Mauro Corona – De vlucht van de marter

Liefde voor de bergen

Verhalen over een leven in de Italiaanse Alpen.

In De Goddelijke komedie van Dante Alighieri, De naam van de roos van Umberto Eco of de veelzijdige romans van Italo Calvino kom je weinig bergen tegen, maar nu is er een kleine stroom literatuur op gang gekomen die zich niet alleen meer afspeelt in fraaie Italiaanse steden of op een politiek bewogen platteland. In 2004 kwam De steeneter van Davide Longo uit, maar sinds de bestseller De acht bergen van Paolo Cognetti uitkwam in 2016 maken de bergen van Italië echt deel uit van het Italiaanse literaire landschap.

De ramp in de Vajont vallei

Meer nog dan Paolo Cognetti is Mauro Corona een bergbewoner in hart en nieren. Hij is bergbeklimmer, houtsnijder en schrijver. Zijn verhalen gaan over zijn leven en zijn omgeving waar hij opgroeide en voor het merendeel woont: de Vajont vallei in de Italiaanse Alpen. Een stoer leven in een wereld waar de natuur de regels stelt.

Het Vajont dal is bekend om een van de grootste rampen in de Italiaanse geschiedenis: in 1963 kwam een modderlawine terecht in een stuwmeer en veroorzaakte een tsunami die verschillende kleine dorpen overviel en van de kaart vaagde, zo’n 2000 levens met zich mee sleurend. Corona was toen 13 jaar en ook al waren er in zijn familie geen doden te betreuren, de gehele regio was in shock.

Het vrije bergleven

Misschien heeft deze ramp Corona wel aangezet tot het beschrijven van deze vallei, waarin bergen werden beklommen, waar op grote schaal werd gejaagd en gestroopt, waar houtkap plaatsvond en in de lange winters het hout bewerkt werd tot bestek en andere voorwerpen, of tot kunst. Een leven dat deels ligt begraven onder de modder, maar dat dankzij de boeken van Corona nu bewaard zal blijven.

Met zijn grote liefde voor deze bergstreek vertelt Corona over kleine avonturen en de grote mannen die er in zijn ogen leefden. In Als een steen in de stroom en Het leven van Celio is het alter ego van de schrijver de hoofdpersoon: een ruige man die op zoek naar uitdagingen zonder de bergen niet kan leven, alleen de regels van de natuur gehoorzaamt en zelfs dan nog de grenzen opzoekt. Elke bergtop moet worden beklommen, in de houtkap of marmergroeve is hij snel en houtsnijden kan hij als de beste. En zuipen. Want ook dat hoort kennelijk bij het vrije bergleven.

Met een berggids op avontuur

In De vlucht van de marter bewijst de schrijver wederom zijn vertelkunst en schildert als het ware nog meer portretten van zijn zo geliefde Vajont vallei. Het zijn verhalen over zijn opa van wie hij het houtsnijden leerde, de mijnen, markante bomen, over verschillende dieren zoals de koekoek, de korhoen, de vos, de marter en dan waren er nog markante mensen die een eigen verhaaltje krijgen: een scharensliep, een jager, een rondreizende verkoopster, een stroper én zijn broer. Het boek eindigt met enkele verhalen rondom de ramp.

Het geheel is een ode aan deze Noord-Italiaanse streek waar de liefde vanaf druipt, over een berggemeenschap met zijn oude beroepen en tradities. Een eenvoudig leven dicht op de natuur. In sobere bewoordingen neemt Corona je mee over de donkere en soms gevaarlijke paden die langs groene berghellingen scheren, schetst hij portretten van stropers, einzelgängers, familie, vrienden, bomen, dieren en zelfs een weg waarlangs ooit een bisschop een piepklein kerkje liet bouwen, trekt hij je naar bergtoppen of verlaten bergweiden. Het is alsof een berggids je mee op avontuur neemt en al Corona’s houtsculpturen tot leven komen. In een wereld die door geen tsunami meer kan worden begraven, dankzij de verhalen van Mauro Corona.

Mauro Corona – De vlucht van de marter (Il volo della martora, vert. Marieke Verlaake, met een nawoord van Claudio Magris), Wereldbibliotheek 2025

Leestips
Meer van Mauro Corona:
Als een steen in de stroom
Het leven van Celio
Over een andere bergbewoner:
Davide Longo – De steeneter
Italiaanse bergverhalen:
Claudio Morandini – Sneeuw, hond, voet
Paolo Cognetti – De acht bergen
Paolo Cognetti – De buitenjongen
Daar op de berg:
Charles-Ferdinand Ramuz – De grote angst in de bergen
Jochen Rausch – Oorlog
Thomas Willman – Het duistere dal
Arno Camenisch – De Sez Ner trilogie