Luz Gabás – Palmen in de sneeuw

Een verleden ontsluierd

Romantiek rond Spaanse migranten op het tropisch Equatoriaal-Guinese eiland Fernando Poo.

Het was ooit traditie om een ontdekt land of gebied naar zijn ontdekker te noemen. De Portugese Fernando do Pó was de eerste Europeaan die een eilandje betrad, gelegen in de Golf van Guinee bij West-Afrika. Hij noemde het eiland ‘Mooie Bloem’ (Formosa flora), maar toen later de Portugezen het eiland claimden, kreeg het eiland de naam van zijn ‘ontdekker’ en zo kon ik de verleiding niet weerstaan een boek te lezen dat grotendeels speelt op een eiland met een zeer aanlokkelijke naam.

Tegenwoordig heet het eiland Bioko, nadat het in 1963 deel werd van het Afrikaanse Equatoriaal-Guinea. Tijdens de koloniale tijd (Spanje veroverde het eiland later op Portugal) had het veel gastarbeiders om cacaoplantages draaiende te houden. Voornamelijk Afrikanen, maar ook veel Spanjaarden verdienden er een aardige cent, daar zij er als kolonisten de dienst uitmaakten. Toen Franco het land zelfbestuur gaf, kwamen de bewoners van het eiland in opstand en werden de Spanjaarden verdreven.

De spanning tussen de lokale bewoners en zijn overheersers speelde natuurlijk al langer en het is in dit spanningsveld dat Palmen in de sneeuw speelt. De Spaanse debuterende schrijfster Luz Gabás had als aanleiding voor deze roman haar familieverhalen. Net zoals Clarence uit de roman, werd ze nieuwsgierig naar waar haar vader, grootouders en andere familieleden ooit waren geweest. Er was genoeg literatuur te vinden over de groepen Spanjaarden, waaronder die uit de Pyreneeën, die enkele jaren van hun leven doorbrachten op Fernando Poo en na een gedegen studie creëerde Gabás een eigen verhaal.

Het gaat over een familie uit het fictieve bergdorpje Pasolobino. Wanneer de sneeuw zijn bewoners binnen hield, rolden vaak verhalen over tafel over het tropische eilandje Fernando Poo. Clarence was altijd al nieuwsgierig naar een oord vol palmen en cacao, maar pas toen ze een mysterieus briefje vond, gericht aan iemand die haar vader Jacobo kon zijn, óf haar oom Kilian, begon ze een actieve zoektocht naar het verleden van haar familie in het verre Equatoriaal-Guinea.

De twee broers arriveerden in 1953 op Fernando Poo, waar hun vader al jaren werkte en Jacobo ook al een tijdje was geweest. Het was stevig aanpakken op de cacaoplantage om de oogst goed binnen te krijgen. In de vrije tijd togen de broers naar de nabijgelegen hoofdstad Malabo, waar het nodige vertier te vinden was. Doch al snel begon Kilian genoeg te krijgen van de drinkgelagen en de hoeren die er omheen hingen. Hij vond het interessanter om met een lokale collega op te trekken en zo meer van de eilandcultuur op te steken. Terwijl de atmosfeer op het eiland steeds grimmiger werd, groeiden de broers uit elkaar.

Een halve eeuw later bezoekt Clarence Fernando Poo in de hoop aanwijzingen te vinden over het mysterieuze briefje dat ze heeft gevonden. Ze ontmoet er diverse mensen, maar veel willen ze niet kwijt over het verleden. Ook de broers Iniko en Laha weten niet veel over het leven van hun moeder in die tijd. Maar Clarence is vasthoudend. Wanneer later Iniko de sneeuw van de Pyreneeën opzoekt en Clarence haar familieleden met het verleden confronteert, begint de bal der geschiedenis eindelijk te rollen.

Het is een mooi semi-historisch verhaal over de geschiedenis van Fernando Poo en de dekolonisatie. Dat ging natuurlijk niet zonder bloedvergieten en een ware volkswoede. Niet alleen tegen de Spanjaarden, maar ook het merendeel van de Afrikaanse gastarbeiders werden van het eiland gegooid.

En dan is er nog het verhaal van de Spanjaarden. Veel mensen uit het arme Spanje zochten een plek om geld te verdienen en niet iedereen ging hiervoor naar de noordelijke Europese landen. Ze hadden er veel voor over om hun familie en bezit (vaak een boerderij) niet te verliezen. Verlies je in zo’n ver land je hart, dan is het alleen de geschiedenis die je kan doen terugkeren.

Dat de schrijfstijl een beetje tam is en het verhaal bij vlagen iets te uitgerekt, mag de pret van het lezen niet deren. Je wordt nieuwsgierig naar zo’n prachtig eiland waar oude stammen nog hun rituelen en magie hadden, waar tropische buien streden met de zon en de vegetatie onbekommerd zijn gang ging. Kilian vraagt zich in het begin van zijn verblijf af of hij het wel vol kan houden in de hitte, de modder en tussen de mensen die snel naar de alcohol grepen en waar wit en zwart geen gelijke rechten kenden. Het zal de lezer net zoals Kilian vergaan: op een gegeven moment word je gegrepen door het leven op een groen eiland waar alles zijn plek heeft: een mooie geschiedenisles verpakt in een romantisch familiedrama.

Luz Gabás – Palmen in de sneeuw (Palmeras en la nieve, vert. Marjan Meijer) Wereldbibliotheek 2014

Leeslinks

Geschiedenis verweven met familieverhalen:
Almuneda Grandes – Het ijzig hart
Ignacia Martínez de Pisón – Melktanden
Antonia Arslan – Het huis met de leeuweriken
Mara Meimaridi – De heksen van Smyrna
Theresa Révay – Aan de oevers van de bosporus
Quais Akbar Omar – Het fort met de negen torens
Matthew Condon – De forellenopera
Amitav Ghosh – Het glazen paleis
John Griesemer – Signaal en ruis
Lawrence Hill – Het negerboek
Victoria Hislop – Het eiland van de vorige dag
Alice Hoffman – De duivenhoudsters
Yasmina Khadra – Wat de dag verschuldigd is aan de nacht
Sofi Oksanen – Zuivering
Antonio Pennachi – Het mussolinikanaal
Kurban Said – Ali en Nino
Kamila Shamsie – Verbrande schaduwen
Alissa York – Vreemde ogen