In 1996 schreef John Krakauer een boek over het trieste avontuur van Christopher McCandless, die meende dat hij alleen kon overleven in de wildernis van Alaska. De verfilming in 2007 werd een grote hit en zette meer mensen aan het denken om zich terug te trekken in de natuur: Into the wild (geen bespreking).
De bijbel voor die mensen zou het boek moeten zijn van Henry D. Thoreau, die 2 jaar in een primitieve boshut leefde en hierover zijn bevindingen schreef: Walden & de plicht tot burgerlijke ongehoorzaamheid
Je kunt je nog radicaler uit de maatschappij terugtrekken, zoals een Duits paar, dat zich vestigde op een onbewoond eiland in de Galapagos: John Treherne – Het roestvrijstalen paradijs
Ook de Noorse schrijver Erlend Loe moet even nagedacht hebben over leven in de natuur: hij schreef een bijzonder onderhoudend boekje over een vader die zich terugtrekt in het bos: Doppler.
Het is wel niet het hoofdthema in het boek, maar ook in de Canadese roman van Jocelyn Saucier vertelt over een klein groepje mensen die zich schuil houden in de natuur, op de vlucht voor de maatschappij: Het regende vogels.
Wanneer je leeft van de natuur, zul je ook de paddestoelen moeten kennen. Er zijn maar weinig romans waarin paddestoelen een rol spelen. Maar hier is een luchtig geschreven roman over een paddestoelenverzamelaar: Marie Henderson – Paddestoelen voor Madeleine.