Het zullen je ouders maar zijn…
Nederlandse roman over een jongen die zich ontworstelt aan zijn ouders.
Ludwig Unger, genaamd naar Caesarion, zoon van Cleopatra en Julius Caesar, is een naam die je eer aan moet doen. Maar de anti-held in deze derde roman van Tommy Wieringa is niet zozeer met zichzelf bezig, maar meer met zijn verhoudingen met zijn ouders. Eigenlijk is hij een ‘moeders-kindje’: zijn vader verliet Ludwig en zijn moeder al toen hij heel klein was. Toen woonden ze nog in een ‘Verhalen uit Duizend-en-één- nacht’-huis in Alexandrië, vol Oosterse schatten en mystiek, waar zijn moeder zich amuseerde door de kleine Ludwig op te maken of hem in sluiers te hullen.
Nog twijfelt de kleine Ludwig niet aan zijn moeder, als zij hem jaren later achterlaat bij haar zus in Nederland, omdat ze op zoek is naar een nieuw leven. Als ze hem weer ophaalt om een huisje te betrekken aan de rand van de klippen in Engeland, lijkt het leven van Ludwig even normaal. Hij worstelt zich onder zijn moeders vleugels vandaan om een man te worden en kiest voor de ruige sport rugby.
Terwijl de kliffen waarop het huis staat langzaam afkalven, begint ook de grote liefde die Ludwig eens voor zijn moeder had, behoorlijk af te brokkelen wanneer hij via een vriendje leert dat zijn moeder ooit een beroemde pornoster was.
De puber Ludwig kan het niet verkroppen dat zijn moeder haar door hem zo geliefkoosde lichaam aan andere mannen schonk; het is het begin van de haat-liefde verhouding tussen Ludwig en zijn moeder, die er ook toe zal leiden dat Ludwig op zoek naar zijn vader gaat, een beroemd kunstenaar.
Zo voert Tommy Wieringa ons van de ene na de andere intrigerende plek, dwars over de aarde: van het kleurrijke, sprookjesachtige Alexandrië, naar het nuchtere, rechte landschap van Nederland, langs de natte kliffen van Engeland waar hele dorpen in zee verdwijnen, naar het mondaine Los Angeles met zijn dromen over Hollywood, het kniebuigende Tunesië en tenslotte terug naar de roots, naar een dorpje vlakbij Groningen. De apotheose vindt plaats diep in de jungle van Panama, dichtbij de grens met Colombia.
Je zou het de odyssee van Ludwig Unger kunnen noemen, de jongen die het stempel van zijn ouders niet makkelijk van zich af kon spoelen. Pas wanneer hij heeft afgerekend met een vader die alleen over vernietiging nadacht, kan Ludwig met zijn eigen leven beginnen, zoals het allerlaatste zinnetje van het boek suggereert: “En alles begon”.
Wieringa’s vorige boek Joe Speedboot was een tragi-komedi over vriendschap en doorzettingsvermogen. Niets uit deze bestseller is terug te vinden in ‘Caesarion’, de opvolger van ‘Joe Speedboot’. De ernst heeft het overgenomen van de lach, de vriendschap is omgebogen tot een serieuze moeder-zoon verhouding en een zoektocht naar de vader.
Ludwig Unger heeft iets mythisch over zich. Het verhaal scheert rakelings langs de beroemde mythe van Oedipus, een koningszoon waarvan bij zijn geboorte werd voorspeld dat hij zijn vader zou doden en zou trouwen met zijn moeder. Ludwigs liefde voor zijn moeder is zo groot, dat hij haar haar pornocarrière niet kan vergeven. En wat er in het oerwoud gebeurt tussen hem en zijn vader, had kunnen uitlopen in een vadermoord.
Tommy Wieringa bewijst met Caesarion zijn schrijverschap: het is een boeiend psychologisch verhaal, met sterke lokaties en een vlotte schrijftaal. Het is een kaderverhaal, vol aantrekkelijke avonturen. Maar bovenal een gewaagd verhaal dat goed in elkaar steekt en verre blijft van de doorsnee Nederlandse navelstaar-literatuur.
Tommy Wieringa – Caesarion, De Bezige Bij 2009
Leestips
Van dezelfde schrijver:
Joe speedboot
Je ontworstelen aan de invloed van je ouders:
Paul Baeten Gronda – Nemen wij dan samen afscheid van de liefde
Peer Engels – Tinnen schreeuw
Sofie Laguna – Één voet verkeerd
Tomas Lieske – Franklin
Steve Toltz – Een fractie van het geheel