Jenny Zoë – De stuifmeelkamer

Er was eens een zomer…

Zwitserse roman over moeder en dochter

De cover is prachtig en de titel is nieuwsgierig-makend. Alleen, laat je niet door de kleur geel met de rood-oranje bloem verleiden, de hoofdpersoon is beslist geen zonnetje in huis; integendeel. En toch wasemt het boek een zekere tederheid uit. De schrijfstijl, of een inhoud zonder bitterheid?

De 18-jarige hoofdpersoon, het meisje Jo, besluit bij haar gescheiden moeder, Lucy, in te trekken, maar deze lijkt beslist niet onder de indruk van de hereniging met haar dochter en is voornamelijk op stap met en naar haar nieuwe vriend, zodat Jo op haar eentje het huis en zijn omgeving moet verkennen, en daarbij de nodige herinneringen ophaalt.

Een klassiek verhaal van moeder en dochter, gespeend met het mysterie van de vorige vriend van haar moeder, Alois, die wel of niet expres is verongelukt. Een kleine confrontatie met het verleden… Maar het boek verloopt als een lome zomermiddag waarin elke confrontatie een miniem wolkje aan een blauwe hemel vormt.

De stuifmeelkamer, het vertrek volgestrooid met stuifmeel waarin haar moeder zich had opgesloten na het ongeluk van Alois, is voor Jo het huis van Lucy, waarin ze zich in het begin opsluit, wachtend op de liefde van haar moeder. En wanneer die maar niet komt, sluipt ze schoorvoetend de buitenwereld in, op weg naar een nieuw eigen leven; hetzelfde wat haar moeder deed nadat Jo haar uit de stuifmeelkamer had gehaald.

Zoals de schrijfster zelf zegt in een interview met Boekblad (Peter Erik Neyssen): “En dan probeer ik niet te psychologiseren of te veroordelen. Ik geef geen verklaringen. Ik heb het gewoon geschreven.” En zo moet je het ook lezen.

Zoë Jenny – De Stuifmeelkamer (Das Blütenstaubzimmer, vert. Garda Meijerink), Arena 1998

Leestips
Over die lome dagen:
Rachel Joyce – De dag dat de tijd stilstond
Jon McGregor – Als niemand over opmerkelijke dingen spreekt