Frans Stüger – Weerloos

De Avonden voorbij

Nederlandse roman over 10-jarig jongetje in de jaren 50.

Aarzelend komt het verhaal op gang over hoe René opgroeide. In een Amsterdam van de jaren 50 waar de geur van doorgekookte aardappels eeuwig in de huiskamer bleef hangen. Waar de avonden werden gevuld met spelletjes zoals pimpampet en mens-erger-je-niet of waar de eerste schreden werden gezet op het dambord.

Het is een katholiek gezin waar de regels streng zijn en waar René als een jonge Frits van Egters graag over mag nadenken. Zijn vader wordt soms wanhopig van René’s nietsdoen. René’s moeder heeft een wankele gezondheid, waardoor ze af en toe naar het ziekenhuis of naar Lourdes verdwijnt. René zou het liefste een gezonde moeder willen hebben, want hij houdt veel van haar. Meer dan van zijn vader die in alles wat onvoorspelbaar is.

Dan is er zijn vriendje Mario. Iedereen denkt dat die van Italiaanse afkomst is. Mario wil dan ook altijd rare spelletjes doen. Maar René heeft nu eenmaal geen ander vriendje, dus probeert hij er vaak met tegenzin het beste van te maken.

Tegen het einde van het boekje wordt de sfeer van De avonden verdreven door een andere sfeer. Hoewel de verveling misschien van René afstraalt gebeuren er dingen rondom hem die van invloed zullen zijn op zijn verdere leven.

Heel verrassend laat Frans Stüger deze lamlendige sfeer van benepenheid uit de jaren ’50 los om het leven bij zijn voegen te pakken, eens goed te schudden en er een klein drama uit te laten zakken.

Van De Avonden lijken we over te gaan naar een David Copperfield, over een weesjongen die zielig in een hoekje de pesterijen van zijn slaapzaalgenootjes afwacht.

Maar dan blijkt opeens het venijn van het verhaal en de kracht van Frans Stüger. De droevig makende jaren vijftig lijken eindeloos en het leven van René een niets veranderend verhaal. Maar met enkele simpele beelden maakt Stüger dat een weerloos jongetje zich los kan worstelen uit die duisternis zodat hij de toekomst rechtop tegemoet kan gaan, naast het beeld van een man die zich gelaten naar de jaren 50 voegt.

Hoe Hollandser kan het: “Zijn pleegvader zette dit keer zijn fiets niet op slot”. Dankzij deze droevige doch mooie eindbeelden is Weerloos een boekje dat zonder dat je het in de gaten hebt je midden in een Hollands drama plaatst. André Hazes was de koning van het Nederlandse levenslied. Weerloos is een kanjer van een Nederlands levensverhaal.

Frans Stüger – Weerloos, Bert Bakker, 2004

Leestips
Over die donkere avonden:
Gerard van ’t Reve – De avonden
Nog een boek over de Amsterdamse jaren 50:
Ingrid Hoogervorst – Woede
Amsterdam begin 20ste eeuw:
Willem van Toorn – Stoom
Over een roerig gezin in de jaren 50 in Stockholm:
Kjell Johansson – Het rode huis
Andere jeugdmuziek uit de jaren 50 uit het Noorden:
Mikael Niemi – Popmuziek uit Vittula
Lars Saabye Christensen – De halfbroer