Vissenfantasie
Prachtig uitgegeven avonturenverhaal uit Tasmanië.
Een vervalser van antieke stoelen komt op een dag een eigenaardig boek tegen in een rommelzaak: mooie tekeningen van vissen, waaromheen, overheen, onderdoor, bovenlangs verhalen zijn gekrabbeld van voren naar achteren in het boek, van achteren naar voren. Doch alle experts zeggen dat het een vervalsing is van een boek uit de 19de eeuw. Wanneer het boek op een dag verdwijnt, besluit de ik-figuur dan maar het boek over de held die vissen schilderde te herschrijven.
William Buelow Gould groeide op voor galg en rad, hij was een ‘Hooghartige Slechterik’, reisde naar Australië en Amerika waar hij leerde schilderen, werd gepakt en teruggezonden naar Engeland, en weer opgepakt voor vervalsing, deze keer echter werd hij naar Van Diemensland (het tegenwoordige Tasmanië) gezonden, waar hij na nog wat schilder-rijke avonturen in de gevangeniskolonie op Sarah Island belandde. En ook daar was het lot hem uiteindelijk niet goed gezind. Hij eindigde in een strafcel die dagelijks onder water liep, wat hem weliswaar de vlooien en ander ongedierte van het lijf hield, maar de mosselen groeiden tegen zijn schenen aan.
Vanuit deze cel ziet hij toch nog kans zijn droom te verwezenlijken: een vissenboek te schrijven, waarin hij naast tekeningen zijn visie geeft op wat hem op Sarah Island allemaal is overkomen en met welke kleurrijke personen hij te maken kreeg: de Commandant met het gouden masker, die het eiland met straffe hand en vol grootse ideeën regeerde, dokter Lemprieres, die Billy in dienst nam om vissen te tekenen, welke hij opstuurde naar Londen voor wetenschappelijke doeleinden. Lemprieres’ varken Castleraegh produceerde de grootste mesthoop ooit waargenomen. Er was de Deen Jorgen Jorgenson, die aangesteld was om de geschiedenis op te tekenen van de strafkolonie, maar die meer deed dan alleen dat, er was de waard/gevangene/rebel Capois Death die Bill geen windeieren legde, er was de zeer lange Pobjoy, zijn gevangenisbewaarder die zich in tweeën moest vouwen om zijn cel in te komen, er was de vrouw Tweestuiver Sal.
Hoe het Dikbuikige Zeepaardje, de Kelpy, de Egelvis, de Sterrenkijker, de Vijlvis, de Slangaal, de Zaagtandhaai, de Gestreepte Koffervis, de Slijmvis, de Rivierkreeft, de Zonnevis en Wierige Zeedraak allemaal door deze verhalen zwemmen, kom je pas te weten wanneer je dit wondermooi uitgegeven boek leest.
In tegenstelling tot het bombastisch uitgegeven Het Kaartenhuis van Mark Z. Danielewski. waar je soms moet zoeken tussen de voetnoten naar het vervolg van het verhaal, of de per uitgave steeds langer wordende appendix in David Eggers Een hartverscheurend verhaal van duizelingwekkende genialiteit, heeft de originele uitgave van Het boek van Gould alleen maar bijgedragen aan het leesgenot. Mooie kleurplaatjes van vissen en de tekst in verschillende kleuren gedrukt. Kleuren van bloed, zee-egelpaars, inktvisblauw, kleurmaterialen waar Billy in zijn cel maar aan kon komen. Een boek dat zodra je oog erop valt, meteen nieuwsgierig maakt.
Net zoals Het Kaartenhuis is dit een boek over een boek over een boek, of enkel maar het exemplaar dat je in je hand houdt. Boeken verdwijnen, of mensen verdwijnen onder boeken, wat ook nog gebeurt in het verhaal. Niets is zeker in dit boek.
Wel zeker is dat de Tasmaanse schrijver Richard Flanagan zijn derde roman gebaseerd heeft op een heus bestaand hebbend persoon genaamd William Buelow Gould, die rond 1825 tot 49 jaar straf op Sarah Island werd veroordeeld voor vervalsing en diefstal. Tijdens zijn gevangenschap maakte hij 26 tekeningen van verschillende vissen die nu liggen opgeslagen in de Staatsbibliotheek van Tasmanië.
Voor de rest is alles uit de duim gezogen. Of niet. Het is niet zomaar een avonturenroman over een kleine misdadiger die telkens wordt gestraft voor zaken die hij niet heeft gepleegd. Gould probeert zich staande te houden tussen gekken door zijn vakmanschap schilderen. Maar hij wil zich niet als Kunstenaar zien, daar heeft hij zo zijn ideeën over. En niet alleen over kunst, maar ook over geschiedenis, wetenschap en literatuur, het boek wemelt van uitspraken over schrijvers en ander cultureel goed. Gould heeft geleerd zich altijd klein te houden om niet in gevaar te komen, maar in zijn boek liegen zijn uitspraken er niet om: “Dat een boek nooit mag uitweiden, is iets waar ik het nooit mee eens ben geweest. Ook God niet, die van de 26 letters alles maakt wat Hij wenst & zijn verhalen werken net zo goed Z-E-D als A-B-C.” Een wijsneus dus, die menigmaal aanzet tot nadenken of door zijn treffende spraakwater tot een instemmende glimlach.
Behalve deze filosoferende en schrijvende gevangene als ik-persoon heeft het boek originele vondsten zoals het Grote Station dat wachtte op de treinen en de groots opgezette Mah-jong Hal, welk woord meteen aan de Taj Mahal doet denken, maar welk gebouw eerder visioenen oproept van het droomgebouw dat in het boek Oscar en Lucinda in Australië rond 1865 werd gebouwd door de schrijver Peter Carey.
Het verhaal is natuurlijk ook een flinke parodie op de Tasmaanse geschiedenis waarin voornamelijk de Engelsen in de 19de eeuw een niet zo bijster nette rol hebben gespeeld. Of het gevangeniseiland Sarah er nou echt zo uitzag zoals Billy het beleefd heeft is maar de vraag. Kennen de geschiedenisboekjes de echte versie, die van Jorgen Jorgenson of die van Billy? Geschiedenis is helaas precies wat je maar geloven wilt. “Ik wilde zijn & was niet & dus heb ik geprobeerd deze wereld te herschrijven als een boek over vissen & hem op orde te brengen op de enige manier die ik kende.”
Richard Flanagan – Het boek van Gould. Een roman in 12 vissen (Gould’s Book of Fish: a Novel in 12 Fish, vert. Ambo/Anthos & Ankie Blommestijn, Sophie Brinkman en Mieke Vastbinder), Anthos/Manteau 2002
Leestips
Van dezelfde schrijver:
De onbekende terrorist
Dood van een riviergids
Meer 19de eeuwse verhalen rond Australië:
Robert Hughes – De fatale kust
Peter Carey – Oscar en Lucinda
Peter Carey – Ver van huis
Een Tsjechisch verhaal over vissen:
Ota Pavel – Hoe ik de vissen ontmoette
Ander origineel uitgegeven boek:
Mark Z. Danielewski – Het kaartenhuis