.
Om hun verhalen te vertellen haalt Gurnah heel wat uit de kast. Een beetje geschiedenis van Zanzibar dat laat zien dat het leven op het paradijselijke eiland kan veranderen in een hel. Het vertelt over hoe makkelijk de bevolking zich laat verleiden en bedonderen, hij haalt er zelfs de beroemde Mr. Bartleby bij, de hoofdpersoon in het korte verhaal Bartleby, de schrijver uit 1853 van Herman Melville, die bij elke vraag zijn antwoord “Ik wil dat liever niet doen” paraat had. Schulden, bedrog, onwetendheid en vooral vriendjespolitiek, ze kleuren de verhalen die de heren scherp tegenover elkaar plaatsen, schermend met een verleden dat ze maar van één zijde kennen.
Nobelprijs voor literatuur
Abdulrazak Gurnah kan eindeloos vertellen over zijn geboortestreek Afrika, dat hij op zijn 18de verliet wegens een gewelddadige revolutie tegen de Arabische bevolkingsgroep op Zanzibar, waar hij met zijn Arabische ouders woonde. Hij klopte als vluchteling aan bij Engeland, waar hij het uiteindelijk tot universitaire professor bracht in de Engelse taal en post-koloniale literatuur. Vanaf 1974 werden er in Engeland tien romans, poëziewerk, korte verhalen en geschriften van hem gepubliceerd, met als hoofdthema’s Afrikaanse literatuur, ontheemding, kolonialisme en de invloed op het traditionele Afrikaanse leven en wrede oorlogen. Dankzij zijn bijzondere schrijven over het ‘donkere’ continent, ontheemding en de koloniale inmenging, ontving Abdulrazak Gurnah in 2021 de Nobelprijs voor literatuur, waarna hij ook meer bekendheid in het buitenland kreeg. Een schrijver die Afrika nooit achter zich heeft kunnen laten en dit continent eert met zijn prachtige verhalen.
Abdulrazak Gurnah – Aan zee (By the sea, vert. Lucie Schaap), Meulenhoff 2024
Leestips:
Van dezelfde schrijver:
Hiernamaals
Afrika:
Namwali Serpell – De rook die dondert
Jennifer Nansubuga Makumbi – Kintu
Mohamed Mbougar Sarr – De diepst verborgen herinnering van de mens
Paul Lomami-Tshibamba – Ngando
Chinua Achebe – Termietenheuvels in de Savanna
Een fictief Afrika, maar o zo Afrikaans:
Yambo Ouologuem – De onvermijdelijkheid van geweld.