Paul Harding – Dit andere paradijs

Het hof van Eden

Amerikaanse roman over hoe een zwarte bevolking van een eiland werd verdreven.

Veel boeken zijn op ware gebeurtenissen gebaseerd en het is maar net hoe een schrijver met de historische feiten in zijn boek omgaat. De Amerikaanse schrijver Paul Harding heeft zijn derde roman gebaseerd op een inktzwarte bladzijde uit de Amerikaanse geschiedenis. In 1912 werden de bewoners van het kleine eilandje Malaga (voor de kust van Maine) gezet, opdat de staat niet meer verantwoordelijk hoefde te zijn voor een stelletje armoedzaaiers, die met hun zwakke gezondheid en gekleurde huid een bedreiging vormde voor de goede burgerlui. Men dacht dat ze verslaafd aan tabak en thee waren en dat ze incestueuze verhoudingen hadden. Bovendien kon men het eiland beter gebruiken, zoals voor toerisme. De mensen werden er met wortels – en hierbij bedoel ik de graven van kinderen en voorouders – en al vandaan gerukt.

Appel Eiland ligt amper honderd meter van het vasteland in Maine, maar ver genoeg voor een ongestoord leven. Het verhaal begint ermee dat het eiland is vernoemd naar de appelbomen die een verre voorvader, Benjamin Honey, er ooit plantte en die eind zomer 1814 allemaal vrucht droegen.

In dit kleine waterrijk leven een drietal families, een alleenstaande vrouw, een alleenstaande man en drie honden. Hun voorouders komen uit Afrika, uit Ierland of Amerika en hun huidskleur gaat dan ook van diepzwart naar blank. Zo zijn de Larks kinderen bijzondere bleekneuzen, ziekelijk en mijden de zon, is Ethan, het broertje van de zusje Violet en Iris Honey bijna blank en zorgen de zusters DerMott voor drie indianenkinderen wiens huid bijna rood is.

De zusters DerMott doen de was voor mensen uit een naburig dorp, er wordt gevist en in de natuur naar paddenstoelen en wilde groenten gezocht. Maar er komen ook pakketten van de bedeling, ook al is niet alles wat er in zit altijd nuttig.

Dan is er Matthew Diamond, een (blanke) leraar die de kinderen graag wiskunde en Latijn wil leren. Hij zorgt dat het schoolgebouwtje weer zijn diensten kan bewijzen en probeert een toekomst voor de kinderen te creëren. Hoe goed hij alles ook bedoelt, hij haalt wel als het ware de duivel op het eiland, waarna de laatste dagen zijn geteld van deze vreedzame gemeenschap.

Ook al heerst er grote armoede en zijn de huizen niet geheel comfortabel, men is er gelukkig. De kinderen gaan af en toe naar school, zwerven over het eiland en steken soms ook over naar het vasteland om eetbare zaken in de natuur te zoeken. Ze zijn vrij, net zoals hun ouders die ook van en in de natuur leven. Zachary Hand to God Proverbs is gelukkig wanneer hij bijbelvoorstellingen in een holle boom kan kerven.

De conservatieve maatschappij die op het vasteland heerst, heeft eigenlijk niets op het eiland te zoeken. In een tijd dat eugenetica populair was (rasverbetering), trok deze geïsoleerde gemeenschap echter de nieuwsgierigheid van wetenschappers, die de bewoners kwamen opmeten en bestuderen. Hun oordeel was vernietigend: een stelletje gekleurde zwakzinnigen.

Paul Harding schrijft juist over een haast idyllische gemeenschap van eigengereide mensen, die niet veel vragen van de maatschappij. Ook al worden bijvoorbeeld de Lark kinderen, die niet naar school gaan, wel als zwakzinnig neergezet. Net zoals hun ouders a-sociaal zijn en weinig op hebben met kinderen opvoeden. Iedereen accepteert elkaar en zo is het leven op Appel Eiland gerust paradijselijk te noemen. Zelfs wanneer dat mooie leventje dreigt te vallen, blijft Harding optimistisch met zijn woorden.

Heel even treden we buiten deze wereld, wanneer de kleinzoon van Esther naar een vriend van Matthew Diamond wordt gestuurd, zodat die in ieder geval een goed onderdak zal hebben. Dan komt ook het grote thema duidelijk naar voren: racisme.

Harding heeft er een prachtig, haast sprookjesachtig verhaal van gemaakt met kleurrijke karakters die je zo in je armen wilt sluiten. Hij gebruikt scènes, zoals die van de vloedgolf en hoe de Honeys weg van het eiland varen, die je zo op filmdoek voor je ziet.

De nazaten van de bewoners van Malaga werd in 2010 officieel excuses aangeboden over de brute verstoring van het leven van hun voorouders. Niet iedereen is helemaal tevreden met dit boek, daar de geschiedkundigen juist proberen te bewijzen dat de bewoners van Malaga eiland helemaal niet zo gedegenereerd waren, als Harding ons doet geloven. Maar het is net zoals wanneer Esther vertelt over hoe Patience Honey het vege lijf wist te redden omdat ze hoog in een boom de golven wist te weerstaan: om verhalen te vertellen moet je een beroep doen op de fantasie. Paul Harding heeft een nieuw Eden voor ogen gehad met simpele mensen die het leven ongestoord konden omarmen. Een sprookjesachtig boek, geschoeid op een helaas dramatische geschiedenis.

Paul Harding – Dit andere paradijs (This other Eden, vert. Jan Fasteneau), Querido, 2023

Leestips
Eugenetica:
Graeme MacCrae Burnet – Zijn bloedige plan
Sprookjesachtige verhalen gebaseerd op geschiedenis:
Guzel Jachina – Wolgakinderen
Donald Niedekker – Waarachtige beschrijvingen uit de permafrost
Téa Obreht – Achterland
Louis de Bernière – De rooie hond
Miroslav Penkov – Ooievaarsberg
Elif Shafak – De stad aan de rand van de hemel
Mathias Enard – Vertel hun over veldslagen, koningen en olifanten
Susanna Clarke – Jonathan Strange & Mr. Norrell
Over twee andere ‘ideale’ woongemeenschappen:
John Treherne – Het roestvrijstalen paradijs
Christian Kracht – Imperium
Over een eiland met één zwakzinnige:
Autran Dourado – Het mensenschip