Theatraal leven in de Groningse Brouwerij
Roman over experimenteel theater en de Groningse krakerswereld van de jaren 80.
Oskar woont in Barcelona en wordt 40 jaar. Ter ere van zijn verjaardag geeft hij een dineetje en bezoekt hiervoor diverse winkels en markten in de Spaanse stad. Terwijl hij door straten en over pleinen slentert denkt hij terug aan toen hij 20 was: in de jaren 80 woonde hij in Groningen en was hij hopeloos verliefd op een punkmeisje, Sita, die altijd gekleed ging in netkousen, rijglaarsjes en een Schots rokje. Maar ze was helaas ook erg eigenzinnig en toen ze het aanlegde met dealers, was de liefde wat Oskar betreft over.
In diezelfde tijd kwam er een Catalaanse theatergroep in Groningen aan, wat Oskar de stimulans gaf om eindelijk zijn krakersbestaan op te geven. Zijn hart lag helemaal niet in rellen en vechten, hij wilde leven voor zijn camera en de kunst.
Qua inhoud mooie roman, qua stijl zeer bombastisch. Leon Gommers houdt van experimenteel schrijven, dat bewezen reeds zijn vorige romans. Maar in dit boek is hij wat doorgeschoten in taalgebruik en stijl. Te veel uitgesponnen scenes met erg merkwaardige woorden, die de lading of sfeer niet altijd even goed dekken. Te veel verkleinwoordjes, te veel probeersels met leuke synoniemen. Pogingen om tot een spannende roman te komen met een fikse apocalyps zijn jammergenoeg mislukt door zijn warrigheid. De vage verwijzingen naar en de trapscène zelf vallen in het water door zijn fragmentarische vertelstijl.
Onder dat dekbed van taal en stijl schuilt echter een sfeervol verhaal over de jaren 80 in Groningen. Over de krakerswereld die zich in bolwerken als een Ziekenhuis en een Brouwerij hadden verschanst. Met een warrige ontruiming en een mooie theaterscène. De hoofdpersoon, de 20-jarige Oskar, is in de Groningse krakerswereld terechtgekomen door zijn vader die geroutineerd zijn knuppel zwaait bij de ME, en van wie Oskar een militaire opvoeding heeft gekregen. Tegengas geven, zo was het in die jaren. Maar ook het punkmeisje Sita trok hem steeds dieper de krakerswereld in en de barricades op, ondanks dat Oskar het meestal niet eens was met de agressieve anarchie van sommige hanenkammen.
Wanneer Oskar geconfronteerd wordt met het leven en werk van een Catalaanse theatergroep à la ‘La Fura Dels Baus’, een van de geruchtmakende theatergroepen uit de jaren 80, ziet hij opeens een nieuw leven voor zich en een nieuwe weg om zich definitief van zijn vader te scheiden. Marinetti, de aanvoerder van de troep, verwondert zich ook over de strijdlustige krakers en zet zijn protest tegen de wereld liever in andere vormen neer: zo komen er performances voor in het boek, die in ieder geval de experimentele sfeer van het theaterleven uit die tijd goed weergeven. Veel vuur, rook en bloed waren nieuwe attributen, maar Gommers bewijst in zijn boek dat deze attributen ook het rookgordijn vormden voor uitgekiende en doordachte voorstellingen, die meer met acrobatiek of een circus te maken hadden dan met traditioneel toneel.
Jammer dat Gommers’ verhaallijnen soms te uitgesponnen of te warrig zijn en de taal iets te gewild. Maar voor een ieder die een snuifje jaren 80 wil nemen, een sfeervol boek.
Leon Gommers – De ziel van de kakkerlak, De Bezige Bij, 2001
Leestips
Nog meer boeken over de jaren 80:
Fons Dellen – De kunst, het meisje, de stad
Joost Niemöller – Broers
Nog meer over krakers en punkers:
A. F. Th. van der Heijden – Advocaat van de duivel
Natasha Gerson – Staalplaat