Barsten in het paradijs
Avonturenroman over een commune op een onbewoond eiland in Thailand.
Literaire avonturenroman, zo zou je dit boek het beste kunnen omschrijven. En niet zomaar een avonturenboek, het is een tropisch avontuur, een ‘lord of the flies’-avontuur voor volwassenen.
Richard, op reis door Thailand, heeft gehoord van een geheim paradijs dat ergens op een van de eilanden moet zijn voor de Thaise kust. Hij ontmoet een Frans stel dat de tocht met hem naar het eiland wil ondernemen en zo arriveren ze al zwemmend in het Paradijs. Maar deze goddelijke plek blijkt niet geheel uitgestorven. Aan de ene kant van het eiland vinden ze hennepplantages, maar gelukkig aan de andere kant een moderne commune die probeert te overleven op dit onbewoonde eiland.
Het is een virtuoos geschreven verhaal over van alles waar je wel eens over droomt. Vanaf de eerste pagina wordt je in spanning gehouden door de kleinere en grotere verhaallijnen. Het lijken allemaal Indiana-Jones-clichés als ik ze zo zou opnoemen, maar op de een of andere manier weet Garland de avonturen zo neer te zetten dat ze geheel vanzelfsprekend overkomen en tezamen de grote spanningsboog opbouwen die in een waardige apotheose eindigt.
Niet alleen de spanning maakt dit boek tot een meesterwerk. Lag het mekka voor de hippies in de jaren zestig nog in Afghanistan en India, het mekka voor de hedendaagse ‘rugzakkers’ ligt nu in Thailand en Vietnam en dit tijdsbeeld weet de schrijver prachtig neer te zetten.
Het is dan ook niet verwonderlijk dat de rechten van dit boek snel waren verkocht aan de filmmaatschappij 20th Century Fox. Leonardo Di Caprio werd gecontracteerd voor de hoofdrol en ‘The making of’ van deze film werd beruchter dan de film zelf wegens de schandalen over het kappen van talloze bomen op de set in het Thaise natuurpark Thi Thi en de avonturen die het maken van zo’n film met zich meebrengt. Het verhaal op het witte doek zelf is redelijk geflopt. Films die dit soort goeie boeken weten te evenaren zijn zelden. (uitzonderingen: Onder de vulkaan van Malcolm Lowry en Het dak van de hemel van Paul Bowles). Anders gewoon nog een keer het boek overlezen als je de film van The Beach voorbij ziet komen.
Alex Garland – Het strand (The Beach), Atlas, 1997
Leeslinks:
Voor mensen die toch nieuwsgierig zijn naar het overleven op een eiland:
John Treherne – Het roestvrije paradijs
Christian Kracht – Imperium
Het paradijselijke eiland van Aldous Huxley:
Harmen Lustig – De hemel is niet ver meer
Over een ander mysterieus eiland:
Hanya Yanagihara – Notities uit de jungle
Voor de ‘rugzakkers’ die willen weten hoe je in de jaren 60 reisde (en natuurlijk voor andere liefhebbers):
Peter ten Hoopen – De trancekaravaan
De klassieke ‘onbewoond-eiland -verhalen’:
William Golding – Heer der Vliegen
Daniel Defoe – Robinson Crusoe
Ander ‘avontuurlijk’ toerisme:
Lydie Salvayre – Nobele zielen
Ilija Trojanow – Smeltend ijs
Michel Houellebecq – Platform