Overleven
Engelse roman over het leven tijdens het beleg van Sarajevo.
De Joegoslavische burgeroorlogen (1991 tot 2001) braken uit toen de tot één land verzamelde staten weer zelfstandig wilden worden en verschillende bevolkingsgroepen hier tegen in opstand kwamen. Bosnië wilde in 1992 zelfstandig worden, gesteund door de islamistische Bosniakken en Bosnische Kroaten. De Bosnische Serviërs zagen dat echter niet zitten en stichtten een eigen staat: de Volksrepubliek Servië (Republika Srpska), die weer gesteund werd door het Joegoslavische Volksleger en het Servië van Milosevic. Zij omsingelden de Bosnische hoofdstad Sarajevo, een historische stad in tweeën gedeeld door de rivier Miljacka en omgeven door hoge bergen. Het beleg duurde bijna vier jaar, drie keer langer dan het beleg van Stalingrad. 8000 soldaten en meer dan 12.000 burgers vonden hierbij de dood.
De basis
Hoe te leven in een stad die je langzaam ziet afbrokkelen door bommen, kogels en granaten. Hoe te overleven in een stad zonder elektriciteit, water en andere basisbehoeften, afhankelijk van een beetje voedselhulp van internationale organisaties. En waarom? Het bleef ronddraaien in het hoofd van de Engelse schrijfster Priscilla Morris, wiens moeder al in de zestiger jaren Sarajevo verliet, maar er veel familie achterliet. In 1993 kocht haar (Engelse) vader een kogelwerend vest, reisde af naar de belegerde stad en wist haar grootouders de stad en het land uit te smokkelen. Dit is een van de gebeurtenissen die het idee voor de roman gaven. De andere inspiratie kwam van haar grootoom, de landschapsschilder Dobrivoje Beljkašić, toen bekend om zijn schilderijen van de vele bruggen die Sarajevo rijk was.
Dobrivoje Beljkašić heeft een klein beetje model gestaan voor het hoofdkarakter Zora Kočović, een vrouw die doceert op de kunstacademie en daarnaast stadsgezichten schildert in een atelier in het gebouw van de universiteitsbibliotheek. Toen de spanningen begonnen stuurde ze haar man en moeder voor een tijdje naar haar dochter in Engeland, niet wetende dat er spoedig geen terugkeer meer mogelijk was.
Ontsnappen uit de hel
Zo moet ze alleen de moeilijkheden tegemoet treden die de oorlog veroorzaakt: voedsel- en watertekorten, geen elektriciteit, sluipschutters en bombardementen. Wanneer de legendarische universiteitsbibliotheek wordt gebombardeerd en tot de grond toe afbrandt, wordt ook haar atelier verwoest. Maar Zora is vastbesloten het leven zo goed mogelijk voort te zetten: ze blijft haar studenten lesgeven en wanneer ook verf en papier zeldzame goederen worden, ontwikkelt ze kunst gemaakt met van alles wat de oorlog aan puin produceert. Ze houdt zelfs een kleine groepstentoonstelling bij kaarslicht in haar flatgebouw, waar de bewoners elkaar steunen. Wanneer ook telefooncontacten zijn verbroken met haar man en de rest van de buitenwereld, vindt ze veel steun bij haar buurman, die zo lang mogelijk zijn boekwinkeltje probeert open te houden. De spanning loopt langzaam op, daar de situatie steeds nijpender wordt en het verlangen te ontsnappen uit de hel steeds groter wordt.
Kunst als verzet
Het verhaal geeft enigszins een beeld van de belegering. Verbroedering tussen de buren en proberen zo goed mogelijk een leven te blijven leiden tussen de angst, het lijden en de steeds groter wordende puinhopen. Kunst floreerde zelfs in die jaren. Theater zorgde voor dagelijkse voorstellingen en er waren honderden solo- en tientallen groepstentoonstellingen, op allerlei mogelijke locaties. Openingen waren populair om contact met elkaar te houden. Meedoen met het culturele leven werd zelfs als een daad van verzet gezien.
Zwarte vlinders is gebouwd op tal van historische feiten en op verhalen van overleveraars, wat een boeiend boek heeft opgeleverd. Priscilla Morris weet dankzij haar beeldende en vlotte schrijfstijl de lezer vanaf de eerste pagina’s te boeien, met haar verhaal over Zora, een vrouw die moedig stand probeert te houden in de belegerde stad. Het boek is geen ellenlang tranendal, maar een gedurfde balans tussen ellende en positiviteit, tussen oorlog en hoop.
Een poëtische titel voor hoop
De titel is ontleend aan de bibliotheekbrand in 1992, waarbij tienduizenden al dan niet waardevolle boeken verteerd werden door de vlammen en zorgden voor een dagenlange regen van zwart geblakerde snippers, ook wel zwarte vlinders genoemd. Een poëtische titel voor een boek dat een beetje hoop geeft in bange dagen.
Priscilla Morris – Zwarte vlinders (Black butterflies, vert. Inge Kok), Meulenhoff 2024
Leestips:
Rond de Joegoslavische oorlog:
Lana Bastašić – Vang de haas
Olja Savičević – Vaarwel, cowboy
Slobodan Šnajder – De reparatie van de wereld
Drago Jančar – Die nacht zag ik haar
Sara Nović – Wie het mooist valt
Arturo Pérez-Reverte – De schilder van het kwaad
Guido Snel – Mr. Lugosi’s butler
Over het beleg van Leningrad:
David Benioff – Stad der dieven
Helen Dunmore – De belegering
Gevangen in een oorlog:
Paul Lynch – Lied van de profeet