Aravind Adiga – Gratie

Doe ik het wel, of doe ik het niet

Indiaas/Australische roman over een illegale Srilankees in Sydney.

Dhananjaya Rajaratman heeft al vanaf zijn vijfde jaar met een zeemeermin willen praten. Danny, zoals hij zich later noemde, groeide op aan een prachtige lagune in Sri Lanka, waar hij op z’n vijftiende met een vriendje de zee op trok. Op zoek naar een magisch eiland, wat, naar hij meende, de beste plek was om een zeemeermin te zien.

Maar nu bevindt Danny zich in Australië, in de grote stad Sydney, waar hij illegaal is en er alles aan doet om niet op te vallen. Hij heeft de manier van praten bestudeerd, de manier van lopen en allerlei andere gewoonten van de Aussies en gedraagt zich daarnaar. Nu is hij bijna gelukkig. Hij heeft gouden lokken in zijn haar laten verven, hij heeft een vriendinnetje en als astronaut met zijn super zuigende, draagbare stofzuiger op zijn rug, voelt hij zich bijna legaal.

Het is 08.46 wanneer hij naar zijn eerste schoonmaakklus van de dag gaat: Huis Nummer Vier, van Daryll, de advocaat. Maar dan gebeuren er dingen waaruit blijkt dat mevrouw Radha Thomas, van Huis Nummer Vijf, is vermoord en Danny schrikt. Twee jaar had hij bij haar schoongemaakt, voor deze vriendelijke dame was hij de Perfecte Schoonmaker, die hem zelfs soms mee uit eten of wandelen nam, samen met haar minnaar dokter Prakasj, van Huis Nummer Zes, waar hij ook twee jaar werkte.

Zo begint voor Danny een odyssee door Sydney. Hij is van slag en meent al snel te weten wie de moord heeft gepleegd. Met zijn verouderde telefoon, die elk moment kan worden afgesloten, raakt hij op drift. In zijn hoofd stromen herinneringen, die zijn dilemma alleen maar vergroten: moet hij de politie vertellen van zijn vermoedens, of niet? Hij is illegaal, dus dat kan hem een uitzetting opleveren. Of zou hij gratie krijgen voor deze nobele daad? En dan is er dokter Prakasj, die op het punt staat het land te verlaten. Hij wilt dat Danny zijn flat komt schoonmaken. Danny aarzelt, maar Prakasj blijft Danny bestoken met sms-jes, terwijl Danny door de stad zwerft op zoek naar antwoorden.

Tijdens de dwalingen doet Danny kond van zijn beschouwingen over wat hij op zijn pad tegenkomt: de Aussies, andere immigranten, legaal of niet, vogels, de brandlucht van een bosbrand niet ver van de stad verwijderd. Ondertussen giert zijn geschiedenis door zijn hoofd en probeert hij nogmaals een oplossing te vinden om legaal te worden. De tijd schrijdt voort en het duurt een hele dag voordat Danny tot een beslissing komt.

Het is een heerlijk boek over immigranten en illegalen. Voor Danny bestaat de wereld uit blank of donker. Ook in Australië. Hij legt de vinger maar al te vaak op de zere plek van racisme, maar ook op de diepe kloof tussen legaal en illegaal. Het is ook een satirische sneer naar Australië, waar alles goed georganiseerd is, maar waar de minderheden het lastig hebben en zeker het vreemdelingenbeleid erg streng is. Waar je verslaafden hebt, zoals dokter Prakash en Radha Thomas, die gokverslaafd waren. Langzaam krijg je een beeld van Danny’s leven, waarvan alles in het teken staat van immigratie en illegaliteit. Die in Dubai in een hotel werkte, maar zo slecht werd behandeld als buitenlander, dat hij terugkeerde naar Sri Lanka waar de tsunami net had huisgehouden en hij werd aangezien als rebel. Reden genoeg om weer het land te verlaten, ditmaal als student op een vage universiteit in Australië.

Het is geschreven op de luchtige toon, die al te vinden was in Aravind’s Booker Prize winnende boek De witte tijger. Ook nu weer onderhoudende uitlatingen, beschouwingen en dialogen, vooral die met dokter Prakasj, het enige karakter dat naast Danny, ook wat diepgang krijgt en net zo kleurrijk als dat van Danny is.

Het enige dat een beetje mist is wat samenhang en spanning. De gedachten van Danny en zijn eindeloze dwaaltocht door de stad, waarbij straten en andere herkenningspunten worden aangegeven, springen heen en weer zonder een echt plan. Wanneer je Sydney niet kent, is het moeilijk beelden erbij te zien. En de gedachtestroom ligt ook niet op één lijn, wat de spanning remt.

Ik neem aan geen Booker Prize waardig deze keer, maar wel een heerlijk onderhoudend boek, over de problemen van illegaal zijn en een moreel dilemma.

Aravind Adiga – Gratie (Amnesty, vert. Arjaan & Thijs van Nimwegen), Nieuw Amsterdam 2020.

Leestips
Van dezelfde schrijver:
De witte tijger
Illegaal in Amerika:
Imbolo Mbue – Zie de dromers
Over Sri Lanka:
Shenan Karunatilaka – De zeven manen van Maali Almeida
Immigrantenromans:
Ocean Vuong – Op aarde schitteren we even
Tash Aw – Wij, de overlevenden
Mahir Guven – Broer
Chimamanda Ngozi Adichie – Amerikanah
Min Jin Lee – Pachinko