Ollivier Pourriol – Mefistowals

Dodelijke muziek

Franse roman over een wraak tijdens een pianoconcours in Warschau.

Een Franse pianist is op weg naar Warschau in Polen om deel te nemen aan het grote Chopin-concours. Op het vliegveld wordt hij opgehaald door de grote pianist, lid van de jury en zijn vriend Pietr Ostreich die hem naar een pensionnetje brengt, waar de pianist al meteen valt op het jonge meisje Katia die het pension bestiert samen met haar blinde en altijd breiende oma.

Dan volgen de eerste rondes in de Opera van Warschau, waar men dagenlang naar Chopin moet luisteren. De pianist verveelt zich, valt af en toe in slaap of glipt de zaal uit. Ostreich, met altijd een fles wodka bij de hand, stelt de pianist voor aan een jonge leerling van hem: Ergo Zeitos. En hoewel de pianist ervan uit gaat dat hij blij mag zijn als hij de volgende ronde haalt, voelt hij zich jaloers ten opzichte van deze jongeling die heel bevlogen lijkt te zijn.

Mefistowals is een prachtig boek over een Chopin-concours waarin een jurylid wraak neemt op zijn vader. Vanaf de eerste pagina waarop de ‘ik-persoon’ bekent een andere pianist te hebben vermoord, word je meegezogen in dit verhaal dat zich in het koude en met wodka doordrenkte Warschau afspeelt. Ondanks de vele mensen die aan zo’n Chopin-concours meedoen, weet Pourriol zijn verhaal en gezelschap klein te houden. Behalve de hoofdpersoon is er zijn vriend en jurylid Ostreich die hem in Warschau wegwijs maakt tot zijn andere leerling, Ergo Zeitos, is gearriveerd. En er is mysterieuze, verlopen en oude pianist Zakhor.

De hoofdpersoon lijkt meer bezig met vrouwen dan met muziek. Hij ontmoet de journaliste Anna Kekszakkalu, die hij Barbie noemt en tegen wie hij domheden blijft debiteren. Eigenlijk wil hij Katia hebben, het jonge meisje uit het pension. En er is de krantenverkoopster Svetlana, die hem adviseert welke pornoblaadjes hij het beste kan kopen.

Het verhaal wordt langzaam, goed en regelmatig opgebouwd. Vanaf het eerste hoofdstuk worden er al opmerkingen gemaakt over dat de Polen de joden haten, maar dat de joden wel het hart van Polen deden kloppen. Het zijn kleine prikkels die wijzen naar de massavernietiging van de joden in de Tweede Wereldoorlog.

Toch speelt het verhaal ergens in een moderne tijd en is het geschreven naar aanleiding van het non-fictieve verhaal over een man die overleed aan een hartstilstand tijdens een Chopin-concours te Warschau. Ollivier Pourriol heeft hier zijn fantasie op losgelaten, maar is er tegelijkertijd ook van overtuigd dat muziek kan doden.

Voor Warschau heeft hij een prachtige Kafkiaanse sfeer gecreëerd. Donkere straten, kou, schimmen in zwarte mantels (Zakhor), vrouwen, zigeunermuziek en uiteraard veel en veel wodka. Er wordt ook veel gepraat over de klassieke componisten Chopin, Liszt en Wagner, en bij de laatste vooral over welke rol hij had bij het nazi-regime.

De roman doet qua onderwerp denken aan De voorlezer van Bernard Schlink, qua toon aan Sandor Marai’s Gloed of aan het verhaal van Andreï Makine’s De muziek van een leven. De roman is niet zozeer surrealistisch, maar wel erg Kafkiaans en Oost-europees van toon.

Ollivier Pourriol – Mefistowals (Mephisto Valse, vert. Pauline en Manik Sarkar) De Geus, 2004

Leestips
Polen en joden tijdens WO II:
Szczepan Twardoch – Het zwarte koninkrijk
Oorlog en muziek:
Andreï Makine – De muziek van een leven
Over een ander pianoconcours:
Riku Onda – Honingbijen en donder in de verte
Andere romans in dezelfde toon:
Bernard Schlink – De voorlezer
Sandor Marai – Gloed
De joden en Warschau:
Szczepan Twardoch – De koning
Over een ander concert:
Nicola Lecca – Het laatste concert