Karin Boye – Kallocaïne

Waarheid is niet alles

Zweedse dystopie over een man die een waarheidsserum heeft uitgevonden.

Het verschil tussen een utopie en een dystopie is dat je in het ene wel – utopie – en in het andere – dystopie – niet zou willen leven. Het zijn door schrijvers gefantaseerde werelden in de toekomst en vooral de laatste eeuw een bijzonder populair genre in de literatuur. Het begon allemaal met het succes van 1984 van George Orwell, gepubliceerd in 1949.

Reeds in 1920 verscheen van de Russische schrijver Jevgeni Zamjatin Wij, waarin hij zijn ongezouten visie geeft op een gefantaseerde, totaal foute maatschappij, welke een waarschuwing inhield voor de toekomst van Rusland. Het boek wordt gezien als de grondlegger van dystopische romans en zou Orwell, die het boek kende, geïnspireerd hebben tot het schrijven van zijn klassieker 1984.

Het kan ook zijn dat de Zweedse schrijfster Karin Boye (1900 – 1941), die ook vertaalster was, het boek kende. Na een teleurstellende reis door de Sovjet Unie en een verblijf in Berlijn, schreef ze in één zomer haar visie op een maatschappij waarin je echt niet wilt leven: Kallocaïne, dat in 1940 werd gepubliceerd.

Ik vraag me af of de titel van het populaire genotmiddel komt: in de roman is kallocaïne een waarheidsserum vernoemd naar de uitvinder Kall. Kall is een chemicus die zijn ontdekking steeds meer begon te verafschuwen, maar toen was het kwaad al geschied, daar de maatschappij waarin hij leefde iedereen kon oppakken die anders dacht dan de machthebbers. Het systematisch verhoren van mensen was er tot kunst verheven, een kunst die Kall nu verbeterd had.

Het boek werd in 1940 een bescheiden succes in Zweden, wat niet het geval was in Nederland. Nu is er een nieuwe vertaling van Bart Kraamer (die tevens een van de oprichters van uitgeverij Koppernik is), zodat ook nieuwe generaties kennis met dit boek kunnen maken.

Ik had echter moeite met het verhaal: in een monotoon aandoende stijl doet de schrijfster haar dystopie uit de doeken en laat Kall zijn verhaal vertellen, wat ook lange stukken theorie inhoudt over zijn visie op goed en kwaad en over de benauwende heerschappij die zich merendeels onder de grond afspeelt. Iedereen wordt in de gaten gehouden en er is zelfs thuis bijna geen plek om subversieve dingen te bespreken. Hij leeft in een maatschappij van angst, waarom hij concessies moet doen aan het leven. De twijfel aan de trouw van zijn vrouw zet hem aan tot onvoorzichtige daden, wat hem in gevaar zal brengen.

Door het enigszins in mijn ogen saaie schrijven, verloor ik gaandeweg ook belangstelling voor het verhaal en de wereld van Kall. Misschien onterecht. Iedereen ontwikkelt zijn eigen voorkeuren voor boeken: ik raak nu eenmaal snel geïrriteerd door een zekere saaiheid of traagheid in de verhaallijnen, ben niet altijd geïnteresseerd hoe schrijvers zich zo’n nieuwe wereld exact voorstellen, of ben gevoelig voor een niet geschikte tijd om een boek te lezen. Vaak begin ik dan tijden later weer in een boek om te zien of de irritatie niet geheel aan mij lag. Helaas bracht het opnieuw beginnen met lezen in Kallocaïne bij mij dezelfde reactie. Het is gewoon niet mijn boek. Dat wil niet zeggen dat het boek niet interessant kan zijn voor andere lezers, zeker voor degenen die 1984 en andere dystopieën hoog in het vaandel hebben staan.

(Uitgeverij Koppernik heeft overigens een hele lijst aan prachtige boeken, waarvan er nog een heleboel op mijn ‘nog-te-lezen-lijstje’ staan.)

Karin Boye – Kallocaïne (Kallocain, vert. Bart Kraamer), Koppernik 2021

Leestips
De bekendste dystopie:
George Orwell – 1984
De aanvulling op 1984:
Sandra Newman – Julia
Enkele nieuwe dystopieën:
Christoph Ransmayr – De sluismeester
Diane Cook – De nieuwe wildernis
Hanya Yanagihara – Naar het paradijs
Margareet Atwood – De Maddaddam trilogie