Stratis Myrivilis – De Madonna met de vissenstaart

Pas op voor zeemeerminnen

Griekse roman over een dorpje vol vluchtelingen en een enigmatisch vondelinge.

Een van de meest populaire, toeristische plekken van het Griekse eiland Lesvos is het dorpje Skala Sikaminias. Het haventje met de vele kleurige vissersboten, waarboven een klein wit kerkje op een rots torent, is zó’n pittoresk schouwspel dat in de zomer de cafés rondom de haven geen moeite hebben hun tafeltjes bezet te krijgen.

Voor de Griekse toeristen is er nog een extra reden om het plaatsje te bezoeken: het is het dorp van de zeemeermin Madonna, naar de gelijknamige titel van de bekende roman van de Lesvoriaanse schrijver Stratis Myrivilis. Myrivilis werd in 1890 in het dorpje Sikaminia geboren, waarna hij in Mytilini het gymnasium bezocht en vervolgens in 1912 naar Athene ging om te studeren. Helaas strooide de Balkanoorlog roet in het eten, en Myrivilis meldde zich aan als soldaat. Tien jaren oorlogsherinneringen maakten van hem een pacifist, voordat hij zich terugtrok op zijn eiland om te beginnen met schrijven. Zijn eerste roman ging over Sappho: De lerares met de gouden ogen. Zijn bekendste roman echter stamt uit 1949, een boek dat hij schreef toen hij al geruime tijd in Athene woonde, waar zijn hart nog steeds uitging naar zijn eiland: De Madonna met de vissenstaart (The mermaid Madonna.

Het verhaal begint in 1922, met een kapitein die in het kerkje op de rots van Skala Sikaminias woonde. Toen hij op een dag verdween, bleek hij in het kerkje een muurschildering te hebben achtergelaten van een Madonna met een vissenstaart. De inwoners van Sikaminia deden niet moeilijk en al snel baden ze tot deze zeemeermin Madonna en brandden kaarsjes voor haar. De dag nadat de kapitein was verdwenen, verschenen er boten vol vluchtelingen in de haven van Skala Sikaminias. Over de afgrijselijke dingen die ze hadden meegemaakt in hun geliefde Anatolië, werd met geen woord gerept. De meesten waren visser van beroep en ze eisten dan ook dat de huizen die voor hen werden gebouwd, dichtbij de haven moesten komen. Zo is de bebouwing en bewoning van Skala Sikaminias ontstaan. Ook nog steeds aanwezig is de grote moerbeiboom, waaronder zich het terras van het kafenion van Fortis bevond, de peetvader van de hoofdpersoon Smaragdi. Tegenwoordig heet het restaurant onder de moerbeiboom Skamnia (wat dialect is voor moerbei).

Het verhaal gaat verder met de visser Varoechos die op een dag naar Chora (Mytilini) ging en, toen hij volgezopen in zijn bootje terugroeide naar het dorp, een baby als verstekeling bemerkte. Het meisje met de groene ogen groeide op als een roos in een tuin vol onkruid; de dorpelingen bleven altijd het gevoel houden dat zij niet een van hen was. Permachoela, een oud dametje dat de wijze leeftijd van over de honderd jaren haalde, wist wel waardoor het kwam: Smaragdi was de dochter van een zeemeermin en een visser die ze had weten te verleiden.

Hoe mooi zeemeerminnen ook zijn: wanneer je je door hen laat verleiden, staat dat gelijk met je doodvonnis tekenen. En Permachoela kon het weten, want tijdens een stormnacht hoorde ze zelf een zeemeermin een slaapliedje zingen, en bovendien kende ze genoeg verhalen over vissers die deze mythische zeecreaturen hadden gezien en nooit meer dezelfden waren na zo’n ontmoeting.

In de Griekse mythologie zijn het vooral de Sirenen, half vrouw, half vogel, die zeelui zoals de Griekse held Odysseus met een zoet gezang probeerden te verleiden, waarna ze schipbreuk leden. Maar Odysseus was gewaarschuwd, stopte was in de oren van zijn bemanning en liet zichzelf aan de mast vastbinden om niet toe te geven aan de verleiding van de Sirenen. Een ander verhaal gaat over de Argonauten die de muzikant Orpheus aan boord hadden en hem lieten zingen, zodat de Sirenen niet werden gehoord. Deze creaturen werden later steeds vaker uitgebeeld als een zeemeermin.

Skala Sikaminias is dus het dorpje van de zeemeermin, die in deze moderne tijd met succes de toeristen probeert te lokken. Het is dan ook niet moeilijk om verliefd te worden op dit kleine vissersplaatsje, waar het rustgevende gekabbel van het water tegen de havenmuren en het vrolijke geklingel van de masten van de vissersbootjes je perfect terugvoeren naar het verhaal van Myrivilis over het meisje met de groene ogen en het leven in zo’n oud Grieks vissersplaatsje. Myrivilis beschrijft niet alleen het dorpsleven in die tijd op zeer beeldende manier, maar ook zijn mooie eiland én de Grieken. Waarschijnlijk verschilt het vroegere Griekse leven niet veel van dat van nu, aldus de schoolleraar uit het verhaal van Myrivilis: “Als maar één stukje van Griekenland onomkoopbaar blijft, is dat te danken aan de simpele, niet geschoolde mensen”.

Vanaf het kerkje van de zeemeermin Madonna (de schildering van de kapitein is er trouwens niet meer, als zij al ooit bestaan heeft), kun je dromend over de helderblauwe Egeïsche zee uitkijken. Wanneer je geluk hebt, zie je dolfijnen, maar zeemeerminnen vind je alleen nog in de souvenirwinkeltjes.

Stratis Myrivilis – De Madonna met de vissenstaart (
Η Παναγιά η Γοργόνα, vert. A.A. Janssen), Elsevier 1959

Leestips:
Van dezelfde schrijver:
De lerares met de gouden ogen
Spelend op Lesvos:
Longus – Daphne en Chloë
Irena Karafilly – The Captive Sun
Peter van Ardenne – Verspreide opklaringen
Woelige tijden in Griekenland:
Nikos Kazantsakis – Kapitein Michalis
Louis de Bernières – Kapitein Corelli’s mandoline
Panos Karnezis – De doolhof