Lezen is net zoals eten een prettige bezigheid. Er zijn van die boeken, die je meteen hongerig maken met kookverhalen en recepten die je het water in de mond doen lopen. Veel koks dempen hun verdriet door achter het fornuis te gaan staan, anderen hebben wel heel geheime recepten om hun klanten aan zich te binden. Eten en lezen, een heerlijke combinatie.
Er was eens een restaurant in Argentinië dat van familie naar familie over ging, en van kok naar kok. Het kookboek voor de zuidelijke zeeën speelt een hoofdrol in deze prachtige familiekroniek. Hoe het restaurant ten onder ging kun je lezen in: Kookboek voor de kannibaal van Carlos Balmaceda.
Een ander boek waarvan je kunt smullen, maar dat je ook doet huiveren, gaat over een Koreaanse kokkin, die net verlaten is door haar man. Om haar verdriet de baas te blijven, werkt ze in een restaurant waar ze nog meer facetten van het koken leert. Uiteindelijk is ze sterk genoeg om wraak te nemen: Tong van Jo Kyung-Ran
Koken en liefde, ook een goeie combinatie, vinden we terug in een verhaal over een Sri Lankaanse kok die zijn kookgeheimen mee naar Zwitserland heeft genomen. Het water loopt je in de mond, maar of de recepten die achter in het boek staan werkelijk magische krachten heeft, moet je zelf uitproberen: De kok van Martin Suter.
Tenslotte nog een tongstrelend boek dat ook al verfilmd is: over een Indiase familie die een Indiaas restaurant begint, precies tegenover een sterrenrestaurant in een klein Frans gehucht. De heerlijk ruikende specerijen vliegen van de bladzijden in het eerste deel. Een fraai en onderhoudend boek over de restaurantwereld: Truffels & Tandoori van Richard C. Morais.