To be or not to be
Duitse roman over een vrouw en een eeuw Europese geschiedenis.
Er zijn heel wat Oost-Duitse schrijvers die de geschiedenis omarmen in hun literatuur. Zoals Katja Lange-Müller, Thomas Brussig en Uwe Johnson die een aantal van hun verhalen in een historische, Oost-Europese context laten spelen. Ook de schrijfster Jenny Erpenbeck, die in 2024 de International Booker Prize met haar meest recente roman Kairos won, goochelt met geschiedenis. Kairos gaat over een verhouding in Oost-Berlijn tussen een getrouwde man en een jongedame, vlak voor de teloorgang van de DDR. Maar ze dook al veel eerder de Europese geschiedenis in, met haar fraaie roman Een handvol sneeuw, over de dood die viermaal ongedaan wordt gemaakt, over een vrouw die door de donkere wolken van de 20ste eeuw in Europa zwierf. Een handvol sneeuw werd in 2015 onder andere beloond met de Europese literatuurprijs. En nu is er een herziene vertaling, plus een nieuwe titel (wat ik zelf altijd verwarrend vind): Tussen heden en morgen.
Een begaafde schrijversfamilie
Een baby sterft een wiegendood, maar hoe zou het leven van het kind eruit hebben gezien wanneer ze gered was, door bijvoorbeeld een handvol sneeuw onder haar hemdje? Het is de vraag die Jenny Erpenbeck zich stelde over de dood, en toen kwam de rest van het verhaal, dat ze losjes baseerde op het leven van haar grootmoeder Hedda Zinner.
Hedda Zinner werd in 1904 geboren in Lemberg (het huidige Oekraïnse Lviv), toen nog in het Habsburgse Rijk. Ze wisselde vaak van woonplaats, zoals Berlijn, Wenen, Praag, Moskou en eindigde als een gevierd schrijfster in Oost-Berlijn. Haar zoon John Erpenbeck, een natuurkundige, filosoof en schrijver was de vader van Jenny Erpenbeck. Jenny hoefde niet veel moeite te doen om in de voetsporen van haar begaafde schrijversfamilie te treden. In Tussen heden en morgen heerst ze met veel verve over dood en leven en laat een baby uitgroeien tot een hoertje, een communiste, een beroemd schrijfster en de dementerende mevrouw Hoffmann.
Een reis door het donkere Europa
Mevrouw Hoffmann is de enige persoon met een naam in het boek. De baby, dochters, oudste zus, jongste zus, moeder, grootmoeder, ze gaan allemaal naamloos door het leven, net zoals de ouders van de baby, een joodse vrouw en een christelijke man. Daar begon de ellende mee: beide ouderparen waren niet blij met de verbintenis tussen twee godsdiensten. Zelfs op het werk in Galicië wachtte de vader geen promotie omdat zijn vrouw van een zeker ras was. Het is voor een betere baan dat het stel naar Wenen verhuist. Daar slaat het noodlot toe: de baby sterft.
Was de baby niet gestorven, dan was de man niet naar New York geëmigreerd, maar een saaie ambtenaar gebleven, nog een kind verwekkend bij zijn vrouw, zodat ze twee dochters hadden te voeden, toen hongersnood de stad Wenen uitholde. Dit is het begin van dit opmerkelijke verhaal, waarin wordt gehoereerd, de communistische partij wordt aangehangen, gedwongen arbeid in de Oeral uitgevoerd, maar vooral wordt overleefd en gestorven. Het is een reis door het toen nog donkere Europa: de teloorgang van het Habsburgse rijk, jodenvervolging, de Russische revolutie, het communistische spook dat door Europa trok, maar liefst twee wereldoorlogen en de totstandkoming van de DDR.
Sterke tijdsbeelden
Hoe hevig deze geschiedenis ook was, Erpenbeck trekt de lezer op haast luchtige wijze door het leven van deze eeuw, waar elke volgende dag de wereld op zijn kop kon zetten of de laatste kon zijn. Erpenbeck is duidelijk ook thuis in de toneelwereld en met nonchalant sterke tijdsbeelden trekt ze je het Europese theater binnen, waar jonge meiden een oorlog en honger moesten overleven, waar een vrouw die politieke keuzes had gemaakt hardhandig werd geconfronteerd met de terreur van Stalin, waar een succesvol schrijfster zich niet meer alles herinnert en waar een bijna vergeten vrouw in een tehuis haar laatste dagen slijt.
Vier verhalen voortkomend uit de baby, die het boek opent met haar eigen verhaal, over een wereld die zich opmaakt om verscheurd te worden: de ondergang van een wereldrijk, een revolutie die op een dictatuur uitliep en twee wereldoorlogen.
Terwijl de roman eindigt in Berlijn, na een tussenstop in Moskou en in de Oeral, met een kleine uitstap naar New York, blijft Wenen, ooit een wereldstad, in deze roman de hoofdstad van het verhaal, waar gewoond werd, honger geleden en overleefd werd, waar grootmoeders woonden, huizen verdwenen, waar souvenirs worden ingeslagen.
Een lichte, doch dramatische symfonie
Jenny Erpenbeck is erin geslaagd om die hele beladen geschiedenis en al die ellende overtuigend terug te brengen naar het leven van één vrouw, ook al bestond haar leven uit vijf verschillende delen, elk met een totaal andere tijdsgeest. In de vijf verhaaltjes vertelt ze niet rechttoe rechtaan maar springt speels een beetje naar voren en een beetje naar achteren. Ze laat kleine voorwerpen her en der halsstarrig opduiken in meerdere verhalen: een klok die de tijd heeft verloren, een voetenbankje waarop ooit getreurd werd om een baby, een koffer vol boeken van Goethe en een kistje met gouden knopen. Ze speelt met de levens van haar personages, maar dan wel op een positieve manier, zodat het verhaal, dat door zijn geschiedenis een donkere inslag heeft, gelijk een lichte, doch dramatische symfonie is.
Tussen heden en morgen (Een handvol sneeuw) is een boeiende roman over indentiteit en geschiedenis, over ‘wat als’, over de vele mogelijkheden van een leven. Een roman die erom vraagt telkens opnieuw gelezen te worden.
Jenny Erpenbeck – Tussen heden en morgen (Aller Tage Abend, vert. Elly Schippers), De Geus 2025
Leestips
Van Jenny Erpenbeck:
Kairos
Het verhaal van het oude kind
Europese geschiedenis in de 20ste eeuw:
Slobodan Šnajder – De reparatie van de wereld
Slobodan Šnajder – De engel van het verdwijnen
Oost-Duitse geschiedenis:
Uwe Johnson – Een jaar uit het leven van Gesine Cresspahl
Michael Kumpfmüller – Lotgevallen van een beddenverkoper
Oost-Berlijn:
Katja Lange-Müller – De laatsten
Thomas Brussig – Het kortste stuk van de Sonnenallee
Lutz Seiler – Stern 111
Een Hongaars leven en Europese geschiedenis:
David Szalay – Het vlees