Slobodan Šnajder – De reparatie van de wereld

Mijn kleine Poolse oorlog

Kroatisch familie-epos rond de tweede wereldoorlog in Midden-Europa.

De Hongaarse schrijver Péter Esterházy beschreef het wel en wee van zijn familie in Harmonia Cælestis, een indrukwekkend epos waar veel geschiedenis aan te pas komt en een ode is aan zijn vader. Het boek begint met de zin: “‘t Is verdomd lastig om te liegen wanneer je de waarheid niet kent.” Dat deze zin zoveel waarheid bevatte, ervoer hij pas na de publicatie ervan, toen hij in net geopende staatsarchieven las over de schaduwzijde van zijn vader. Esterházy voelde zich genoodzaakt om een vervolg te schrijven op Harmonia Cælestis: Verbeterde Editie.

De Kroatische Slobodan Šnajder hoeft geen vervolg te schrijven op zijn net zo indrukwekkend epos over zijn vader. De reparatie van de wereld is geen ode op Georg Kempf, maar meer een odyssee van een dolende man, die geen held was, niet als soldaat, niet als vader, niet als minnaar en ook niet als dichter. Hij was een van de mensen die de slagvelden van de Tweede Wereldoorlog in Midden-Europa wist te overleven, als SS-soldaat en later onder de hoede genomen door een groep vluchtende joden, Poolse boeren en communisten.

Kempf’s stamvader werd in 1770 uit het hongerende Duitsland weggelokt door de Habsburgse keizerin Maria Theresia om in Transsylvanië de vruchtbare klei te komen bewerken. Vervolgens maakt het verhaal een forse sprong en komen we uit bij Georg Kempf, een jongeman in Slovanië (Kroatië), die met lede ogen de opmars van Hitler aanziet. Ook al komt zijn stamvader uit Duitsland, ook al is hij daarom een zogenaamde Volksduitser, hij is het niet eens met de steeds vaker opspelende jodenhaat, de Kroatische bevolking die zich verdeelt in pro- en contragroepen en de Volksduitsers gesplitst in voor- en tegenstanders van het zich steeds maar machtiger voelende Duitsland. Georg’s vader handelt er intussen nog steeds op los, ook al begint ook hij Joden als klanten te mijden. Hij kan niet voorkomen dat zijn zoon in 1943 ‘vrijwillig gedwongen’ wordt het Duitse leger te betreden.

Georg Kempf werd ingedeeld bij de SS-troepen, divisie Galizien, en kwam in Polen terecht. Terwijl de verhalen over de krankzinnige slag om Stalingrad nog nadreunen en de Opstand van Warschau in volle gang, vallen de gevechten van Kempf’s divisie wel mee, totdat hij op een dag in een veldhospitaal wakker wordt. Daar leert hij verpleegster Ania kennen, die zich ontpopt als een lid van het Poolse Ondergrondse Leger en Kempf overhaalt zich daar ook bij aan te sluiten. Maar wanneer alles anders loopt, krijgt Kempf de kans om weg te lopen. Niet naar het Ondergrondse Leger, niet terug naar zijn legereenheid. Kempf wil nergens toe behoren en wil naar huis.

Zo vangt Kempf zijn odyssee aan op zoek naar huis, dwars door de rokende puinhopen in Polen, terugtrekkende Duitse legereenheden, oprukkende Russen en ongeregelde partizanen. Onderweg wordt hij door verschillende groepen onder de vleugels genomen en beziet hij de reeds gesloten kampen Auschwitz en Treblinka. Wanneer hij dan tenslotte zijn geliefde geboortestreek bereikt en de oorlog zijn einde nadert, blijkt hij nog niet veilig te zijn. De Russen installeren communistische wetten en een stalen regiem, terwijl op de achtergrond Tito zich klaar maakt voor een machtsstrijd. Met zijn Volksduitse afkomst en zijn rol in de SS, lijkt er geen rust voor Kempf te zijn weggelegd.

Het verhaal wordt verteld door Kempf’s zoon, die zich reeds voor zijn geboorte in het verhaal mengt, hopend dat zijn ouders elkaar gaan treffen. Kempf ontmoet bij thuiskomst Vera, een partizanenmeisje, dat van de Partij elektronica moet gaan studeren: het land moet worden geëlektrificeerd. Kempf maakt gedichten en wil zich hierin bekwamen. Het stel trekt naar Zagreb waar de verteller wordt geboren.

De lezer moet een lange adem hebben, want we blijven Kempf volgen, die zich aarzelend een weg door het na-oorlogse leven baant. En zelfs het graf houdt de schrijver niet tegen: na de dood van Kempf mengen we ons onder de doden, komen alle personen langs die een rol hebben gespeeld in Kempf’s leven, waarna eindelijk de laatste punt volgt in deze omvangrijke roman.

In De stad der dieven van David Benioff zwerven het straatschoffie Lev en gentleman oplichter Kolja, door de bloederige puinhopen rondom het Beleg van Leningrad, op zoek naar eieren. Door hun uiteenlopende karakters is het een heldhaftig en komisch duo en ook hun avonturen lijken dik aangezet. Ook Kempf baant zich een weg door de smeulende resten van de oorlog, alleen is hij een man die nergens toe behoort en gelaten zijn lot ondergaat. Hij voelt zich geen Volksduitser, staat niet achter de SS, noch achter de partizanen of de communisten. Zijn liefde voor Vera bekoelt snel, zijn berusting om een middelmatige dichter te zijn is groot. Wat hij dan wel is, daar is zijn zoon niet achtergekomen. De geschiedenis van zijn moeder Vera, veel meer een held dan Kempf, beslaat slechts een klein zijspoortje in het verhaal, iets groter dan die van Kempf’s eerste en misschien wel grootste liefde Sofija.

Opvallend is de rol van de Rattenvanger van Hamelen (een sprookje van de gebroeders Grimm). Kempf’s idee was dat iedereen die achter iemand aan holde, zich liet beetnemen door de verleidelijke fluitspeler. De meeste indruk maakte de geschiedenis, waar doorheen Kempf zich worstelt. Hoeveel we ook lezen over de Tweede Wereldoorlog, telkens zullen we nieuwe invalshoeken zien, of verhalen horen waarvan we geen idee hadden. De eye-opener van dit boek was voor mij de vele verschillende partijen die overal vochten om een deel van de taart te krijgen. Allemaal meelopers van de rattenvanger, allemaal geloofden ze ergens in, of lieten zich ronselen uit angst of hebzucht. Het is alleen de staart van het verhaal, dat als een heel lange rattenstaart iets te lang blijft kloppen.

Kempf heeft zich nooit laten vangen door de Rattenvanger van Hamelen. Hij bleef zo dicht mogelijk bij zichzelf. Misschien dat dat zijn redding was om de Tweede Wereldoorlog te overleven. Het is Slobodan Šnajder glansrijk gelukt om een indrukwekkend boek over zijn onopvallende vader te schrijven, ondanks dat het verdomd lastig is om te liegen wanneer je de waarheid niet kent.

Slobodan Šnajder – De reparatie van de wereld (Doba mjedi, vert. Roel Schuyt), Wereldbibliotheek 2020

Leestips
Van dezelfde schrijver:
De engel van het verdwijnen
De oorlog in:
Jonathan Littell – De welwillenden
David Benioff – De stad der dieven
Wat er nog meer gebeurde in Kroatië:
Drago Jančar – Die nacht zag ik haar
Het beleg van Sarajevo:
Priscilla Morris – Zwarte vlinders
Het leven voor de Opstand in Warschau:
Szczepan Twardoch – De koning
Van Duitse bloed:
Ulla Lenze – De drie levens van Josef Klein
Nog iemand die niet wilde kiezen:
Rudolf Lorenzen – Allesbehalve een held
Een oorlog later in Kroatië:
Sara Nović – Wie het mooist valt
Over andere Volksduitsers:
Guzel Jachina – Wolgakinderen