Steve Toltz – Een fractie van het geheel

Het zal je familie maar zijn

Onderhoudende Australische roman over familiebanden en de wereld.

Wat maakt een meer dan 600 bladzijden tellend boek een pageturner en zo goed dat het genomineerd wordt voor de Man Booker Prize? Het is niet alleen het lichtelijk absurde verhaal van Jasper Dean over zijn vader Martin en zijn oom Terry Dean, maar het is vooral de fantasierijke beeldtaal van deze debuterende Australische schrijver, die een toon van schrijven heeft gevonden, waarin zelfs de allerboudste uitspraak heel amusant wordt.

Je hoeft het boek maar willekeurig open te slaan, en je wilt meer: “In feite waren er zoveel onderwerpen waarop hij een spreekverbod had ingesteld, dat ik verwachtte dat hij een simpel ‘goedemorgen’ nog in de ban zou gooien.” Of: “Als God zou neerdalen en recht voor zijn neus de horlepijp ging dansen, zou hij zichzelf nog steeds niet toestaan dat voor waar aan te nemen.”

Een fractie van het geheel is het verhaal over een zoon, die zich vertwijfeld afvraagt of hij zich kan losmaken van zijn vader, die op zijn beurt zijn hele leven bezig is om vanonder de schaduw van zijn broer te ontsnappen.

Wanneer Martins moeder in verwachting is van zijn broertje Terry, raakt Martin in een coma. Toen Martin na vier jaar en vier maanden ‘wakker’ werd, raakte Terry zo in de ban van zijn broer die van een mummie veranderde in een levende speelmakker, dat hij als een eendenkuiken Martin overal achterna liep. Totdat pa Dean hier meende iets aan te moeten doen.

Toen Pa Dean en zoontje Terry terugkwamen, was het lot bezegeld van de twee broers. Na deze al ongewone start met een coma, schiet het verhaal van Martin in de eerste bocht van de achtbaan en zullen alle, hoe goedbedoelde acties ook, grote gevolgen hebben.

Martin Dean wordt op een gegeven moment zelfs zo bang voor de gevolgen van zijn daden, dat hij een huis midden in een labyrint bouwt, waar hij hoopt ongestoord verder te kunnen leven. Maar dan heeft hij niet op zijn zoon gerekend, die jong is en de wereld aan het ontdekken is. Sterker nog, hij wil zijn vader én het labyrint de rug toekeren.

Maar hoe graag Jasper ook zijn vader vervloekt, of Martin zijn broer Terry, familiebanden zijn gecompliceerd en heel moeilijk om te verbreken. Of je nu Australië uitvlucht naar de lichtstad Parijs, of je snor drukt in Thailand, hoe klein de familie ook is geworden na het zoveelste ‘briljante’ idee van Martin, je komt ze overal tegen.

Het hilarische verhaal van de immer falende Martin, die almaar tegen de beruchtheid van Terry moet opboksen en zodoende nooit zichzelf kan zijn, is de prachtige tegenhanger van het verhaal van Jasper, die zijn familiesaga op uiterst droogkloterige manier opdist: “Dat gesjacher met herinneringen is bepaald geen makkie: hoe moet je kiezen tussen datgene wat gebiedend aan je mouw trekt, wat nog rijpt, wat al krimpt, en wat is voorbestemd om door woorden te worden gemangeld zodat het er verwrongen uitkomt?”

Verwrongen komt het verhaal er beslist niet uit. Het is op zo’n overtuigende manier geschreven, met zoveel verbeeldingskracht en zwarte humor, dat het verhaal over Martin, Terry en Jasper de mythische vormen krijgt van een kruising tussen Bonnie & Clyde en Don Quichot. Hoewel Martin al heel jong heeft besloten om niet in de misdaad te verzanden, sluipt zijn levensweg juist dankzij zijn grote moordzuchtige broer altijd langs de grenzen van het criminele circuit.

Het is het verhaal over de relatie van een vader en zoon, die elkaar dan weer de hersens kunnen inslaan en dan weer voor elkaar door het vuur gaan. Het is het verhaal over de invloed van je familie, die je gratis meekrijgt met je geboorte, en die je niet makkelijk kunt afschudden: je blijft een fractie van het geheel. Hoe meer pogingen je doet om met je familie te breken, hoe strakker de familiebanden zullen worden aangetrokken. Martin heeft deze kunst bijna onder de knieën, denkt hij. Het is hem gelukt om zijn broer, om wiens dood al jarenlang wordt getreurd, uit zijn gedachten te bannen. In de buitenwereld heeft Terry echter zoveel luidruchtige sporen nagelaten, dat de naam almaar weer zijn wereld komt binnenzeilen. Jasper wil hetzelfde als zijn vader: vergeten dat de gekke Martin zijn vader is. Martin gaat ten onder zonder de les te hebben begrepen. Voor Jasper is er hoop, dankzij het schrijven van dit boek, dat hem doet inzien dat hoe verstikkend het ook kan zijn, familieliefde omarmd moet worden om geen averechts effect te krijgen.

En alsof deze hilarische familiegeschiedenis nog niet genoeg is, geeft Steve Toltz tussendoor nog prachtige sneren weg over de huidige maatschappij: “Tijdens het sollicitatiegesprek kreeg ik van een vent die Smithy heette te horen dat ik vier vakantieweken per jaar kreeg voor plastische chirugie. Het was een baan als datatypist.”

Een fractie van het geheel is een wervelende, zwarte satire op populaire criminelen, op benauwende burgerschap, een verhaal over familie, idealen en vooral over vrijheid.

Steve Toltz – Een fractie van het geheel (A Fraction of the Whole, vert. Anne Jongeling), Signatuur, 2008

Leestips
Over een andere semi-criminele vader:
Heather O’Neill – Slaapliedjes voor kleine criminelen
Richard Russo – Schadevolle jaren
Onderhoudende helden:
Albert Vigoleis Thelen – Het eiland van het tweede gezicht
John Kennedy Toole – Een samenzwering van idioten
DBC Pierre – Vernon God Little
Laurent Graf – De man die op reis ging
Erlend Loe – Doppler
De klassieker over een dwaze held met goede bedoelingen:
Miguel de Cervantes – Don Quichot