John Clarke – Het toernooi


Literaire triviant

Australische humor in een tennistoernooi met culturele grootheden uit de vorige eeuw.

Het is een leuk idee: je bevolkt een tennistoernooi met mensen uit de culturele geschiedenis: W.C. Fields, Sigmund Freud, Marilyn Monroe, Albert Einstein, Fred Astaire, Salvador Dali, Mata Hari, Jean Paul Sartre, Pablo Picasso, Vincent van Gogh, om er maar een paar te noemen. Honderdtien deelnemers zijn er, dus je kunt je lol op met het testen van je kennis.

Het toernooi duurt 36 dagen en vindt plaats in Parijs. Het bestaat uit de heren enkel, dames enkel, heren en dames dubbel en gemengd dubbel. De wiskundigen kunnen uitrekenen hoeveel wedstrijden dat oplevert en degenen die het boek nog niet hebben gelezen zullen zich afvragen hoe de schrijver zijn verhaal in elkaar heeft gedraaid met zoveel wedstrijden en al die spelers.

De meeste wedstrijden worden in sporttempo beschreven door de schrijver, als was hij een sportverslaggever die maar tien regels tekst te vergeven heeft. Daarnaast zijn er dialogen tussen de spelers die soms wat langer uitvallen, maar de wedstrijden er niet spannender op maken.

De grap van het boek is dat alle spelers hun eigen trekjes hebben: Charlie Chaplin die slapstick-achtig over de baan waggelt, Spock die Bertrand Russell een uitbrander geeft over hoe hij met de ballenjongetjes om moet gaan, Wittgenstein die alle beslissingen in twijfel trekt, Marlene Dietrich die met haar zwoele gedrag publiekslieveling wordt, James Joyce die meestal vloekend en tierend op de baan staat, Rene Margritte die aan mysterieuze verplaatsingen doet.

Maar wat zijn de kenmerken van Osip Mandelstam, Gilbert Chesterston, E. St Vincent Millay of Mary Garden? Je zult én alle personages én hun werk toch heel goed moeten kennen wil je de grapjes van de schrijver willen begrijpen. Die variëren van subtiel tot heel flauw of voorspelbaar. Na een paar bladzijdes zijn die grappen geen verrassing meer.

Naast de wedstrijden is er ook de nodige ophef over de Russische federatie die wat van zijn afgevaardigden laat verdwijnen, is er de moord op Rosa Luxembourg waardoor Simone de Beauvoir niet meer wil spelen, verdwijnt Agatha Christie spoorloos, mogen sommige Amerikanen niet meer terugkeren naar hun land en worden er zijdelings nog wat mensen gearresteerd.

Je krijgt even de stille hoop dat de schrijver de cultureel-politieke achtergronden van de deelnemers gaat uitbuiten voor een nog veel spannender verhaal dat de tenniswedstrijden zal overspelen, maar helaas kom je al snel van een koude kermis thuis.

Wanneer je bij de finales komt is het politieke geroezemoes op de achtergrond finaal verdwenen en speelt zelfs Simone de Beauvoir weer mee. De spanning is eruit want ondanks dat je tegen die tijd alle deelnemers op internet hebt opgezocht, duizelen de verschillende personages zo voor je ogen dat je op den duur iedereen door elkaar gaat halen. De finales krijgen net zoveel aandacht als de rest van de wedstrijden en het boek gaat stilletjes uit als een opgebrande kaars.

Het is te veel en te weinig. Te veel deelnemers waardoor het boek meer op een triviant-spel gaat lijken, te weinig aandacht voor een langere lijn om een boeiende roman te schrijven. En zouden de antwoorden nog achterin het boek staan, dan had je inderdaad een heel origineel gezelschapsspel in romanvorm kunnen hebben. Helaas staan alleen de wedstrijduitslagen achterin en daar heb je alleen wat aan als je niet helemaal het forse ritme van de uitslagen in het verhaal hebt bij kunnen houden of wanneer je per se wilt weten met wie Leni Riefenstahl haar dames dubbel ook alweer speelde.

Ben je nieuwsgierig of je alle deelnemers kent en of je om alle grappen kunt lachen, dan is dit boek van de Australische TV-Showman John Clarke een uitdaging. Zijn idee “om de culturele geschiedenis van de twintigste eeuw op satirische en sportieve manier samen te vatten” blijft een leuk plan maar is enigszins blijven steken in het in elkaar draaien van een puzzel met namen en soms onherkenbare trekjes van de personages. Hoewel hij de politieke achtergronden af en toe aanstipt heeft hij zeker op dat gebied te veel laten liggen. Nu is het veelal een droge opsomming van sportprestaties geworden en kun je toch stellen dat de geslaagde show-man John Clarke zowel als sportverslaggever en als schrijver niet geheel geslaagd te noemen is.

John Clarke – Het toernooi (The Tournament, vert. Rob van Essen) Thomas Rap, 2004