Yves Petry – De geesten

De idealisten

Belgische roman over NGO’s.

Hoe kom je ertoe om je huis en veilige leventje te verlaten om in oorlogs- of rampgebieden hulp te gaan verstrekken? Yves Petry zet drie verschillende personages in om hierachter te komen: hoofdpersoon Mark Oostermans trekt na een mislukte relatie met Kristien naar Afrika om in een vluchtelingenkamp – Bilonga – zich als arts in te zetten voor de fictieve organisatie Dokters Zonder Kleur. Hij omarmt het werk en het land en lijkt zijn levensmissie gevonden te hebben. De conflicten liggen meer bij zijn collega’s, zoals de filosofisch aangelegde ex-jesuïet Jeroen Ullings, die graag zijn werk doet, maar niet de illusie heeft de mensen verder te helpen. Hij ziet het meer als een persoonlijke strijd tegen de westerse consumptiemaatschappij. Zijn tegenpool is Margot, een meisje voor wie de hulp aan vluchtelingen heilig is en met Jeroen in botsing komt dankzij haar idealistische standpunten.

Mark valt tussen de twee in en probeert de vrede te handhaven, maar zie twee van zulke heethoofden maar eens in het gareel te krijgen. Welk gareel? De enige die met beide benen op de grond lijkt te staan is hun Afrikaanse vertaler en hulp Ibrahim, die zijn land nuchter naar de Filistijnen ziet gaan.

Ik vond het interessant om een roman te lezen over NGO’s: voor mij een totaal nieuwe wereld, totdat ik er zelf mee werd geconfronteerd op een Grieks eiland, waar de vluchtelingenstroom in 2015 aanzwol tot bijbelse proporties. Eerst was er de lokale bevolking die hielp, toen kwamen uit alle hoeken van de wereld mensen toegestroomd, die nieuwe, kleine NGO’s vormden en tenslotte zetten de grote NGO’s de puntjes op de ‘i’.

Natuurlijk wordt het gros van de hulpverleners gedreven door idealisme. Iedereen wil immers een betere wereld. En natuurlijk heeft Jeroen gelijk dat een merendeel komt om hun eigen tekorten te aan te vullen. Daarom schreef Mark zich ook in bij Dokters Zonder Kleur: om zijn geknakte ego als man op te krikken. Hij hoopte terug te komen als een herboren strijder en bewijs te hebben geleverd dat hij niet bang was om in een conflictzone mensen te gaan helpen. Kristien echter, die op de een of andere manier Mark niet sterk genoeg vond voor haar als partner, had er geen boodschap aan: haar leven ging verder en wachten op Mark kwam zelfs niet in haar hoofd op.

Hulpverleenster Margot komt er als type in Bilalonga het meest bekaaid af: een over-sociaal persoon in wiens aanwezigheid je je zelfs niet negatief mag uiten over het ‘belangrijke’ werk dat je doet. Veel vluchtelingenhelpers, merendeels vrouwen, hebben zo’ fanatieke inslag. Zij hebben echter een verborgen agenda: hun wankelende zelfbeeld opkrikken door de hulpbehoevende mens in alles bij te staan.

Ook Mark voelt zich een goed mens door het werk dat hij doet. En al is het werk vermoeiend en de Afrikaanse zon onbarmhartig, hij geniet juist van het oplappen van zieke personen, als een boetedoening voor zijn nietszeggende rol in de westerse wereld die hij heeft achtergelaten. Hij voelt zich eindelijk een persoon die ertoe doet. Marks relatie vóór Kristien was met Petra, die een vader had die hem deed walgen wegens kapitalistische trekjes. Nu keert hij zijn rug naar de rijkdom en hoopt zichzelf opnieuw uit te vinden onder de Afrikaanse zon. Hij loopt er echter een trauma op en het is maar de vraag of er ooit een nieuwe Mark zal komen.

Jeroen daarentegen gelooft niet in het goede werk, maar is allang blij dat hij in een warme chaos woont en niet in een wijk met keurig aangeharkte tuintjes, waar regels het leven dicteren. Hij is de man in de roman die je denkwerk aanzwengelt en je eens goed doet nadenken, over zowel het vluchtelingenwerk als de consumptiemaatschappij, die leeghoofdige robotten lijkt voort te brengen.

Voor de lezers die bekend zijn met Petri’s werk, zal Kristien geen onbekende zijn. Net zoals haar broer Jasper. Deze eigenzinnige broer en zus werden al eerder opgevoerd in Petri’s vorige roman Liefde bij wijze van spreken. Maar om De geesten te lezen hoef je deze vorige roman niet te hebben gelezen.

Yves Petry is voor zijn boek niet naar Afrika gereisd. Hij was bang teveel empathie te krijgen met zowel vluchtelingen als hulpverleners. Alles is fictie, zowel de personen, het land als het dorp. Hij heeft voor een buitenpost in Afrika gekozen, met maar drie westerse medewerkers van één NGO. Hier op het Griekse eiland is een totaal nieuwe wereld ontstaan naast het almaar uitdijende vluchtelingenkamp, waar grote en kleine NGO’s met elkaar concurreren en/of samenwerken. Een nieuwe wereld van veelal jongeren die de wereld door hun daden willen verbeteren. IS-strijders dachten hun ideaal in het Kalifaat te vinden. Waar ze in de Westerse wereld geen rol konden spelen, dachten ze er een te vinden in een nieuwe maatschappij. Ook hulpverleners trekken ten strijde onder het mom om een gevecht aan te gaan voor een betere wereld, maar vaak ook uit ontevredenheid over regeringen die naar een allesbehalve ideale wereld streven en de vluchtelingenthema’s voor zich uit schuiven. Voor een schrijver vormt deze hulpverleningswereld een vat vol sterk uiteenlopende verhalen en dat heeft Yves Petry wel mooi gemist, door zich ter oriëntatie niet tussen de idealisten te begeven. Toch heeft hij er een geloofwaardig verhaal van weten te maken.

Het is een ongewone wereld, waarin zaken en relletjes, zwartkijkers en idealisten hand in hand gaan. Bij zulke grote groepen hulptroepen gaat er natuurlijk van alles mis, en komen er ook rotte appels naar boven. Maar om wat voor reden ze ook komen, ik ben er van overtuigd dat ze hard nodig zijn, ook al is het maar om zowel het leed van de vluchtelingen, als het leven van de lokale bevolking lichter te maken.

Yves Petri zet zich zachtjes af tegen de westerse consumptiemaatschappij. Zijn woorden om het verhaal van Mark te vertellen neigen regelmatig naar een satire. De geesten geeft stof tot nadenken en is tegelijkertijd een onderhoudende roman over een man die zichzelf probeert te verbeteren.

Yves Petry – De geesten, Das Mag Uitgeverij, 2019

Leeslinks
Van dezelfde schrijver:
De achterblijver
Een verhaal dat deels in een Afrikaans missieziekenhuis speelt:
Abraham Verghese – De heelmeesters
Over een hulpverleenster in Frankrijk:
Olivier Adam – Vogelvrij