Spelletjes spelen in Jemen
Semi-wetenschappelijke avonturenroman over Jemen.
Een jonge Duitse antropoloog vertrekt naar Jemen om daar kinderen en hun spelletjes te bestuderen. Hij komt in Sanaa aan waar hij in een internationaal instituut wordt ondergebracht, leert er verschillende westerse mensen kennen, maar maakt vooral kennis met het Jemenitische dagelijkse leven, dat voornamelijk uit qat-kauwende mannen lijkt te bestaan. De vrouwen leven behoorlijk afgeschermd van het openbare leven.
Samen met verschillende jonge mannen die hij ontmoet, begint hij dorpjes in de omgeving van Sanaa te bezoeken, waar hij de kinderen op straat vraagt naar hun spelletjes. Wanneer hij tijd heeft, leest hij in de dagboeken van Alois Schnittke, die aan het eind van de achttiende eeuw deel uitmaakte van een wetenschappelijke expeditie naar Jemen. Al zijn medereizigers komen een voor een om, meestal geveld door een ziekte. Alois, die het Arabisch heeft geleerd, en zich zo goed mogelijk probeert aan te passen aan de Arabische maatschappij, maakt ongeveer hetzelfde mee in de 18de eeuw als de jonge Duitse antropoloog in het hedendaagse Jemen. Deze krijgt malaria-aanvallen en wordt ook een tijdje gevangen gehouden.
Dit zeer lijvige (ca. 750 bladzijden), maar mooi uitgegeven boek wordt aangeprezen als een literair avontuur- en reisverhaal. De avonturen mogen dan wat magertjes zijn uitgevallen, de reisliefhebbers komen echter volop aan hun trekken. Niet alleen de hoofdstad Sanaa, maar ook diverse andere, kleinere plaatsjes worden aangedaan. Het boek is meer een uitgebreid antropologisch handboek over Jemen, dan het een reisgids is. Een grote hoeveelheid zeden en gewoonten wordt erin uitgelegd, zodat je alleen maar het hoofdstukje ‘besnijdenis’ of ‘sheiks’ hoeft op te zoeken om er wat meer over te weten te komen.
De meeste uitleg wordt gegeven over de spelletjes die de schrijver/hoofdpersoon optekent uit het straatleven van Jemen. Alle mogelijke variaties op voetbal, handbal, verstoppertje of landje-pik komen hier aan de orde. Ze zijn soms zelfs van een dusdanige complexiteit dat ze niet altijd te volgen zijn. Gelukkig vinden we ze allemaal – inclusief hun Arabische namen – netjes gerangschikt in het aanhangsel terug, zodat we dat allemaal op ons gemak nog eens kunnen teruglezen. Ook komen regelmatig filosofische gedachtengangen over alles wat er bij het spel hoort aan bod.
Het verhaal van de Duitse antropoloog wordt afgewisseld met het 18de eeuwse reisavontuur van Alois Schnittke, een verzonnen verhaal dat is samengesteld uit diverse achttiende en negentiende eeuwse reisverslagen. Maar zowel de jonge antropoloog als Alois Schnittke, die een Duitse theatermaker is, kunnen er behoorlijk op los filosoferen, zodat het werkelijke avontuur en hun verhaal, dat altijd maar een klein afgerond hoofdstukje beslaat, wordt ondergesneeuwd door deze gedachtengangen en uitleg over een specifiek onderwerp. Dus beslist geen boek voor snelle avonturenzoekers.
Wat ook een beetje afremt is de pompeuze schrijfstijl. Het zal wel een hele klus zijn geweest om in de vertaling twee verschillende stijlen, die van het hedendaagse dagboek en die van het 18de eeuwse dagboek, aan te houden, maar het is jammer dat het hedendaagse dagboek niet in een wat vlottere stijl is geschreven. Dat de taal is doorspekt met Arabische woorden, uitroepen en zinnen, is weer een pluspunt: een mooie leerschool is voor mensen die in deze taal zijn geïnteresseerd.
Leeg kwartier. Rub’ Al-Khali is een curieuze mengeling van antropologie, filosofie en literatuur. Een fascinerend boek over het Arabisch staatje Jemen met zijn uitgestrekte woestijn, waar een burgeroorlog broeit tussen zuid en noord en waar het leven, net zoals in het Afghanistan van voor de Taliban, wordt geregeerd door stammen en sheiks, die niet voor Afghaanse krijgsheren onderdoen.
Voor mensen die in spelletjes of hun filosofie zijn geïnteresseerd, of meer willen weten over zo’n nog bijna feodale maatschappij is dit eigenzinnige boek een aanrader. Voor mensen die in Jemen en de Arabische wereld zijn geïnteresseerd is het een must.
Michael Roes – Leeg kwartier Rub’ Al-Khali (Leeres Viertel. Rub’ Al-Khali, vert. Nelleke van Maaren), Arbeiderspers, 2001
Leeslinks
Over de expeditie waarop o.a. Alois Schnittke’s dagboek is geïnspireerd:
Thorkild Hansen – Het gelukkige Arabië