Ileana de la Guardia – De naam van mijn vader

Aanklacht tegen Fidel Castro

Autobiografische roman van dochter wiens vader in 1989 door het Castro regime werd vermoord.

Op 13 juni 1989 wachtten Ileana, haar Argentijnse man Jorge, samen met haar grootouders, Mimi en Popin, tevergeefs in hun huis in Miramar te Havana op de tweelingbroers Tony en Patricio de la Guardia. Dat ze te laat waren, kwam vaker voor wegens hun drukke werkzaamheden op het Ministerie van Binnenlandse Zaken, maar dat ze helemaal niet op kwamen dagen op hun verjaardagsmaal werd na uren wachten verontrustend.

Ileana en Jorge gaan verhaal halen bij de vrouw van Patricio, Matrichia, in wiens huis ze soldaten aantreffen en een verontruste Matrichia. Dan begint de zoektocht naar Ileana’s vader.

Ileana’s vader is de revolutie van Fidel Castro altijd toegewijd geweest, heeft aan het hoofd gestaan van vele speciale militaire groepen, van de Groep van Vrienden van de president en werkt nu bij een vage Economische afdeling, Cimex, gesitueerd in Panama. Hij heeft Cuba geholpen in zaken zoals de coup in Chili, de oorlog in Angola, in Beiroet en de oorlog tegen de Sandinisten. Waarom zou hij opgepakt worden?

Ze komen erachter dat de broers De la Guardia in de beruchte politieke gevangenis Villa Marista zit. Daar worden ze niet vastgehouden, maar worden ze ‘opgehouden’, volgens een officiële vertegenwoordiger van de Revolutie. Er volgen dagen van angstig wachten, waarna op 30 juni het ‘proces Ochoa’, zoals het in de pers bekendheid heeft gekregen, plaatsvindt tegen 14 mensen, waaronder de broers De la Guardia, en generaal Ochoa.

Het gaat over een grootse drugsmokkel en op 5 juli werd bekend gemaakt dat er 7 mensen de doodstraf zouden krijgen waaronder Tony de la Guardia en Ochoa. De rest kreeg zware gevangenisstraffen.

Als familielid van een ter dood veroordeelde heeft Ileana geen leven meer op Cuba en probeert het land uit te komen, wat wederom een lange tocht langs allerlei mensen en instanties oplevert.

Het boek heeft twee kanten: de feiten, voor zover die kloppen, met er omheen alle verdachtmakingen van de schrijfster rond Fidel Castro en zijn broer Raúl Castro. En die zijn niet zachtzinnig. Met pure persoonlijke haat beschrijft ze een Cuba dat lijdt onder een zware dictatuur van deze revolutionaire held(en).

De andere kant van het verhaal is de beschrijving van de dagen dat haar vader gevangen was genomen tot zijn terechtstelling en vervolgens haar reizen naar Mexico, Spanje en tenslotte Parijs, waar ze eindelijk oren vond voor haar verhaal en waar ze de beloften aan haar vader wil inlossen: hem van de blaam zuiveren dat alleen hij schuldig is aan drugssmokkel, én de moordenaar van haar vader, Fidel Castro, aan het kruis nagelen. Waarom wordt Pinochet wel opgepakt, en Castro, die op dat moment ook in Europa was, niet?

Het is een boek dat tot nadenken stemt. Het is een boek dat beschuldigt, niet alleen Fidel Castro, maar ook Gabriel García Márquez, met zijn ‘innige’ vriendschap met Castro, en de vrouw van Mitterand, die aan het hoofd van een mensenrechtenorganisatie staat, maar heel laks zegt dat Castro een goede man is.

Het is ook het emotionele verhaal van een dochter, wiens vader door een dictatuur is omgebracht. Het verhaal van een vluchtelinge die in onze Westerse wereld, tussen vluchtelingen van diverse andere dictaturen (w.o. de Chilenen die kwaad zijn dat zij een Revolutionaire Held durft te beschuldigen; ze zal wel een gefrustreerde bourgeoisie-dochter zijn!) een nieuw leven probeert op te bouwen.

Geschiedenis, revolutie en emoties. In een mooie stijl beschrijft Ileana de la Guardia haar Cuba, zijn mooie landschappen, het leven dat er steeds moeilijker wordt, niet alleen door de geheime politie, maar ook door het falende economische systeem zodat armoede troef is. Ze vertelt over de liefde voor haar familie, haar grootouders Mimi en Popin, haar tante, vrienden die ondanks de politieke druk vrienden blijven. Een menselijk verhaal, mooi verteld, dat in dit boek wedijvert met alle politieke gegevens en verdachtmakingen.

Wat betreft de politieke kant van haar verhaal: er zijn veel vingers die wijzen naar de betrokkenheid van Castro bij wereldwijde drugssmokkel. Maar ook in dit boek blijft het bij vingerwijzingen, zelf getrokken conclusies en verdachtmakingen die worden aangedreven door een intense haat. Gevaarlijk is dus hieruit definitieve conclusies te trekken. Zoals de schrijfster zelf zegt, de meeste mensen die de waarheid weten rond het ‘proces Ochoa’, zijn dood. Veroordeeld, zelfmoord of ‘verkeersongelukken’. Behalve Fidel en zijn broer Raúl, zijn er nog maar weinig personen die het kunnen weten. Maar het is de vraag of die hun mond ooit nog zullen opendoen. Wel beweert De la Guardia dat Cuba nog onverminderd doorgaat met de drugssmokkel.

Het is een interessant boek wat betreft Cuba en Fidel Castro. Het boek bevat redelijk veel feiten over vooral het proces ‘Ochoa’, het ‘laatste stalinistische proces’, maar zet ook een lange rij feiten neer van Cubaanse ‘hulp’ aan andere revoluties en communistische landen.

In In naam van mijn vader komt een dochter aan het woord, die pleit voor haar vader: hij heeft toch alleen maar de revolutie gediend? De vraag blijft of Tony de la Guardia ‘goed’ of ‘slecht’ was, een vraag die we over Maxima’s vader ook hebben gesteld. Een interessant en mooi boek over de verschillende kanten van een revolutie.

Ileana de la Guardia – De naam van mijn vader (Le nom de mon père, vert. Nini Wilink), Arena, 2001

Leeslinks
Nog meer over Fidel Castro en zijn ijzeren bewind:
Carlos Eire – Sneeuw in Havana
Marita Lorenz – Lieve Fidel
Pedro Juan Gutiérrez – Dirty Havana
Minder politiek getinte boeken uit Cuba:
Cristina García – Cubaanse dromen
Cristina García – De zusters Agüero
Abilio Estévez – Eiland van de eeuwigheid
Een politiek boekje open over Colombia:
Ingrid de Betancourt – Woede in het hart