Sandro Veronesi – Troje brandt

Het gemiste inferno

Italiaanse roman over een priester, twee schelmen en vuur.

Na de kalme chaos in Sandro Veronesi’s vorige boek, volgt de vuurchaos in Troje brandt. Alleen blijft die vuurchaos weer een kalme chaos. In Kalme chaos was dat de kracht van het boek, in Troje brandt is het de zwakke zijde van het verhaal.

Alle ingrediënten zijn aanwezig om in het verhaal een goede chaos te scheppen: een oncontroleerbare sloppenwijk, een gilde van criminelen, brandstichters en een priester die het in zijn bol is geslagen.

Het jongetje Salvatore weet te ontsnappen uit een vondelingenhuis annex missiepost, gerund door nonnen en vader Spartacus, die de jongetjes goed onder de duim probeerde te houden door ze rechtvaardig te straffen. Salvatore komt terecht in de Bouwput, een sloppenwijk, waar hij onder de bescherming komt van de oude man Homerus, die deel uitmaakt van een dievengilde. Maar al snel raakte hij gebiologeerd door het werk van Lontje, die op bestelling brand sticht en zo bouwt Salvatore aan zijn criminele loopbaan. Ondertussen wordt vader Spartacus steeds fanatieker en beroemd om zijn geloofsperformances en de bouw van een toren.

Terwijl de persoon Vader Spartacus haast mythische vormen aanneemt in het boek, lijkt het wel of Veronesi niet goed raad weet met Salvatore, die als een zielige cliché-wees langzaam een volleerde crimineel wordt. Het stokje wordt op een gegeven moment overgegeven aan een andere wees die uit het klooster ontsnapt, Pampa, die van hetzelfde vuur als Salvatore gaat houden. Hij groeit uit tot een cliché-straatjongen. Het verhaal over deze twee snotjongens gaat de schrijver niet goed af.

Een grote confrontatie tussen de heilige vader en de rebellerende wezen blijft ook uit. En wat het grootste vuurspektakel had moeten zijn, wordt al snel door de brandweer geblust: ook in Troje brandt is het een kalme chaos, die door zijn verschillende personages en niet tot in satirische lengte uitgebouwde gebeurtenissen vervalt tot een uitgeblust verhaal.

Sandro Veronesi heeft wel twintig jaar het idee voor Troje brandt gekoesterd. Misschien zijn de personages hem te bekend geworden en heeft hij ze te veel willen polijsten. Een jeugddroom die te ver van zijn bed is komen te staan. Veronesi’s kracht ligt in de personages die dichter bij zijn huidige ‘ik’ staan. Wat hij heeft bewezen in zijn vorige roman Kalme chaos en zijn eerste roman In de ban van mijn vader. Troje brandt lijkt meer op een schelmenroman dan op een roman die moet laten zien hoe Italië overeind krabbelt uit de armoede anno zestiger jaren. Het is geen slecht boek, maar lang niet Veronesi’s beste roman.

Sandro Veronesi – Troje brandt  (Brucia Troia, vert. Rob Gerritsen), Prometheus, 2008

Leestips
Van dezelfde schrijver:
Zwarte september
In de ban van mijn vader
Kalme chaos
Onaangeraakt
Bouwen aan huize Gods:
José Saramago – Memoriaal van een klooster
Over een priester in Afrika:
Barbara Kingsolver – De gifhouten bijbel