Alison Smith – Noem alle dieren

Kremlin spelen

Amerikaanse auto-biografische roman over meisje wiens broer verongelukt is.

Alison, of Alroy zoals haar moeder haar noemde, was vijftien toen het verschrikkelijke nieuws door twee agenten werd gebracht. Haar broer Roy, net achttien, was verongelukt. De wereld voor Alison en haar ouders viel uiteen in tweeën: het leven voor Roy en het leven na Roy. Op school werd Alison ‘het meisje wiens broer dood was’ en iedereen vermeed angstvallig erover te praten. De krantenknipsels over het ongeluk werden voor haar verborgen.

Voor Alison had je De-Mensen-Van-Ervoor en De-Mensen-Die-Wisten. Iemand die tot de eerste groep behoorde was een nieuw meisje op school: Terry. Na wat aftasten komen beide meisjes erachter dat ze verliefd op elkaar zijn. Wat Alison’s moeder de vreselijke uitspraak ontlokt: “Maar je weet toch dat lesbiennes in de hel komen?”

Alison trekt zich steeds meer terug in haarzelf, op zoek naar haar verloren broer. Het duurt jaren eer ze beseft dat Roy echt niet meer terugkomt.

Het rouwproces, lesbienne zijn en eetstoornissen hebben. Dat zijn de hoofdthema’s van de autobiografische debuutroman van de Amerikaanse Alison Smith. Wie denkt dat hier weer de volgende smartlap ligt over een zielig meisje met verdriet dat het onderspit delft op een nonnenschool, komt bedrogen uit.

Op de een of andere manier heeft de schrijfster haar verdriet om haar verloren broer op een positieve manier weten te uiten: het boek is krachtig, met onderliggende humor en geenszins het clichébeeld van een katholiek meisje dat gebukt gaat onder het kerkelijk gezag in de vorm van nonnen en het diep liggende geloof van haar ouders.

Het plastic Judas-beeldje van haar vader en het beschadigde Maria-beeld op school zijn voor Alison gewone voorwerpen waartussen zij haar leven leidt. Het judas-beeldje staat voor de haast obsessieve manier waarop haar vader met het geloof en zijn heiligen omgaat. Alison vraagt zich af waar de beschermengel van haar broer was toen het ongeluk gebeurde en of het wel nut heeft dat haar vader haar iedere morgen komt zegenen.

Het grote Mariabeeld op school met de afbrokkelende tenen biedt een veilige haven om je aan het oog te onttrekken. Maar ook om in een stil hoekje even uit te huilen.

Ook de zusters die les geven op de kloosterschool worden in een rol geplaatst van gewone mensen, ook al is het voor Alison vreemd om ze in hun nachtgewaden naar het zwembad te zien lopen.

Al deze kleine details maken Noem alle dieren tot een verfrissend boek dat veel cliché’s weet te omzeilen. De dramatische gebeurtenis van het verlies van een broer heeft de schrijfster op een pakkende manier weten over te brengen.

Alison Smith ‘speelt geen Kremlin’ zoals haar moeder, die een kei is in het uitwissen van dingen in haar geheugen. Ze heeft met dit boek de afschuwelijke waarheid een plaatsje in haar leven gegeven. Het is een mooi geschreven boek en niet alleen voor lezers die er een roman over rouwverwerking in zien.

Alison Smith – Noem alle dieren (Name all the Animals, vert. Irma van Dam) Cargo, 2004

Leeslinks
Over eetstoornissen:
Amélie Nothomb – Plectrude
Camille Bordas – Loop nooit weg zonder helm