Raoul Schrott – Tristan da Cunha

Liefde aan het einde van de wereld

Passionele Oostenrijkse wereldroman over het meest eenzame eilandje ter wereld.

Wie zou er niet door geïntrigeerd raken: het meest afgelegen eilandje ter wereld wiens bewoners in 1961 geëvacueerd moesten worden omdat er een woeste vulkaanuitbarsting was, die een jaar duurde. De huidige bevolking telt rond de 300 zielen en het eiland kan officieel slechts één keer per jaar bereikt worden met een postboot.

Raoul Schrott werd op een boot geboren, midden op zee, en voelde zich verwant met deze vulkanische berg die zo’n zeshonderd meter boven de immense oceaan uitsteekt. Naast zijn proza schreef deze Oostenrijkse schrijver al eerder twee romans die over verlangen, wanhopige liefdes, vreemde en verre oorden ging (De woestijn van Lop Nor en Finis terrae). Omdat het eilandje Tristan da Cunha te moeilijk bereikbaar is en het leven er wel erg spartaans, besloot Schrott deze veel omvattende en robuuste roman in Ierland te schrijven. Een eiland met net zo’n nat en bar klimaat als de kleine stip in de zuidelijke Atlantische Oceaan.

Het eilandje werd in 1506 ontdekt door een zeeman die er zijn eigen naam aan gaf: Tristan da Cunha en het ligt op 3.000 kilometer van Kaapstad. Het dichtstbijzijnde dorp is op 2.000 kilometer afstand, op het eilandje St. Helena waar Napoleon zijn laatste levensdagen sleet.
Het vulkanische eiland, dat als een immense uit de oceaan opdoemende berg menig schip een zeemansgraf heeft bezorgd, is een paradijs voor ornithologen. Niet alleen pinguïns en albatrossen, maar ook zeldzame waterhoentjes maken deel uit van een grootse vogelpopulatie.

De inwoners leven echter van hun aardappeloogsten en proberen geld te verdienen met kreeften die er in overvloed in zee leven. Een andere bron van inkomsten vormen curieus genoeg postzegels, waarvan op het eiland telkens weer nieuwe series worden uitgegeven, met afbeeldingen veelal gerelateerd aan zijn geschiedenis.

Het is deze geschiedenis die Raoul Schrott heeft gebruikt voor zijn boek. Het is geen rechtlijnig historisch verslag, maar een passioneel schrijven van vier personen die verlangen naar een leven met een liefde die ver buiten hun bereik ligt. Alle vier hebben ze iets te maken met Tristan da Cunha.

Noomi Morholt is wetenschapster op de zuidpool, waar ze samen met mannelijke collega’s zes maanden eenzaamheid moet verdragen. Ze correspondeert per e-mail met een Braziliaanse schrijver die een boek over het eiland is begonnen. Mark Thomsen is een postzegelverzamelaar die via de postzegels van Tristan da Cunha een stuk geschiedenis optekent. Christian Reval is een cartoloog die een fatale liefde op Tristan da Cunha heeft wonen en tenslotte is er dominee Edwin Heron Dodgson die in zijn brieven van 1882 tot 1886 verslag doet van zijn verblijf op Tristan da Cunha aan zijn broer, de beroemde Lewis Caroll, schrijver van Alison in Wonderland.

Hoe simpel het leven op Tristan da Cunha is, zo ingewikkeld heeft Schrott echter zijn roman gemaakt. Vier vrouwen waarnaar verlangd wordt door vier verschillende mannen in vier verschillende tijden. De vrouwen heten allen Marah. Dit zijn de hoofdlijnen waarover Schrott zijn fictieve en zijn historische verhalen laat glijden.

Er zijn veel historische verhalen te vertellen. Menigeen was zo onder de indruk van zijn wel of niet zelfgekozen verblijf op Tristan da Cunha, dat er veel verslagen bestaan van schipbreukelingen en andere bezoekers, die niet alleen over hun eigen belevenissen schreven maar ook de verhalen hebben opgetekend die de bewoners hebben verteld over hun eiland.

Zoals de schipbreuk van het Engelse schip Blenden Hall die in 1821 naar India voer. Het zoontje van de kapitein, Alexander Greig, heeft uitgebreid verteld over zowel de schipbreuk als het jaar erna, toen alle overlevenden een jaar op Tristan da Cunha moesten verblijven voordat een boot hen kwam oppikken.

Schrott heeft een rijke keuze gehad uit deze overleveringen rond het eiland om zijn passionele liefdes te omlijsten. Hij heeft velen ervan door zijn eigen fictieve verhaal geweven, zodat Tristan da Cunha een lijvig mozaïek van geschiedenis en romantiek is geworden.

Naast de persoonlijke avonturen van bewoners en bezoekers schrijft Schrott op haast poëtische manier over het ruige landschap met zijn geulen en ravijnen, met de onberekenbare branding rondom steile rotsen, de immer neer striemende regen, over het veelkleurige ijs op de Zuidpool, over natuurkundige verschijnselen zoals het Noorderlicht.

Soms verliest hij zich iets te veel in de persoonlijke besognes zoals die van de postzegelverzamelaar Mark Thomsen. Dan lijkt het verhaal zo ingewikkeld met de verschillende personages en tijden dat het verhaal in de knoop dreigt te raken. Het verhaal van Christian Reval begint bij het einde en gaat langzaam terug naar het begin van zijn noodlottige liefde. En Dominee Edwin Heron Dodgson kan behoorlijk wat wartaal uitslaan. Pas veel later krijg je te horen dat hij zijn ondergang en verwardheid aan malaria had te danken.

Het is voor de geduldige lezer een prachtig boek waar heel veel instaat. Niet alleen hartverscheurende liefdesdrama’s, maar ook historische feiten en hun daaruit afgeleide verhalen, op vaak haast poëtische wijze weergegeven. Het is een ode aan een woeste, vulkanische natuur, een bede voor natuurbehoud en een hartstochtelijk verslag over een groepje mensen die in een soort anarchistische utopie lijken te leven.

Ondanks dat het af en toe iets te breedsprakig is en te veel uitwaaiert over triviale zaken, spreekt het een meer dan 700-pagina’s tellend boek enorm tot de verbeelding. Geen boek om in één keer uit te lezen, maar om regelmatig weer open te slaan, als een boeiende tv-serie.

Raoul Schrott – Tristan da Cunha (Tristan da Cunha, vert. Nelleke van Maaren, Wilfred Oranje, José Rijnaarts, Studio Posthuma) De Bezige Bij, 2004

Leeslinks

Over andere eiland-utopies:

Christian Kracht – Imperium
John Treherne – Het roestvrije paradijs 

Een moderne versie:

Alex Garland – Strand

Klassieke schipbreuk-verhalen:

William Golding – Heer der Vliegen
Daniel Defoe – Robinson Crusoe

Een meesterlijk verteld verhaal na een schipbreuk:

Yann Martel – Het leven van Pi

Verhalen over kolonisten:

Dan Sleigh – Stemmen uit zee
Miguel Sousa Tavares – Evenaar

Liefde op de zuidpool:

Marie Darrieussecq – White

Meer mooie mixen van romantiek en koloniale geschiedenis:

Wayne Johnston – Kolonie van onvervulde dromen
Michael Crummey – Rivierdieven