Caradog Prichard – In de maneschijn

Een Welshe klassieker uit 1961

Semi-biografische streekroman uit Wales over 10-jarig jongetje in een leisteenhouwersdorp.

Een ongeveer tien-jarig jongetje vertelt over het einde van zijn jeugd waarbij alles een beetje mis ging. We ontmoeten Huw, zijn vriendje met wie hij altijd op stap gaat. Het andere vriendje is Moi, die echter geen lang leven beschoren is. We gaan bosbessen plukken met Meri Pruimen, bezoeken de boerderij Bwlch-Hoeve, lopen over de brug waar Wil Stijve Kraag het rad van vuur had gezien, bezoeken een bokswedstrijd en een voetbalwedstrijd, er worden stichtelijke liederen gezongen door een koor van mannen dat geld inzamelt voor hun staking, kortom we beleven een dorpsleven in Wales (samen met Engeland, Schotland en Noord-Ierland vormt Wales het Verenigd Koninkrijk) rond begin 1900.

De roman was oorspronkelijk opgezet als een ’toneelspel voor stemmen’. Dit naar aanleiding van het beroemde hoorspel Onder het melkwoud van Dylan Thomas, die ook uit Wales kwam. Op de achtergrond van de roman de grote stakingen in Wales van 1900-1903, waarna een religieuze opleving volgde, de zogenaamde Welshe revival rond 1904-1905 en tenslotte de Eerste Wereldoorlog. Caradog Prichard, zelf uit Wales afkomstig, schreef deze roman in het Welsh welke in 1961 in die taal werd gepubliceerd. De Engelse vertaling volgde pas in 1991.

Caradog Prichard werd in 1904 geboren in het stadje Bethesda, een streek die bekend stond om zijn leisteen. Op zijn zeventiende verliet Prichard zijn geboortedorp en ging naar Caernarfon waar hij de journalistiek in ging die op dat moment in de Welshe taal een hoogtepunt beleefde. Met gedichten wist hij enkele literaire Welshe prijzen weg te slepen. In 1936 vertrok hij naar Londen om voor de News Chronicle te gaan schrijven waar hij een Welshman in ballingschap werd. Hij stierf er in 1980.

Hoewel Caradog Prichard tijdens zijn vele drinkgelagen niet somber overkwam, werd hij zijn hele leven lang geplaagd door ‘Weltschmerz’ in de vorm van zijn liefde voor zijn moeder. Prichard’s vader ging dood toen hij zelf vijf maanden oud was waarna zijn moeder een wrak van liefdesverdriet werd en moest worden opgenomen in een gesticht waar ze vooral troost putte uit religieuze ervaringen. Haar hele resterende leven lang bleef Prichard zijn moeder daar opzoeken, schreef over haar en haar onuitputtelijke verdriet en wist zich niet los te maken uit deze moeder-zoon-relatie. Zelfs na haar dood in 1954 bleef het verdriet van deze vrouw het hoofdonderwerp in zijn literaire werk dat voornamelijk uit gedichten bestond.

Het hoofdthema in de roman In de maneschijn is hierop geen uitzondering. De roman is semi-autobiografisch. Alles wat de verteller en ik-persoon in de wereld bezit is zijn moeder die thuis op hem wacht en probeert de eindjes aan elkaar te knopen. Hoewel de taal en het verhaal wat simpel aandoen, gaat de roman achteraf veel dieper en zie je het perspectief pas wanneer het uit is. Ook dankzij het nawoord van de Welsh letterkundige Harri Pritchard Jones en een verantwoording van de vertaler Frank Lekens die het boek uit het Engels heeft vertaald.

Caradog Prichard’s grote kracht ligt in het zichtbaar maken van een heleboel narigheid zonder daar direct over te schrijven. De bittere armoede in het dorp, de barre werkomstandigheden, het harde leven in een kou en nat klimaat, het hartverscheurende verdriet van de moeder, het staat allemaal tussen de regels geschreven. De bovenlaag is die van een jongetje dat veel door het dorp struint, koeien binnenhaalt, bosbessen gaat plukken of paddestoelen zoekt. Hij keuvelt met zijn vriendjes, ze proberen binnen te komen bij een voetbalwedstrijd en ze vragen zich dingen af over de grote mensenwereld. Zijn moeder is de enige om wie hij zich af en toe zorgen maakt, voor de rest is hij onbekommerd en nog lang niet klaar voor de verantwoordelijkheden die de volwassenen met zich mee dragen. Als die zich dan aandienen is dat als een donderslag bij heldere hemel en kan het ventje het niet aan.

In een cryptisch laatste hoofdstuk lezen we de gruwelijke gevolgen. Mede dankzij het nawoord is het al met al een interessant boek voor Engelse literatuurliefhebbers of mensen die van streekromans houden.

Caradog Prichard – In de maneschijn (Un Nos Ola leuad, vert. uit het Engels ‘One Moonlit night’ door Frank Lekens), Podium 2003

Leestips
Wales in een fictieve oorlog:
Owen Sheers – Verzet
Nog meer armoede in Engeland:
Fiona Mozley – Elmet
Barry Hines – Kes
Trezza Azzopardi – De schuilplaats
Andrew O’Hagan – Onze vaders
Frank McCourt – De as van mijn moeder
Jamie O’Neill – In zee, twee jongens
Schotland:
Graeme MacCrae Burnet – Zijn bloedige plan