La dolce vita
Italiaanse roman over een meisje uit een sombere vallei.
In Europa opgroeien in de jaren 60 en 70 betekende dat de wereld om je heen in snel tempo veranderde. Italië was een arm land en vooral de steden stonden op het punt om te exploderen met miezerige buitenwijken vol moderne flats, zoals ook in de beroemde film van Fellini La Dolce Vita uit 1960 is te zien, waarin niet alleen de historische Trevi fontein in hartje Rome, maar ook een in aanbouw zijnde buitenwijk als decor dient.
Constanza, Mario en Gaia
Hoofdpersoon Constanza komt echter niet uit Rome, maar uit een klein, donker dal, waar de zon nauwelijks weet door te dringen. Ze groeit op in het Gele Huis, groot maar koud. Haar moeder Augusta heeft geen idee hoe je een kind moet opvoeden, laat staan liefhebben en ook haar vader Tiziano is de kunst van de liefde verleerd.
Constanza groeit op te midden van buren, familieleden en tradities, maar eenmaal oud genoeg om alleen op stap te gaan, vormen de vriendinnen Livia en Mimi een vast anker in haar leven. Totdat ze Claudio ontmoet, die haar hart weet te stelen. En zo komt Gaia ter wereld.
Jaren 70
Het boek is een werveling van verhalen, grotendeels uit de jaren zeventig. Over Constanza die zo graag de donkere vallei wil ontvluchten, met haar vriendinnen op avontuur de wereld in, liftend naar kleine stadjes, naar zee, naar Milaan. Ze komt één nacht niet thuis, enkele dagen en zelfs een maand niet thuis. Waarna ze zwijgend haar plaats aan tafel weer inneemt tussen haar ouders. Haar moeder Augusta kan haar wel achter het behang plakken, maar heeft altijd op cruciale momenten migraine en zo ziet Constanza haar moeder eigenlijk altijd maar op bed liggen.
Claudio heeft een heel ander verhaal: opgroeiend in een huis hartje Rome. Het huis volgepropt met de levens van oma Iris, Claudio’s vader Rafaele totdat hij dood neerviel en Renato zijn entree maakte, zijn moeder Pia, zijn ‘neef’ Flavio en diens vrouw Mirta. Als jongste en lievelingetje van de familie weet hij het tot tandartsassistent te schoppen, ook al had hij toen al lang de drugshandel ontdekt, waardoor de familie langzaam uit de armoede kon kruipen.
Jaren 60
Soms doen we een stapje terug naar de jaren ‘60, om te zien hoe Constanza en ook Claudio als kind in hun omgeving pasten. Het levert mooie jeugdverhalen op.
Afkickcentrum
Ginevra Lamberti beschrijft de eenzame beslotenheid van een achteraf gelegen vallei in Veneto en richt haar pijlen daarbij op generatieconflicten, de zucht naar vrijheid, vriendinnen, de eerste vriendjes, verbondenheid zoeken in de wereld. Bovendien speelt een klein gedeelte van de roman in het grootste afkickcentrum van Europa, San Patrignano, waar Ginevra, net zoals Gaia, ter wereld kwam. Het verhaal heeft een autobiografische inslag.
Geschiedenis
Terwijl we door het leven van Constanza dwalen, soms ook door dat van haar moeder Augusta, haar dochter Gaia en Claudio, dwalen we ook een beetje door de geschiedenis van Italië. De verhalen beperken zich niet tot het dal in Veneto, maar sleuren de lezer langs de Italiaanse kust, Milaan, Rome en nog wat plekken. Lamberti heeft geen merknamen nodig om een tijdperk te benoemen, ze schildert tijdsbeelden met het liften, kleding, kapsels, revolutionairen, krakers, hoe steden en zelfs afgelegen dalen veranderden. Hoe Italië langzaam een modern land werd.
Liefde
Het is een somber dal waar Constanza vandaan komt, het is een sobere familie waarin Constanza is geboren. Het verhaal op zichzelf stemt ook niet al te vrolijk. Maar waar je wel gelukkig van wordt zijn de heerlijk bijtende en sarcastische woorden waarmee Lamberti schrijft. Je zou bijna zeggen dat het verhaal er niet toe doet, zolang de vertelster maar tegen haar personages kan schoppen. Tederheid. Dat kende Augusta niet, noch Constanza, noch de woorden van Lamberti. Het sarcasme heeft de overhand. En toch sluipen er af en toe zinnen in het verhaal die kond doen van gevoelens tussen vooral de vriendinnen, maar ook naar de ouders toe. En toch worden er gebeurtenissen beschreven die laten zien dat er zelfs in dat donkere dal liefde kan bestaan.
Dit is niet zomaar een roman over een vrouw die een dal en het benauwende leven van haar ouders probeert te ontvluchten, maar een mooi onderhoudend verhaal over ouders, kinderen en vrienden. Het is een boek met een magische kracht, zoals je ook vindt in de Napolitaanse romans van Elena Ferrante. Een boek waarin veel van het leven valt te herkennen, maar het is vooral een boek in een pakkende stijl geschreven.
Ginevra Lamberti – Iedereen slaapt in de vallei (Tutti dormono nella valle, vert. Manon Smits), Uitgeverij Van Oorschot, 2023
Leestips
Italië, jaren 60 – 70:
Marta Barone – Verzonken stad
Elena Ferrante – De Napolitaanse romans
Lidia Rivera – Het feest is afgelopen
Napels, jaren 50 – 60:
Domenico Starnone – De straat der klachten
Rome, jaren 50:
Alba de Céspedes – Verboden schrift
Vriendinnen:
Nino Haratischwili – Het schaarse licht
Lana Bastašić – Vang de haas
Over een ander Italiaans stadje:
Maddalena Vaglio Tanet – Ballade van het bos
Ontsnappen uit je milieu:
Tezer Özlü – De kille nachten van de jeugd
Nicola Mathieu – De uitzichtlozen
Pirkko Saisio – De Helsinki trilogie