2011
Franse roman over een toekomstige maatschappij waarin het individu geen rol meer speelt.
De beste beschrijving van dit verhaal is dat het een kruising is tussen de futuristische roman 1984 van George Orwell uit 1948 en het boek Het proces van Franz Kafka uit 1925. Toch is het verhaal gebaseerd op feiten uit onze huidige maatschappij, en wel op de golf van zelfmoorden gepleegd tussen 2008 en 2011 bij het Franse Télécom bedrijf.
In deze Franse roman is een onderzoeker er op uitgestuurd om de zelfmoorden te onderzoeken die bij een groot bedrijf zijn gepleegd. De Onderzoeker komt aan met de trein, uit de hemel komt regen en sneeuw en al verkleumend probeert hij het bedrijf te vinden in de koude, uitgestorven stad. Eenmaal bij de portiersloge aangekomen, kan hij er niet in, want het bedrijf is gesloten en hij moet de volgende dag terugkomen.
Tot zover is er niet echt iets vreemds aan de wereld waarin het boek speelt. De Onderzoeker zoekt een hotel en daar beginnen al wat barstjes te komen in de normale wereld. Wanneer de Onderzoeker dan eindelijk Het Bedrijf betreedt, blijken we in een Kafkaëske wereld beland te zijn, waar de personen naar hun functie vernoemd worden zoals de Gids, de Politieagent en de Oprichter. Het blijkt voor de Onderzoeker onmogelijk deze wereld te doorgronden. Het Bedrijf lijkt op onzichtbare rolletjes te lopen en telkens botst de Onderzoeker tegen een muur van stilzwijgen, smoesjes en vijandschap.
Je vraagt je af waar het verhaal heen gaat: het enige wat de Onderzoeker kan opmerken is dat alle mensen die in het stadje wonen en werken in het Bedrijf als robotten gedrild zijn, maar hijzelf komt geen stap verder in zijn onderzoek. Op een gegeven moment draait het zelfs al niet meer om het onderzoek, maar meer om de vraag of de Onderzoeker het verhaal wel gaat overleven.
De roman heeft een verstikkend einde, niet geheel bevredigend voor de lezer, vond ik. Maar in het licht van de zelfmoorden bij het Franse Télécom-bedrijf ziet de roman er wat anders uit: de moderne werkvloer kent te veel stress en dankzij de vele regels die de werknemers frustreren, bestaat er geen individuele vrijheid meer. De grote bedrijven hebben een dusdanige slimme structuur dat het moeilijk is daar doorheen te kijken. En de managers en bazen spelen elkaar de zwarte pieten door: ga daar als onderzoeker maar eens doorheen proberen te prikken.
Het onderzoek is een aanklacht tegen de onpersoonlijke werkvloeren van de grote bedrijven. Achteraf bezien is het een mooie allegorie, maar tijdens het lezen bekroop me soms wel een gevoel van moedeloosheid en saaiheid. Somberheid alom, ook al is het mooi geschreven en is het sympathiek dat een schrijver zijn nek uitsteekt om sociale wantoestanden te signaleren. Het is jammer dat Claudels onderzoeker niet ietsje heldhaftiger was geweest. In 1984 delft de hoofdpersoon en opstandige partijmedewerker Winston Smith weliswaar ook het onderspit, maar hij laat tenminste nog een straaltje hoop achter in de vorm van de wetenschap dat er nog ondergrondse verzetsgroepen bestaan. Claudel laat de lezer zitten met een somber gevoel en het stimuleert niet echt om tegen de boze, foute wereld te gaan agiteren.
Philippe Claudel – Het onderzoek (L’enquête, vert. Manik Sarkar). De Bezige Bij 2011
Leestips:
Van dezelfde schrijver:
Schemering
De archipel van een hond
Een vrouwelijke interpretatie van 1984:
Sandra Newman – Julia
Franz Kafka – Het proces
Over Noord-Korea dat zo model zou kunnen staan voor een staat waar individualiteit niet wordt toegestaan:
Kim-Young-ha – Het rijk der lichten