“Wanneer de lage lucht ons nederigheid leert”
Belgische roman over de grootvader van de schrijver.
Wat ik probeer in Boekenlust, is boeken te beschrijven die veelal geen top-10 halen en weinig gepromoot worden. Het zijn vaak vertaalde romans, die ondanks het gemis aan massale populariteit, toch het hart kunnen stelen van menige lezer. Natuurlijk zijn er uitzonderingen. Zoals dit boek van Stefan Hertmans, dat de AKO literatuurprijs 2014 kreeg en lange tijd in de literaire top-10 verbleef. Nu ben ik op de allereerste plaats dol op Vlaamse schrijvers, die vaak uitmuntende taalmeesters zijn. Misschien leent de Vlaamse taal zich ook beter dan het houterige Nederlands, om er zwierend mee aan de loop te gaan. In ieder geval: hoe meer ik over Oorlog en terpentijn las, hoe sterker de drang werd om deze bestseller te lezen.
Ik werd niet teleurgesteld. Ook Stefan Hertmans is een van die Vlaamse taalmeesters die met woorden de mooiste schilderijen tevoorschijn toveren. Het verhaal over zijn grootvader, die hij aan de hand van nagelaten schriftjes in elkaar heeft gezet, is een prachtige ode aan een gewone man, die zijn levensdromen zag gedwarsboomd door een oorlog. Bovendien druipt de weemoed naar vervlogen tijden van de bladzijden. Zo groots als Jacquel Brel dit landschap in Mijn vlakke land heeft bezongen, zo mooi heeft Hertmans Gent en zijn omgeving voor altijd vereeuwigd in dit boek.
Urbain Martien is de zoon van een restaurateur en schilder, wiens opdrachten bijna allemaal van de kerk komen. Als kind mocht hij soms mee met zijn vader en zo kwam de liefde voor het schilderen hem aanwaaien. Maar houden van schilderen en kunnen schilderen zijn twee dingen. Het is niet makkelijk om je uit de schaduw van een echte kunstenaar te werken. Voor Urbain het vak echt in de vingers kreeg, kwam er de oorlog, die hem naar de modder, vuur, dood en leven bracht. Het werden ervaringen die hem voor het leven zouden tekenen.
Een simpel verhaal, zou je denken. Maar het is de manier waarop je het brengt. Hertmans beschrijft eigenlijk zijn zoektocht naar het leven van zijn opa. Hij haalt er foto’s bij, familieanekdotes die hij zich nog herinnert, hij loopt door de stad en de landschappen, waar hij hoopt dat zijn grootvaders voetstappen nog naklinken en beschrijft zodoende een stuk Belgisch leven van vroeger. En daar ligt de kracht van deze wondermooie roman: je leert als het ware spoorzoeken naar het verleden en ik ben er zeker van dat menige lezer terug heeft gedacht aan zijn familie, toen ooms en tantes in een kringetje zaken bespraken die ze toen aangingen.
Hoe heftig de oorlog ook was, en ook de belevenissen van Urbain, toch weet Hertmans de ellende te relativeren met zijn mooie schrijfsels. Net zoals Urbain in Engeland op zoek gaat naar het kerkje waar zijn vader een groot fresco moet hebben achtergelaten, zo speurt de schrijver naar glimpen uit het leven van zijn opa. De zoektocht wordt beloond met een sympathiek portret van een man die na de oorlog ook nog eens een grote liefde verloor. En toen was de kans op een leven dat hij had gewild, wel verkeken. Hem restte de schilderkunst, waarin hij zijn verlangens kon verstoppen, maar veel meer is er van Urbain niet geworden.
Juist die eenvoud van het leven, waarin kleine verhalen groot worden, maakt dat dit verhaal zo mooi is: het is het verhaal van een generatie, getekend door armoede, hard werken en de Grote Oorlog (Eerste Wereldoorlog), die het tot een generatie maakte waarin dromen nooit verwezenlijkt raakten.
Stefan Hertmans – Oorlog en terpentijn, De Bezige Bij 2013
Leeslinks
Het heerlijke leven in en schrijven uit België:
Hugo Claus – Het verdriet van België
Eric de Kuyper – De hoed van tante Jeannot
Tom Lanoye – Een slagerszoon met een brilletje
Erwin Mortier – Sluitertijd
Leo Pleysier – De gele rivier is bevroren
Erik Vlaminck – Angélique
Over de Eerste Wereldoorlog:
Alice Winn – Door het grote vuur
Erich Maria Remarque – Van het westelijk front geen nieuws