De boeren zijn boos, roeren zich en zetten Nederland op z’n kop. Het boerenbedrijf is altijd al in beweging geweest: van keuterboertjes naar enorme agrarische bedrijven. In de ogen van buitenstaanders ziet het boerenleven er misschien idyllisch uit, maar het is een zwaar leven. Het boerenleven is misschien niet een groot thema in de literatuur, maar hier enkele romans spelend op boerderijen, rond boeren en boerinnen:
Uit Zweden een boek over een jongetje dat de boerderij van zijn eigenzinnige vader niet wil overnemen. Zijn hart gaat uit naar de vogels. Het is een prachtige roman over een boer die niet echt wil vernieuwen en die angstvallig het weer bijhoudt, niet van plan zich door wat dan ook te laten overvallen, terwijl zijn zoontje worstelt met de liefde voor zijn vader: Tomas Bannerhed – Waar de vogels vliegen
Toen in Engeland de wolindustrie opkwam, veranderde het landschap op grote schaal dankzij de introductie van grote kuddes schapen. Jim Crace schreef een intrigerende roman over een Engels afgelegen boerendorp, dat het schapentij probeerde te keren: Oogst
Boerderijen waren ideale schuilplekken in de oorlog. Het was ook op het platteland waar nog wat eten kon worden geritseld tijdens schaarste. Hier een verrassend fraaie Duitse roman over een boerderij in de Tweede Wereldoorlog, waar de bewoners slim met domme soldaten omgaan: Paulus Hochgatterer – De dag dat mijn grootvader een held was
Wanneer de mankrachten niet meer allemaal aanwezig zijn, zoals ten tijden van oorlog, hebben de boerinnen de zware taak de boerderij te runnen. Rosina Lippi schreef een mooie roman over generaties vrouwen, op drie boerderijen, hooggelegen in de Oostenrijkse Alpen: Hofstede
De Engelse schrijver Owen Sheers vroeg zich af hoe het land er zou hebben uitgezien, was het de Duitsers tijdens WOII gelukt Engeland binnen te dringen. Hij schreef een fictief verhaal over boerinnen, alleen achtergelaten op hun afgelegen boerderijen, terwijl hun mannen de ondergrondse strijd waren ingegaan: Verzet
In de Alpenlanden, zoals Zwitserland, speelt een deel van het boerenleven zich ’s zomers af op zomerweiden, waar de koeien volop sappig gras kunnen vinden. In het vermakelijke eerste deel van de Zwitserse trilogie Sez Ner volgen we enkele veeboeren een zomer lang hoog in de bergen op de Alpenweides, waar ze melken, kaas maken en regelmatig een pintje drinken: Arno Camenisch – Sez Ner trilogie