Hoog in de bergen
Roman over generaties vrouwen in een Oostenrijks bergdorpje.
In 1909 worden alle vrouwen die Anna heten door ‘Norse’ Marie naar haar winkeltje geroepen: er is een ansichtkaart aangekomen voor ‘Anna’, maar de vrouwen van Rosenau, die bijna allemaal wel Anna in hun naam hebben, weten geen van alle voor welke Anna de kaart is. Marie dreigt de kaart terug te sturen, maar Anna van Bengathofstede grist de kaart uit haar handen en zegt dat zij dat wel zal doen. En ze schrijft een mooie ansichtkaart terug, met daarop dat de Anna die de mysterieuze man zoekt, niet in Rosenau woont.
In 1916 moeten de mannen in de 1ste Wereldoorlog vechten en moeten de vrouwen, zoals op de Ellebooghofstede, het zware werk alleen doen. Johanna moet haar getrouwde zuster Angelika helpen omdat haar man in de oorlog is, terwijl ze liever de hele zomer hoog bij de Spitze wil wonen. Helemaal als ze daar in de eenzame hoeve een man aantreft…
En zo verglijden de jaren in het hooggelegen bergdorp en lezen we over de vrouwen Isabella, Barbara, Katharina, Mikatrin, Olga, Martha, Lilimarlene en Laura. Kinderen en kleinkinderen van de hoeves De Bengathofstede, de Ellebooghofstede en de Wagenmaker. Over telegrammen die de Eerste en Tweede Oorlog met zich mee brengen en die melding maken van de dood van een man, een zoon of een kind. En over mannen die wel weer thuis komen, maar dan zonder been of zonder vingers.
Tekenen uit de buitenwereld, of het laagland, komen in steeds grotere stromen het dorp binnen. Beginnend met de ansichtkaart in 1909, de telegrammen in de oorlogen, de eerste auto met Duitse soldaat, de bussen, tot 1977, wanneer het dorp geheel ontsloten is en het laagland geen ver weg gelegen land meer is.
Hofstede bestaat uit een mooie geschreven reeks verhalen over twaalf vrouwen uit het dorpje Rosenau hoog in de bergen, met hun geheimen, hun leven, hun lasten. Aan het einde kun je de reeks in elkaar schuiven en vind je de volledige geschiedenis van een aantal families op hun boerderij en zijn de meeste geheimen prijsgegeven. Dan is er een eeuw verstreken en hebben ze twee oorlogen overleefd.
Het boek gaat over de tradities waar je niet onder uit kon, over de dood en weduweschap, over trouwen, over liefde, maar bovenal over het leven in zo’n afgelegen dorp op boerderijen waar het altijd aanpakken was geblazen, waar het dorp klaar stond voor de laatste roddels, waar je in een kleine gemeenschap woonde, die langzaam openging voor buitenstaanders.
Waar de eerste ingeblikte groenten verschenen voor de huisvrouwen die hun vak niet verstonden, waar de kinderen steeds vaker niet meer terug kwamen in het boerenbedrijf.
De Amerikaanse schrijfster Rosina Lippi is professor in de Taalkunde en heeft 4 jaar in de Oostenrijkse streek de Voralberg gewoond en bestudeerde daar het dialect en de levensstijl van de bergbewoners. Ze praatte er met vrouwen van alle leeftijden en hoorde hun verhalen aan. Zo is Hofstede ontstaan.
Lippi weet op een prachtige manier deze levens over te brengen: van een gesloten leefgemeenschap met haast nog middeleeuwse straffen, naar een modern dorp met toeristen. Over de geheime en stille verlangens van hardwerkende boerenvrouwen. Over de overweldigende natuur die het ritme van het dagelijks leven uitmaakt. Over donkere hofstedes met geraniums voor de deur, over de koeien met hun koeienbellen, over alpenweiden vol met bloemen of sneeuw.
Met haar sprongen door de tijd en de verhalen van deze vrouwen, haar mooie doch sobere schrijfstijl die geheel bij het dorp past, brengt Rosina Lippi een eeuw boerenvrouwen-leven in kaart. Deze debuutroman is terecht bekroond met de PEN/Hemingway prijs.
Rosina Lippi – Hofstede (Homestead), De Arbeiderspers, 2001
Leeslinks
Nog een boek over de Oostenrijkse bergen:
John Wray – De rechterhand van de slaap
Nog meer vrouwen over het boerenleven:
Emilie Carles – Soep met wilde kruiden
Anna Wimschneider – Herfstmelk, herinneringen van een boerin
Over een groep Engelse boerinnen:
Owen Sheers – Verzet