Paolo Cognetti – Zonder de top te bereiken

In de sporen van De sneeuwluipaard

Reisverslag over een tocht door de Himalaya.

Paolo Cognetti begon als documentairemaker, maar besloot na het zien van de film Into the wild (naar een boek van Jon Krakauer, over een jongeman die probeert te overleven in de wildernis van Alaska) zich terug te trekken in de bergen om te gaan schrijven. Zijn meeste werk is semi-autobiografisch en de laatste boeken hebben als centraal thema de bergen, waar hij als stadsbewoner steeds weer naar terugkeerde.

Paolo Cognetti werd in één klap een succesvolle schrijver met de publicatie van De acht bergen (2016), een mooi verhaal over vriendschap, een vader-zoon relatie en de hoge Italiaanse Alpen. Wanneer een boek succes heeft, volgen vaak eerdere boeken om in het succes te kunnen delen. Sofia draagt altijd zwart schreef Cognetti enkele jaren voor zijn doorbraak, over een eigenzinnig meisje dat de benen neemt naar New York. Mooi verteld, ook al rammelt het verhaal hier en daar. Hierin is Cognetti nog duidelijk te herkennen als documentairemaker.

Daarna volgde het essay De buitenjongen. Dit autobiografische verslag van een time-out in de bergen is duidelijk de voorloper van De acht bergen: mooie beschrijvingen van het bergleven en zijn bewoners, ook al mist er wat drama. De trilogie van de bergen wordt afgesloten met een reisverslag: Zonder de top te bereiken. En dat is wat dit boekje precies is: een schrijven over een tocht door de Himalaya, zonder noemenswaardige hoogtepunten.

Om zijn veertigste verjaardag te vieren besloot Cognetti een voettocht te maken met twee vrienden door de Himalaya. Zonder de top te bereiken is hiervan een verslag. Het liefst was Cognetti naar Tibet gegaan, maar dat is een bijna gesloten land, dus viel zijn keuze op Dolpo, een afgelegen deel van Nepal tegen Tibet aan, waar, volgens de geruchten, de bergen en zijn bewoners nog het meest op Tibet lijken: niet onder de voet gelopen door de moderne wereld en zijn toerisme.

Blijkbaar kun je niet zomaar met twee vrienden en rug- en slaapzak in de Himalaya ronddolen. Je hebt er een hele karavaan voor nodig: gidsen, dragers en lastdieren. De begeleiding voor tien toeristen bestond uit 12 man en 25 muildieren. Daar schrok ik van: hoe kun je liefde voor de hoge bergen en zijn eenzaamheid ondergaan in zo’n grote groep? Het lijkt meer op een luxe tocht waar het enige dat je zelf moet doen, achter de gids aan trippelen is.

Geen eenzaamheid dus, ook al schrijft Cognetti dat lopen in de bergen altijd eenzaamheid brengt en hij blij was dat hij die met zijn twee vrienden kon delen. Zijn belangrijkste gezelschap was echter een boek: De sneeuwluipaard van Peter Matthiessen, een klassiek reisverhaal over een schrijver en een bioloog die nagenoeg dezelfde reis maakten als waar Cognetti aan begon. De twee waren geïnteresseerd in het gedrag van de blauwschapen en hoopten een glimp op te vangen van de schuwe sneeuwluipaard, door slechts weinig mensen ooit gespot.

De tocht ging van dorp tot dorp, zonder noemenswaardige incidenten, zelfs de gevreesde hoogteziekte werd met alle gemak bedwongen. Over toppen, maar vooral over hoogvlakten. De meest interessante beschrijvingen gaan over de dorpen en hun inwoners. De natuur weliswaar aanwezig, maar lang niet zo boeiend beschreven als de weinige ontmoetingen met de inwoners van de bergen.

Eigenlijk was dit een tocht in de voetsporen van een geliefd boek van Cognetti. De vergelijkingen met Matthiessen houden niet op. Hoe zijn twee vrienden het er af brengen, laat staan de rest van het gezelschap, komen we nauwelijks te weten. En wat Cognetti zelf ervan opsteekt, is een niet nagekomen belofte. Misschien dat we deze reis terug zullen vinden in zijn nieuwe boeken, maar als reisverslag, hoe mooi ook geschreven, vond ik het inhoudelijk een beetje tam en bekruipt me ergens het gevoel dat Cognetti (en de uitgevers) iets te veel willen meeliften op het succes van De acht bergen. De Himalaya kwam niet goed uit de verf, noch de gevoelens van Cognetti zelf. Het was eerder een teleurstelling te lezen hoe de moderne wereld en het toerisme ook deze uithoek van de wereld hebben weten te vinden. Het enige wat het boek losmaakte was een nieuwsgierigheid naar De sneeuwluipaard van Peter Matthiessen.

Paolo Cognetti – Zonder de top te bereiken (Senza mai arrivare in cima, vert. Yond Boeke en Patty Krone), De Bezige Bij 2020

Leeslinks:
Van dezelfde schrijver:
Sofia draagt altijd zwart
De buitenjongen
De acht bergen
De machtige Himalaya:
Christoph Ransmayr – De vliegende berg
Een reisverhaal over Jemen en een reisboek:
Michael Roes – Leeg kwartier Rub’ Al-Khali