“Noordnoordwestelijk gek”
Engelse autobiografische roman over een vrouw die rouwt om de dood van haar vader en een havik africht.
Er zijn heel wat boeken geschreven over rouwverwerking. Jonathan Safran Foer schreef een monumentale roman over een jongetje dat een boodschap van zijn overleden vader probeert te ontcijferen (Extreem luid & ongelooflijk dichtbij), Mitch Cullin laat een meisje zich terugtrekken in een volledige fantasiewereld (Getijdenland), net zoals Jaap Robben in zijn prachtige roman Birk en James O’Neill in Verstoring. Peter Verhelst schreef een poëtisch meesterwerk naar aanleiding van de dood van zijn moeder (Voor het vergeten).
De dood van haar vader zette de Engelse schrijfster en historicus Helen MacDonald ook aan tot een ongewone actie: ze besloot om haar meisjesdroom te verwezenlijken en een havik te nemen, die moest worden getreint (roofvogels worden niet getraind, maar getreint). Het treinen van een roofvogel vraagt vooral om heel veel geduld en tijd. En dat heeft MacDonald te over: ze laat al haar relaties met vrienden en familie verzanden en wijdt zich geheel aan haar havik Mabel.
Als kind was MacDonald al gefascineerd door roofvogels en las alles wat ze maar kon vinden over haviken africhten. Daar behoorde ook de roman De havik (The Goshawk) van T.H. White toe. In dat boek ging het vooral over de fouten die je kunt maken met het treinen, maar de strijd tussen de wil van mens en dier wordt er ook schitterend in uitgelegd, iets wat MacDonald als kind niet geheel begreep, maar niet was vergeten. Terwijl ze nog aarzelt tussen het nemen van een valk of een havik, grijnst het bestofte exemplaar van De havik haar vanaf de boekenplanken toe als een geheime uitdaging. Het boek wordt uit de kast getrokken en zo dringen ook White en zijn havik Gos dieper het verhaal in.
MacDonald is namelijk razend nieuwsgierig wat White fout deed, wat het verschil is tussen Gos en Mabel en of haar ook niet hetzelfde lot staat te wachten. White had zich teruggetrokken uit de maatschappij, vechtend tegen de teleurstellingen van het leven. Hij hoopte gelouterd te worden door de natuur en ging het avontuur aan met het africhten van een valk, dat hem niet echt geluk bracht. Zijn treining was een zwaar gevecht tussen een man en zijn vogel, tussen macht en vrijheid. Ook de treining van Mabel is een strijd waar MacDonald zich met vallen en opstaan doorheen slaat. Met regen, storm, sneeuw, het duo is niet weg te slaan uit de natuur waar ze oefenen. Totdat ook Mabel klaar is om uit te vliegen om op eigen prooi te jagen, het thema dood weer actueel wordt en het de hoogste tijd is voor wat bezinning.
Dankzij talloze citaten uit historische havik-literatuur, het verhaal van T.H. White en Gos en andere havik-curiositeiten – zoals de rol van de valkerij in het Derde Rijk – is het een schitterend eerbetoon aan de havik. De havik-verhaallijn rolt als een zware kabel door de rouwverwerking die door diepe en eenzame dalen gaat, tegen de gekte schuurt, maar toch langzaam wegebt. Er zit zoveel passie in MacDonalds woorden en beschrijvingen dat je blijft doorlezen, van de ene anekdote naar de andere: over haar vader, de strijd met Mabel, bezoek aan vrienden en jeugdherinneringen.
Dat alles begeleid door een beeldend schrijven over Engelse landschappen, die je midden in de natuur zetten, ook al is het vaak niet het mooiste landschap en schijnt de zon er lang niet altijd.
Zonder dat ze het zelf misschien wilde, heeft MacDonald hier een stuk Engeland neergezet dat aan het verdwijnen is: weggetjes, heggetjes, velden en kleine bossen waarin o.a. fazanten, patrijzen en konijnen leven, zijn een ideaal jachtterrein voor roofvogels. De valkerij, vroeger ooit alleen weggelegd voor de aristocratie (nu als hobby uitgeoefend door een scala aan verschillende mensen), verdwijnt echter langzaam maar zeker, met het kleine wild dat steeds zeldzamer wordt in het wegkwijnende Engelse landschap, onder de voet gelopen door steeds meer industrie, verstedelijking en milieuvervuiling.
Het is super stoer iemand te zien met zo’n imposante roofvogel op een gehandschoende vuist. Zeker wanneer je leest hoe iemand ertoe komt om zo’n vogel te nemen, kun je de passie ervan iets beter begrijpen. Wanneer je dit verhaal leest, gaat het vast ergens kriebelen. Maar het is niet zomaar een passie, want het gaat niet altijd alleen om de vogel, maar ook om een ijzeren zelfdiscipline.
Helen MacDonald heeft op een sublieme manier haar obsessie, rouwverwerking en de strijd met zijn valkuilen beschreven. Ook De havik van T.H. White uit 1951 gaat over zo’n innerlijke strijd en is dankzij De H is van havik weer opnieuw uitgegeven in Engeland. Twee boeken die makkelijk met elkaar kunnen concurreren over hoe mensen dieren inzetten om te vechten tegen zichzelf.
Helen MacDonald – De H is van havik (H is for Hawk, vert. Nico Groen en Joris Vermeulen). De Bezige Bij 2015
Leeslinks
Over een jonge valkenier:
Barry Hines – Kes
Een man en zijn hond:
Sarah Baum – Stommelen stampen slaan
Rouwverwerking en vogels:
Jaap Robben – Birk