Het voortsukkelen van het leven
Nederlandse roman over een knorrige parkeerwachter in Hilversum.
Jaap Goedegebuure schreef in een recensie van februari 2025 in Trouw over De resten van de mens van Detlev van Heest: “De beginnende Van Heestlezer zou het zo maar saai kunnen vinden.” Dat is een zin die me intrigeerde en ik besloot, mede op zijn aanraden, me toch weer in een leesavontuur van een Nederlandse schrijver te storten.
Al snel kreeg Jaap Goedegebuure helemaal gelijk: ik als beginnende Van Heestlezer vroeg me af waarom ik in godsnaam aan een boek was begonnen dat uit kleine stukjes bestaat, een soort dagboekfragmenten, waarin vooral op de eerste pagina’s een duizelingwekkend aantal personages lijkt voor te komen die het leven van de hoofdpersoon alias schrijver Detlev van Heest in- en uitloopt. Het duurde niet lang of ik legde het boek met een diepe zucht terzijde.
Parkeerbonnen schrijven als sport
Maar op een mooie dag, alweer vermoeid van een ander boek, nam ik de roman weer in handen en begon ten tweede malen te lezen over een parkeerwachter in Hilversum die zo eigengereid is dat hij het parkeerbonnen schrijven bijna als een sport ziet. Hij breekt record na record met zijn aantal uitgeschreven boetes, waar zijn collega’s niet blij mee zijn, want die kunnen hem absoluut niet bijbenen. Zelfs zijn chefs op het bureau manen hem aan het wat rustiger aan te doen. Deze keer kregen Van Heests’ prikkelende woorden over zijn op het eerste gezicht saaie leven van een parkeerwachter me in zijn greep.
Regels handhaven
Detlev van Heest is met het schrijven van zijn stukjes, die zonder noemenswaardig plot samen De resten van een mensvormen, net zo onstuitbaar als zijn alter ego op de Hilversumse straten. Het leven als parkeerwachter levert verrassend genoeg heel wat pagina’s literatuur op. Zoals de nodige scheldpartijen en menige dreiging van een handgemeen. De mensen pikken het niet altijd om op de bon geslingerd te raken en hebben hele ladingen fraaie smoezen om het hart van een bonnenschrijver om te turnen, goedschiks, dan wel kwaadschiks. Maar dan zijn ze bij Van Heest aan het verkeerde adres, die zijn baan niet alleen als een sport ziet, maar de regels op straat met hardhandige hand probeert te handhaven, terwijl de regels die voor hem als werknemer gelden hem gestolen kunnen worden en hij op zijn beurt vaak genoeg de neiging heeft zijn bazen aan te vliegen na weer een akkefietje over het werkethos.
Bonte stoet aan karakters
Zijn collega’s zijn een stelletje armzalige lui met heel wat items, die hij echter altijd wel in bescherming neemt, maakt niet uit hoe politiek incorrect ze soms overkomen. Zoals Youssef met losse handjes, Farouk die rijp is voor een psychiatrische inrichting of simpele Djokan. Alleen al met deze andere parkeerwachters had Van Heest een heel boek kunnen vullen. Maar De resten van een mens gaat nu eenmaal over zijn leven, waarin ook zijn drankzuchtige familie in Duitsland een rol speelt, zoals de dood van zijn onkel Richard. En er is zijn bescheiden vriendenkring. Door zijn eigenzinnige karakter dat niet wil buigen voor andermans wensen loopt zijn zoveelste relatie, deze keer met Adèle, weer op de klippen, zodat er eigenlijk maar twee serieuze vriendschappen zijn leven domineren: die met Lousje, de klagende weduwe van J.J. Voskuil (1926 – 2008), en de heerlijk Indonesisch kokende mevrouw Emma Paulides, de moeder van Sandra van Raalten, het slachtoffer van de beruchte paskamermoord in Alkmaar in 1984.
Levendige spotprenten
Hoe word je als schrijver parkeerwachter na een carrière van correspondent zijn in Japan voor Trouw? Die vraag wordt misschien beantwoord in zijn vorige boek uit 2024, Parkeren in Hilversum, waarin zijn avonturen in de Hilversumse straten al eerder een uitweg vonden. In De resten van een mens sukkelt het leven van deze knorrige parkeerwachter voort. De enige plot die er in het boek zou kunnen zitten, is het voortschrijden van het leven, door de dood op de hielen gezeten. Terwijl Van Heests’ vrienden en familie duidelijke tekenen van ouderdom vertonen blijft hijzelf buiten schot wat betreft de jaren die gaan tellen. Stervende familieleden, weduwen die treuren om hun man of hun dochter, de resten van een mens stevenen af op een einde en zo dus ook de omgeving van Van Heest.
Het is moeilijk om de vinger te leggen op waarom je opeens gegrepen wordt door deze woordenstroom van Van Heest, over een man die bepaald niet overstroomt van levensvreugde. Zijn observaties maken zijn omgeving tot een levendige spotprent, waarbij ondanks de botte bijl waarmee hij kan slaan, een glimlach vaak om de hoek ligt. Of het nu de personages zijn die geënt zijn op bestaande mensen, of personages die niet zijn terug te herleiden naar het echte leven, de pen van Van Heest is scherp en nietsontziend, een vermaak dat menige lezer zal aanspreken.
Detlev van Heest – De resten van een mens, Van Oorschot 2025
Het vorige boek:
Parkeren in Hilversum
Knorrige schrijvers over hun leven:
Albert Vigoleis Thelen – Het eiland van het tweede gezicht
Bohumil Hrabal – Een driebenig paard
Edgar Hilsenrath – Fuck America. Bronsky’s bekentenis
John Fante – Vraag het aan het stof