Johan Harstad – Heterdaad

Heterdaad zit er bovenop, maar het verhaal eronder.

Roman over micro-verhalen rond een detective en een zee aan voetnoten.

Je hebt goede en slechte boeken, je hebt intrigerende en saaie boeken, je hebt ook boeken waarvan je je afvraagt of ze de draak steken met de lezer. De Noorse schrijver Johan Harstad maakte me vorig jaar met zijn Max, Mischa & het Tet-offensief erg gelukkig. De dikke pil die over een naar Amerika geëmigreerde Noorse schooljongen gaat, die toneelregisseur werd en al kris-krossend door het land zijn leven overdenkt, was net zo indrukwekkend als een Een klein leven van Hanya Yanagihara.

Ik keek dus ook reikhalzend uit naar zijn volgende boek, dat hij bijna tegelijkertijd schreef met zijn opus dat de Europese prijs voor literatuur won (de twee voorgaande romans, Buzz Aldrin, waar ben je gebleven? en Hässelby, het demonteren is begonnen heb ik gemist). Heterdaad bevat de verzamelde verhalen rondom detective Heterdaad, van de fictieve schrijver Frode Brandeggen, die debuteerde met het epos Konglomeratische adem, met maar liefst 2322 bladzijden. Niemand wilde het echter lezen omdat het te avant-gardistisch was en er niet doorheen te komen was. De uitgeverij vernietigde de boeken. Brandeggen besloot het daarom over een andere boeg te gooien: hij schreef de ultra-korte avonturen van Heterdaad volgens het principe van het Franse Movement artistique de banalisme, een literaire beweging gericht op ‘het vermoorden van de spanning’.

Wat er op neerkomt dat Heterdaad een misdaad ruikt, er heen gaat en de boosdoener op heterdaad betrapt: “Kip, ik heb je!”, waarna de crimineel zich onmiddellijk gewonnen geeft: “Heterdaad, je bent goed, te goed.” En dit in 15 verschillende varianten.

Deze verhalen zijn echter slechts de top van de ijsberg. Het grotere, onderwater liggende deel van de roman bevindt zich in de voetnoten, geplaatst in het tweede deel van het boek, geschreven door ene (fictieve) voetnoot-specialist Bruno Aigner. Hij voorziet de verhaaltjes van commentaar en uitleg, waarin hij steeds meer vrijheid neemt en wegen inslaat die ons steeds verder weg drijven van Heterdaad, soms diep de film- en literaire wereld in, soms diep de lariekoek in, omdat Aigner zich niet altijd bij de feiten houdt en er soms op los fantaseert, zoals over zijn reis naar Australië. De lengte variëert van een eenvoudig “Hm”, tot pagina’s lange verhandelingen.

Voetnoten-romans, hoe intelligent of amusant ze ook kunnen zijn, zijn een nachtmerrie voor de serieuze lezer, vooral wanneer de voetnoten achterin het boek staan en je constant bezig bent van voor naar achteren te bladeren. De roman is dan ook absoluut niet geschikt als e-boek.

In 2001 werd het boek Het kaartenhuis van Mark Z. Danielewski gepubliceerd, een boek waarin de helft van het verhaal in de voetnoten op betreffende pagina’s te vinden is, maar ook in een ellenlange appendix achterin, en pagina’s met voetnoten bevat waar de typograaf zich op heeft kunnen uitleven: schots en scheef, ondersteboven, doorgestreept, in spiegelbeeld of in een kolom zijwaarts bij het verhaal gedrukt. Andere pagina’s bevatten slechts enkele zinnen of maar één woord, of teksten ondersteboven of op hun kant, of te lezen van beneden naar boven. Toch doen deze dolle typografie en de vele voetnoten niets af aan het verhaal: een ongebruikelijke leeservaring die zeker de moeite waard is.

In 2009 kwam het aandoenlijk en onderhoudende De verzamelde werken van T.S. Spivet van Reif Larsen uit. Het is een verhaal over een 12-jarig jongetje dat flirt met de wetenschap. Zijn verhaal is rijkelijk versierd met getekende kantaantekeningen, die schema’s of rijtjes bevatten die het verhaal illustreren en verdiepen. Een prachtig aanvulsel, dat totaal niet stoort bij het verhaal.

De voetnoten bij het verzamelde werk van Heterdaad zijn andere koek, zeg maar gerust, wat taaiere koek. Het zijn losse op- en aanmerkingen op de verhaaltjes en de schrijver Brandeggen, die dan weer wel en dan weer niet leuk zijn. Soms zijn het forse uiteenzettingen over tal van verschillende onderwerpen, zoals de biografie van de voetnoten-schrijver, alles wat Brandeggen’s vader haatte (bijna alles, dus een pagina’s lange opsomming), of over de invloed van filmregisseurs en -schrijvers zoals de in 1998 overleden Leslie Stevens. Knipogen naar de literatuur- en filmwereld, maar wel 251 knipogen, waarvan sommigen een worsteling. Ik beschouw dit boek dan ook niet meer als een heerlijke literaire grap, een satirische uitlaatklep voor de schrijver tijdens het gezwoeg van het schrijven van zijn prachtige Max, Mischa & het Tet-offensief, en voor de lezers die zich eraan willen wagen. Een boek vol mooie kwinkslagen: “voor liefhebbers van misdaadromans, die niet van lezen houden”. Of juist andersom.

Johan Harstad – Heterdaad (Ferskenen, vert. Paula Stevens), Podium 2018

Leeslinks:
Van dezelfde auteur:
Max, Mischa & het Tet-offensief
Over een andere rechercheur:
Lydie Salvayre – Het zwijgen van Salvedra
Voetnoot-romans:
Mark Z. Danielewski – Het kaartenhuis
Reif Larsen – De verzamelde werken van T.S. Spivet
Rijtjes boeken:
Erlend Loe – Naïef. Super.
Eigenzinnige typografie:
Steven Hall – Gehaaid