Juan Gabriel Vásquez – De geheime geschiedenis van Costaguana

De wonderbaarlijke geschiedenis van Panama

Semi-historische Colombiaanse roman over het ontstaan van Panama.

Hoe het beste deze onderhoudende roman te beschrijven? Een fantasieroman van de Colombiaanse schrijver Juan Gabriel Vásquez, de schrijver van onder andere een biografie van Joseph Conrad, die zich liet inspireren door Conrads boek Nostromo? Is het de geschiedenis van het ontstaan van het land Panama, van 1502 tot 1821 een provincie van Spanje, vervolgens een provincie van Colombia en in 1903 dankzij de Amerikanen een zelfstandige staat? Of is het een familiekroniek over de Colombiaanse familie Altamirano?

Feit is dat De geheime geschiedenis van Costaguana een prachtig gelaagd boek is dat zich voor het merendeel afspeelt in Colón, een nieuw stadje in de toenmalige Colombiaanse provincie Panama, in 1850 gesticht aan het einde van de nieuwe spoorwegverbinding tussen de Atlantische en de Stille Oceaan.

Het is het verhaal over grote projecten die duizenden mensenlevens kostten: eerst de bouw van de Panama Railroad en vervolgens werd het plan opgevat om het Panamakanaal te graven. Het boek gaat onder andere over de periode toen de Fransen onder leiding van de man die ook het Suez-kanaal had aangelegd, Ferdinand de Lesseps, naar Colón kwamen om er hun expertise op los te laten, zonder rekening te houden met het barre klimaat van Panama: veel regen en kou, waardoor dankzij malaria en de gele koorts veel mensen stierven.

Het boek begint op de dag dat de dood van de beroemde romanschrijver Joseph Conrad bekend wordt gemaakt. Waarom de Colombiaanse verteller José Altamirano zo’n hekel had aan deze romanschrijver, wordt pas op de laatste pagina’s van het verhaal onthuld. Ondertussen vertelt hij hoe zijn vader Miguel Altamirano – activist, idealist, optimist – hun huis verlaat in Bogotá, om in het verre Panama over de bouwers van de Panama Railroad te schrijven. Veel later gaat José op zoek naar zijn vader in Colón. Daar zal hij ook de liefde ontmoeten, in de vorm van de Franse Charlotte.

José Altemirano is een onderhoudende verteller. Hoewel hij aan de politiek geen boodschap heeft, spreken zijn vertellingen boekdelen: hij is vooral sociaal bewust. Het verhaal over zijn vader, een journalist die meende te schrijven wat goed voor zijn land was, is een prachtig staaltje over hoe mensen zich laten beïnvloeden of weigeren hun idealistische oogkleppen af te doen. Dit is ook het verhaal over een land dat min of meer werd gekocht door het machtige Amerika. In een tijd waarin revoluties aan de orde van de dag waren, waarin goudzoekers hun geluk uitprobeerden en arme arbeiders grootse werken in de geschiedenis optekenden met hun dood.

Juan Gabriel Vásquez heeft deze tijd weer tot leven gewekt, met een moderne kijk op de zaken: geschiedenis wordt pas achteraf geschreven. Bovendien is het gefantaseerde deel over de hoofdpersoon en Joseph Conrad een verrijking van het verhaal: dit is niet alleen een verhaal over geschiedenis, maar ook over liefde, politiek en verraad en wanneer je het uit hebt, wil je er nog veel meer van.

Juan Gabriel Vásquez – De geheime geschiedenis van Costaguana (Historia secreta de Costaguana, vert. Brigitte Coopmans), Signatuur 2010

Leeslinks

De mooiste semi-historische romans:

John Griesemer – Signaal en ruis
Andrea Barrett – Levenslucht
Rolf Bauerdick – Hoe de Madonna op de maan belandde
Javier Cercas – Soldaten van Salamis
Michael Chabon – De wonderlijke avonturen van Kavalier & Clay
Nathan Englander – Het Ministerie van Buitengewone Zaken
Anne Enright – Het genoegen van Eliza Lynch
Alon Hilu – De dood van een monnik
Arthur Japin – Vazlav
Jonathan Littell – De welwillenden
Ron Rash – Serena
Kurban Said – Ali en Nino
José Saramago – De tocht van de olifant
Ilija Trojanow – De wereldverzamelaar
Alissa York – Vreemde ogen