Het verdriet van de engelen
Het hart van de mens
Boeken kunnen dodelijk zijn
Over een jongen die opgroeit in een klein IJslands vissersdorp, overgeleverd aan de natuurelementen.
Toen ik begon aan het eerste deel van deze IJslandse trilogie, Hemel en hel, en kennis maakte met ‘de jongen’ die geen naam krijgt, maar de hoofdpersoon is van alle drie de delen waarin hij langzaam volwassen wordt, was ik meteen verkocht. De taal waarin wordt beschreven hoe de jongen zijn beste vriend verliest omdat hij altijd met zijn neus in de boeken zat en zodoende zijn jas vergat toen ze gingen vissen op een ijzige zee, is pure poëzie.
Stefánson legt het accent op het wrede weer van zijn land, waar koude, sneeuw, de onbetrouwbare zee en snel opkomende stormen de grootste vijanden zijn van de mens. De trilogie wordt bevolkt door hardwerkende vissers, een eigenzinnige weduwe die in haar dorp scheef wordt aangekeken omdat ze niet volgens de regels leeft, een blinde mopperende kapitein, een eigenwijze postbesteller die zich op zijn plaats voelt in de gevaarlijke natuur, keuterboertjes die overwinteren in barre omstandigheden, knechten en meiden, een overleden vrouw die rust zoekt en de bewoners van een klein dorp waar de rijke heren het voor het zeggen hebben. De barre leefomstandigheden waarin arme boeren proberen te overleven doen denken aan de hoofdpersonen uit de romans van IJslands grootste schrijver, Halldór Laxness, die niet alleen vechten tegen de niets ontziende weergoden, maar het soms ook opnemen tegen de grote heren die de scepter zwaaiden over het negentiende eeuwse IJsland. ‘De jongen’ zou zo een romanpersonage van Laxness kunnen zijn, ware het niet dat Stefánsson de jongen omgeeft met poëzie én met boeken.
De jongen verslindt de boeken niet in één ruk, zoals ik de eerste delen van deze trilogie, maar proeft telkens stukjes van een literaire wereld die totaal nieuw voor hem is. Ook al verloor hij een vriend aan John Miltons Paradise Lost, zijn nieuwsgierigheid is gewekt en hij beseft dat boeken rijkdom brengen, ook al zijn er momenten dat hij de boeken vervloekt omdat ze te gevaarlijk zijn. Uit de boeken leert hij dat woorden dingen teweeg kunnen brengen, door ze uit te spreken, maar ook door ze te schrijven. Woorden hebben macht.
Die macht gebruikt Stefánsson op perfecte wijze. Hij vertelt niet alleen over de jongen, boeken en woorden, maar vooral over het leven versus de IJslandse bergen, zee en koude. Er bestaat een lied getiteld 50 words for snow van Kate Bush en Stephen Fry, waaraan ik moest denken toen ik deze boeken las. Vooral in de eerste twee delen raakt de schrijver niet uitgepraat over de barre elementen waartegen zijn hoofdpersonen het moeten opnemen. En telkens brengt hij prachtige, nieuwe beeldtaal naar voren, wel honderd manieren om de zee, de ruige bergen en de winter in kaart te brengen: wreed en onvoorspelbaar.
Zo ook het tweede deel, Het verdriet van de engelen, dat zich grotendeels afspeelt in een eeuwig durende sneeuwstorm. Ik las dit deel terwijl een ijskoude wind probeerde het huis binnen te dringen en sneeuw de verre bergtoppen maagdelijk wit schilderde. De jongen wordt met een postbesteller op pad gestuurd terwijl een sneeuwstorm de bergen waarover zij moeten trekken het leven onmogelijk maakt. Dit is geen boek om midden in de zomer te lezen, maar dichtbij een snorrende kachel terwijl de weergoden buiten tekeer gaan. Dan begin je in een boek en kun je niet meer ophouden met lezen. Zeker wanneer zowel de lezer als de hoofdpersonen er alles aan moeten doen om warm te blijven.
De verhalen worden verteld door een groep mensen die dood lijken te zijn, verslagen door de natuur, en neerkijken op de wereld van de jongen. Ze voorzien het verhaal van commentaar, filosoferen er op los en vertellen vooral over de elementen en het hart van de mens, de titel van het derde deel, waarin de lente snel overgaat in de zomer en het verhaal zich grotendeels in het dorp afspeelt, waar de grote heren zorgen voor brood op de plank, maar ook op het sociale vlak de lakens uitdelen. De jongen leert over sociaal onrecht én de liefde.
De vertellers vermelden het al: de jongen begeeft zich wederom op glad ijs. Bergen en zee staan klaar om de strijd aan te gaan met een jongen die het leven, woorden en liefde net heeft ontdekt. En zo komt er een einde aan deze prachtige trilogie waarin strijd wordt geleverd door de natuur, de mens en prachtige woorden.
De IJslandse Jón Kalman Stefánsson studeerde literatuur in IJsland, werkte als journalist voor een krant, leefde enige jaren in Denemarken waar hij verschillende banen had, kwam terug naar IJsland om in een bibliotheek te werken en begon te schrijven. Het resultaat van dit schrijven kan wedijveren met de boeken van Nobelprijs winnaar Halldór Laxness. En ik kan me zo voorstellen dat om de lange IJslandse winters door te komen, je drie dingen nodig hebt: eten, warmte én boeken. Zeker deze hartverwarmende en prachtige trilogie, die je ook een druilerige Nederlandse winter door zal helpen.
Jón Kalman Stefánsson – Hemel en hel (Himnaríki og helvíti, vertaling: Marcel Otten), Anthos, 2010, 2012, 2013.
Leestips
De twee andere boeken uit deze trilogie:
Het verdriet van de engelen
Het hart van de mens
Van dezelfde schrijver:
Yellow submarine
Jouw afwezigheid is duisternis
Zomerlicht, dan komt de nacht
Vissen hebben geen voeten
Het verhaal van Ásta
Het geknetter in de sterren
Over de arme boeren in IJsland:
Halldór Laxness – Onafhankelijke mensen
Boeren in Noorwegen:
Roy Jacobsen – De onzichtbaren
Hel en verdoemenis in Groenland:
Kim Leine – De profeten in de Eeuwigheidsfjord