De siddering van Joseh en Celice
Roman over de dood in de duinen van een zoölogen-echtpaar.
Om 15.50 uur werd in de duinen aan de Baritonbaai het echtpaar Celice en Joseph vermoord. Het echtpaar was na 30 jaar weer teruggekomen naar de plek waar ze elkaar voor de eerste keer liefhadden in een duinpan aan de Baritonbaai waar ze toen diertjes en plantjes liepen te zoeken voor hun zoölogische studie. Toen hadden de duinen gezongen, de bariton galmde over de zandheuvels. Een normaal mens had meteen het gebied verlaten, de bariton van de baai brengt ongeluk, maar Joseph en Celice waren jong, verliefd en onder de indruk van het geluid dat op dat van een overvliegend vliegtuig leek.
Deze keer is er geen bariton die hun dood inluidt, hoewel ze dat waarschijnlijk wel hadden gewild. Er zijn echter wel allerhande diertjes, die de eersten zijn die de stoffelijke overschotten vinden.
Het boek mag op een thriller lijken, de eerste pagina’s openen het verhaal met de stoffelijke resten zoals zoveel thrillers en detectives. Maar al snel neemt het verhaal een andere wending. De stoffelijke resten worden beschreven, alsmede de natuur er omheen. De moordenaar wordt beschreven, stap voor stap wordt minutieus zijn gruwelijke daad uitgebeeld en daarna gaan we terug in de tijd. De tijd van 30 jaar geleden, waarin het echtpaar elkaar leerde kennen tijdens een studiereis naar de Baritonbaai, maar ook wat er vooraf ging aan hun dood, die dag in de duinen van het winderige en uitgestorven natuurgebied.
De schrijver vertelt over een begrafenistraditie, het trillen, waar de rouwenden met stokjes ’trillen’ en ondertussen terug in de tijd gaan van het leven van de overlevenden. Wanneer deze wake is gedaan en men bij het ochtendgloren bij de babytijd van de overledenen is aangekomen, is het tijd voor de daadwerkelijke begrafenis.
Alleen zullen Joseph en Celice niet zo’n begrafenis krijgen. Het zal allereerst zes dagen duren voor de slachtoffers van deze brute moord zullen worden gevonden. Eerst moet Syl, hun dochter, naar hun woonplaats komen om te kijken waar haar ouders zijn gebleven.
Jim Crace weet met een intrigerend schrijven een thriller om te zwenken in een pakkende, soms zelfs schokkende, roman over een vermoord echtpaar. Over de dood, de liefde en de natuur, niet over de daad zelf. Het is niet alleen het echtpaar dat hierin de hoofdrol speelt. Het is ook de natuur die geeft en neemt, een flora en fauna, getijden en weer, die een hoofdrol spelen in dit boeiende relaas.
Het boek speelt zich af in de wereld van de schrijver, het landschap doet herkenbaar aan, maar de Barintonbaai is in geen atlas te vinden. Verder komen ook niet alle zeedieren en gewassen, zoals lissomgras en zeekrekels, in een biologieboek voor. Ook het ritueel van ’trillen’ is onbekend en lijkt door de schrijver zelf te zijn uitgevonden. Jim Crace creëert zijn eigen wereld, hoezeer deze wereld ook op de werkelijkheid lijkt. Zijn fascinatie voor veranderingen is ook in dit boek weer een thema: de verandering van leven in dood, de verandering van een natuurgebied dat opgekocht is om in een bungalowpark te worden veranderd. Een ruïne van een huis dat wordt teruggevorderd door de natuur.
Zijn vorige boek, De kluizenaars, speelde aan de andere kant van de wereld in een bijbels landschap in een ver land. Het verhaal deed af en toe zeer vervreemdend aan. Dit verhaal lijkt zich dichter bij onze deur af te spelen, in de hedendaagse tijd, over heel normale mensen, in een ons vertrouwde natuur. Toch weet Crace door zijn eigen benadering van een gruwelijke dood weer een soort vervreemding te creëren, die mede door zijn prachtige vertelstijl een boek oplevert dat weer vele prijzen waard is. Mooi, soms schokkend, intrigerend.
Jim Crace – Een man, een vrouw en de dood (Being Dead, vert. Regina Willemse), De Geus, 2001
Leestips:
Andere boeken van Jim Crace:
Oogst
De melodie
De provisiekast van de duivel
Kluizenaars
De dood anders bekeken:
Nicolas Michel – De laatste reis van Emilie
Jon McGregor – Reservoir 13
Een onbekende dode op het strand:
Sheila Armstrong – Er schuilt een vreemde in ons