Turks Fruit uit Turkije
Eerlijke Turkse roman over een vrouw die opgroeit in een middenstandsgezin in Istanbul, jaren ‘60.
We staan er misschien niet altijd bij stil dat de jonge Turkse republiek, net een eeuw oud, heel wat woelige tijden heeft beleefd en voor hele bevolkingsgroepen nog altijd geen stabiel leven biedt, gezien hun staatsleider Recep Tayyip Erdoğan niet kan kiezen tussen een dictator à la Poetin zijn of een verlichte despoot.
Bij zo’n staat behoort ook censuur, waardoor Turkse schrijvers niet graag het achterste van hun kritische tong durven te laten zien. Orhan Pamuk is een van die schrijvers, die best wel wat kritiek in zijn romans smokkelt, zeker in zijn laatste roman Nachten van de pest. Hij geniet als Nobelprijswinnaar (2006) dan ook een zekere internationale bescherming.
Istanbul
In Het museum van de onschuld (2008) laat Pamuk proeven van de sfeer in Istanbul tussen 1971 en 1980. Het verschilt niet veel van het Istanbul van de Turkse schrijfster Tezer Özlü (1943 – 1986) uit haar roman De kille nachten van de jeugd, ook al gaat dat ook over een iets vroegere periode. De hoofdpersoon uit Het museum van de onschuld beweegt zich in de rijkere kringen van de stad, terwijl de onbekende vertelster uit De kille nachten van de jeugd juist met mensen uit intellectuele en linkse kringen omgaat. Maar ze hebben ook veel gemeenschappelijk: uitgaan in bars en clubs, bioscopen bezoeken waar buitenlandse films worden gedraaid en beschrijvingen van de levendige straten van Istanbul, waar met regelmaat de militaire macht aanwezig is. Vooral in De kille nachten van de jeugd spelen gevoelens van angst en onveiligheid, veroorzaakt door het strenge regime en regelmatige staatsgrepen.
Het huis
Terwijl Orhan Pamuk in zijn sfeervolle roman Istanbul uitgebreid beschrijft hoe de zo karakteristieke houten woningen in het voormalige Constantinopel stuk voor stuk worden afgebroken om plaats te maken voor moderne appartementsgebouwen, stopt Özlü deze grote veranderingen in de stad tussen de regels, vooral wanneer ze het over haar ouderlijk huis heeft, een benauwd appartement dat steeds meer klem komt te zitten tussen nieuwe buren.
Pamuk is dan ook een soort geschiedenisschrijver, die slechts weinig prijs geeft over zijn innerlijke roerselen. In tegenstelling tot Özlü, die juist door haar openheid al snel het hart van de lezer wint. Ze wilde haar roman geen autobiografie noemen, het is een fictieve hoofdpersoon die vertelt, ook al komen er heel veel aspecten uit haar eigen leven aan bod, zoals het niet kunnen vinden van de liefde (de schrijfster is in haar korte leven driemaal getrouwd) en haar verblijven in psychiatrische inrichtingen toen ze nog maar in de twintig was.
School en de weg erheen
Özlü schopt niet zozeer tegen de politiek, zij heeft vooral last gehad van overdreven burgerlijkheid, zoals die van haar ouders, die geen liefdevol huwelijk hadden en er vooral op stonden dat ze een keurig meisje zou worden, de Turkse staat waardig. Daarom werd ze naar een Duitse nonnenschool (in Istanbul) gestuurd. De alter ego van Özlü ging echter als een gezonde puber op zoek naar haar seksualiteit en later volgde ze haar oudere broer de kroegen in. Weg uit de benauwende woning waar het volkslied moest worden gezongen en er een kaarsje werd gebrand voor de stichter van het land, Kemal Atatürk.
Het concert van Léo Ferré
In het derde deel van het boek is er sprake van een leven in Berlijn. Maar het is ook de beschrijving van jaren in Turkse psychiatrische inrichtingen, waar elektroshocks de hoofdpersoon keer op keer doodservaringen bezorgden en ze niet altijd veilig was voor doktoren en verplegend personeel. Er tussendoor dwaalt ze rond over de paden van de liefde. Terwijl in het vorige hoofdstuk al sprongen in de tijd worden gemaakt, maken hier de zinnen steeds vaker en grotere sprongen en wordt het lezen intenser. Van het ene naar het andere onderwerp, van de kliniek naar een nacht met een vrijer, van het dorp waar ze zo graag kwam, naar de stad.
Terug naar de Middellandse zee
Na alle narigheid eindigt het boek met een ode op Istanbul: de Bosporus die als een rijke levensader door de stad stroomt, de toen nog overeind staande sfeervolle houten villa’s aan het water met ervoor de vissers met hun bedrijvigheid en zonsondergangen die voor een intens kleurenballet zorgden. Het is duidelijk dat Özlü dan haar liefde voor het leven heeft teruggevonden. Hier gaan de passages steeds meer op poëzie lijken, de verbanden tussen de zinnen niet altijd meteen logisch, maar wel inhoudelijk duidelijk.
Grensverleggende literatuur
De kille nachten van de jeugd werd voor het eerst in 1980 gepubliceerd in Turkije. Het boek had hetzelfde effect in Turkije als de publicatie van de roman Turks Fruit van Jan Wolkers in 1969 in Nederland: eerlijk en grensverleggende literatuur. Het zijn beide klassiekers geworden. Daarmee houden echter de vergelijkingen op. Terwijl Turks Fruit staat voor het doorbreken van seksuele taboes, heeft De kille nachten van de jeugd meer dan alleen van de pagina’s spattende seksualiteit. Het is een sombere maar intieme terugblik op het benauwende en ook best beangstigende Turkse leven uit die tijd, zowel politiek als sociaal.
Het boek heeft niets aan kracht verloren sinds het meer dan veertig jaar geleden werd gepubliceerd. Pamuk is een schrijver van forse boeken en gebruikt heel wat pagina’s om zijn liefde voor Istanbul te uiten, terwijl Özlü daar maar een dun boekje voor nodig heeft, haast een novelle. Een intens, behoorlijk emotioneel, mooi geschreven boek dat het hart beroert.
Tezer Özlü – De kille nachten van de jeugd (Çocukluğun Soğuk Geceleri, vertaling en nawoord: Hanneke van der Heijden), Jurgen Maas 2024
Leestips
Istanbul, mon amour:
Orhan Pamuk – Istanbul
Orhan Pamuk – Het museum van de onschuld
Gebroken levens:
Sara Baume – Zevenduizend eiken
Ontsnappen uit een benauwende jeugd:
Ginevra Lamberti – Iedereen slaapt in de vallei
Nicolas Mathieu – De uitzichtlozen
Pirkko Saisio – De Helsinki-trilogie
Onzekerheid:
Sally Rooney – Prachtige wereld, waar ben je
Nog meer zielenroerselen uit Turkije:
Bariṣ Biçakçi – Radeloos als we waren
Over een Turkse in Amerika:
Elif Batuman – De idioot
Psychiatrie in de literatuur:
Gek zijn is niet altijd zo gek