Onder de duim van Denemarken
Vermakelijke roman over een pachtboer, een schone vrouw en een saga-redder uit het 18de eeuwse IJsland.
Het verhaal begint met de arme pachtboer Jon Hreggvidszoon, die na een braspartij met allerlei heren opgepakt wordt wegens de moord op de beul van de Koning van Denemarken. Jon herinnert zich niets meer van de nacht dat deze man de dood vond, maar laat alles gelaten over zich heen komen, alsof hij nu al ruikt dat hij een tijd tegemoet gaat, waarin hij meer dan eens de dans met de dood zal ontspringen.
Hij ontmoet de schone Snaefrid, van wie hij een boodschap moet brengen aan haar geheime liefde en geleerde Arnas Arnaes, die aan het hof van de Konig van Denemarken verblijft. Zo brengen zijn zwerftochten hem onder andere naar Nederland, waar hij sympathieke, maar ook minder sympathieke Hollanders treft.
Jon Hreggvidszoon is een historische figuur die leefde in de 18de eeuw, toen de bevolking van IJsland net aan het bekomen was van een serieuze hongersnood. Het eten was schaars, net als schoenen en papier, waarop werd gekauwd om de honger te verdrijven. Jon werd ter dood veroordeeld tijdens een niet helemaal serieus te nemen proces.
Ook Arnas Arneas is een historische figuur uit die tijd. Net als in het boek reisde hij het land af om literatuur te verzamelen en had hij een indrukwekkende verzameling IJslandse literatuur, waaronder oude saga’s, die hij in Kopenhagen in zijn huis bewaarde en waarvan een deel verloren ging tijdens de grote brand van Kopenhagen in 1728.
Snaefrid is echter aan de fantasie van de schrijver ontsproten. Zij wordt heen en weer geslingerd tussen de liefde voor Arnas en haar liefde voor haar vader, die dankzij Arnas uit het ambt als rechter wordt gezet. Toen ze hoorde dat Arnas een rijke, lelijke weduwe had getrouwd, gaf zij haar ja-woord aan een aan lager wal geraakte aristocraat, die dankzij zijn alcoholische omzwervingen Snaefrid bijna ten onder liet gaan.
Zoals wel vaker in het werk van Nobelprijswinner Halldór Laxness, wordt het boek bevolkt door kleurrijke, karikaturale figuren. Laxness schrijft niet alleen over de wonderlijke omzwervingen van Jon Hreggvidszoon, maar beschrijft vooral het politieke én sociale IJsland uit die tijd en steekt hierbij niet onder stoelen en banken hoe het land werd uitgebuit door Denemarken, die het land eerst samen met Noorwegen, en sinds 1814 alleen onder zijn hoede had. Hierbij tekent Laxness vooral op hoe het stinkend rijke Deense koningshuis IJsland liet verloederen tot bittere armoede en het zelfs wilde verkopen aan Duitsland.
Hoewel de tijden waarin het boek speelt moeilijke en sombere tijden waren in IJsland, weet Laxness met zijn humor het verhaal geen enkele keer te laten afzakken tot een zwaar drama. Het is een boek vol doldwaze avonturen van de schalkse Jon Hreddvidszoon en andere karikaturen, die van het boek een onderhoudend blijspel maken, zonder dat de boodschap over de sociale misstanden van die tijd wordt weggedrukt. Laxness kreeg voor zijn bijzondere epos Onafhankelijke mensen in 1955 de Nobelprijs voor de literatuur.
Halldór Laxness – De klok van IJsland (Íslandsklukkan, vert. Marcel Otten), De Geus 2005
Leeslinks:
Van dezelfde schrijver:
Onafhankelijke mensen
Het herwonnen paradijs
Aan de voet van de gletsjer