Panos Karnezis – De doolhof

Het verloren leger

Griekse roman over een leger dat na de oorlog in 1922 verdwaalt in Anatolië

De oorlog met Turkije die in 1922 eindigde, de moordpartijen in Smyrna, de Grieken raken er niet over uitgeschreven. Veel verhalen situeren zich rondom deze vreselijke geschiedenis. Op het eerste gezicht ook De doolhof van Panos Karnezis. Een legereenheid verdwaalt in de woestijn van Anatolië in Turkije in de zomer van 1922. Ze weten dat de oorlog voorbij is en dat ze verloren hebben, maar ze kunnen de zee niet terugvinden om huiswaarts te keren.

Toch is dit boek weer anders. Omdat het de gruwelen van deze oorlog slechts aantipt en de schrijver de hand in eigen boezem steekt, dat wil zeggen dat ook de Grieken geen lieverdjes waren in deze oorlog. Maar het meest verfrissende van het verhaal is dat het over een anonieme groep mannen gaat die het liefst naar huis wil. Ze dwalen door een anoniem land en komen aan in een anoniem dorp. Hiermee heeft Karnezis zijn eigen wereld geschapen. Van een leger dat door een vijandig gebied dwaalt, van een dorpje dat zo afgelegen ligt dat het de hele oorlog niet heeft meegemaakt.

Het is commandant Nestor die probeert zijn mannen van de ondergang te redden. Ze dwalen in cirkels door de Anatolische woestijn en de zee blijft zoek. Nestor gelooft al bijna niet meer dat ze ooit de zee zullen vinden. Zijn frustraties probeert hij met morfine te verlichten. Zijn sombere taak wordt nog eens bemoeilijkt wanneer blijkt dat er allerlei diefstallen worden gepleegd en de opruier die telkens maar weer communistische pamfletten weet rond te strooien krijgt hij ook al niet te pakken.

Meereizend met het leger is aalmoezenier Simeon. Samen met zijn hondje Kaleb probeert hij de moraal van de mannen hoog te houden. In zijn geïmproviseerde kerk is alleen niemand meer geïnteresseerd.

Dan is er het dorp aan de rand van de woestijn. De burgemeester heeft het dorpsleven ver van het oorlogsgeweld kunnen houden. Het dorp leeft zoals in die tijd veel Ottomaanse stadjes: de Grieken welvarend, de moslims arm. Karnezis heeft dit gegeven in zijn boek wat aangedikt: De Grieken leven in de mooie huizen, de moslims aan de andere kant van het riool in een huttenkamp.

Het paard dat werd vermist in het leger is de eerste boodschapper die het dorp komt vertellen dat er veranderingen op til zijn. De frivole Violetta, de Franse prostitué, woont in het mooiste huis van het dorp, maar maakt zich niet druk over de komst van een paard uit de woestijn. Zij is de inzet van een ruzie tussen de burgemeester en de schoolmeester en haar enige zorgen zijn of ze er wel mooi genoeg uit ziet.
Niet lang erna wordt de vredige rust verstoord door de legereenheid van commandant Nestor die zich in het dorp vestigt, waarna er vreemde dingen gaan gebeuren die niemand liever had willen meemaken. Het dorp zal daarna eeuwig veranderd zijn.

Karnezis maakt haast een mythe van dit dorp dat ondanks dat het de oorlog zelfs niet had geroken, in de nasleepdagen toch nog wordt aangeraakt door deze menselijke ellende. Het dorp heeft een burgemeester die de godsdiensten had afgeschaft voor de lieve vrede en legertje speelt als hopman in de padvinderij. Er is een schoolmeester, een prostitué, een Armeense winkelier, een knecht, een bediende en de rest van het dorp blijft gehuld in anonimiteit.

Wanneer het leger zijn intrek neemt in het dorp om wat op adem te komen, weten de dorpelingen niet goed hoe hierop te reageren. De commandant wordt in het stoffige gemeentehuis geplaatst, de aalmoezenier trekt in de kerk die in geen jaren is gebruikt en in verval is. De legereenheid van Nestor is allesbehalve een bloeddorstige groep soldaten, dus er zijn geen incidenten. Totdat Nestor zich toch genoodzaakt ziet in te grijpen. Want een leger zonder discipline is geen leger.

Karnezis’ verhaal kan zich in wezen overal afspelen, maar doet vooral denken aan de slapende dorpen uit de Zuid-Amerikaanse literatuur zoals die van Gabriel García Marquez. De stijl heeft ook iets weg van het Zuid-Amerikaanse magisch realisme en ook is het te vergelijken met de boeken van Louis de Bernières die met zijn Kapitein Corelli’s mandoline het Griekse eilandje Kefalonië voor eeuwig op de literaire kaart heeft gezet. De opvolger Vogels zonder vleugels gaat over dezelfde oorlog waarin De doolhof speelt en het dorpje Eskibahce zou zomaar het dorpje uit De doolhof kunnen zijn, ware het niet dat in Karnezis’ boek de moslims wel erg verpauperd worden afgeschilderd. Bovendien is Bernières’ roman gestoeld op bergen historische feiten, heeft alles een naam en zijn de historische feiten bijna allemaal terug te vinden in de geschiedenis.

Karnezis heeft ervoor gekozen om alles anoniem te houden. Met een knipoog naar de Griekse mythologie, met een knipoog naar het leven, maar toch ook met een lichte politieke boodschap over de verhoudingen tussen de Grieken en de Turken. Ook heeft de roman de nodige humor en enkele haast magische gebeurtenissen. Karnezis beschrijft hiermee niet de geschiedenis die al zo vaak herhaald is, maar hij schrijft over het volk en de soldaten die de oorlog ongewild op hun levenspad vinden. Zij hebben genoeg van de oorlog, zij hebben spijt van hun misdaden, ze willen naar huis.

Toch zijn er ook mensen die hun missie vinden ten tijden van de oorlog. De aalmoezenier kan zijn lang gekoesterde droom werkelijkheid maken en de assistent van de dokter heeft zoveel geleerd in de oorlogsjaren dat hij, wanneer hij thuiskomt, geen landarbeider meer hoeft te zijn.

Panos Karnezis werd in 1967 geboren in Griekenland en verhuisde in 1992 naar Engeland waar hij onder andere een graad in Creatief Schrijven haalde. Zijn eerste publicatie Kleine schandalen was een verhalenbundel over de inwoners van ook alweer zo’n anoniem Grieks dorp.

De doolhof is zijn debuutroman waarin hij een haast magische sfeer heeft neergezet en heeft geprobeerd iets van de scherpe kantjes van die oorlog af te halen. Voor iedereen die houdt van die vergeten dorpen waar de lome middagrust door niets wordt verstoord, tot op een dag…

Panos Karnezis – De doolhof (The Maze, vert. Tineke Funhoff) Atlas, 2005

Leestips:
De boeken van Louis de Bernières over Griekenland:
Kapitein Corelli’s mandoline
Vogels zonder vleugels
Over een Spaanse legereenheid die uit de pas loopt:
Tadic Goddard – Hommage aan een vuurpeloton
Over een al begraven leger:
Ismail Kadare – De generaal van het dode leger
Grieken in opstand:
Nikos Kazantsakis – Kapitein Michaelis